Pagina:Keulemans Onze vogels 3 (1876).djvu/35

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
 

DE KLEINSTE GEELKUIF-KAKATOE.

CACATUA SULPHUREA.


De hier beschreven vogel wordt ook Geelwang- en Zwavelgele Kakatoe genaamd, omdat bij hem de gele kleur zich ook langs de zijden van den kop, namelijk aan de wangen, vertoont, en wel meer in het oog vallend, dan bij de overige bekende Kakatoe-soorten. Deze kleinste der Geelgekuifde Kakatoes is tevens de meest algemeene; hij wordt in Celebes, Lombok, Sumbawa en Flores aangetroffen. Een verwant ras, uit Timor en Samao, onderscheidt zich door zijne geringere grootte en donkerbruinen oogrand. Bij beide rassen is echter de iris zoo donker, dat men slechts bij een fel licht, en van zeer nabij dit verschil in kleur kan opmerken. Volgens Finsch, is het ras, dat Timor en ook Samao bewoont, eene en dezelfde soort, door hem Plictolophus Buffoni genoemd. Eene zeer kennelijke soort (misschien ook eene klimaatsvariëteit) is C. citrinocristatus of Goudwang-Kakatoe, uit de Tenember-eilanden en Timorlaut; zij gelijkt vrij wel naar de hier afgebeelde soort, doch heeft de kuif en wangen, in plaats van zwavelgeel, helder oranje. Deze Kakatoe is, volgens Wallace, uitsluitend tot de genoemde eilanden beperkt, van waar zij door de inboorlingen zeer dikwijls als kooivogel naar Macassar wordt overgebragt.

Even als de meeste, zoo niet alle Kakatoes, leeft de hier afgebeelde vogel bij troepen van honderde voorwerpen, die aan het veldgewas zeer veel schade toebrengen, Brehm zegt in zijne verhandeling over deze vogels o.a.: „Honderden en duizenden verschijnen en kondigen hunne aankomst reeds van verre door hevig geschreeuw aan. Zij vallen allen te zamen in de plantages neder, en rigten daar zoo veel verwoestingen aan, dat de planter alle hem te dienst staande middelen moet aanwenden om ze af te weren. Het is een treffend schouwspel, zulk een zwerm te zien nederstrijken: de zuiver witte kleur der vogels steekt onbeschrijfelijk schoon