Pagina:La Rochefoucauld - Œuvres, Hachette, t1, 1868.djvu/173

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

  • 17. De bedaardheid van gelukkige personen komt voort uit de rust die het hen goedgezinde lot geeft aan hun temperament.
  • 18. Matigheid is de vrees het slachtoffer te worden van de afgunst en minachting die degenen ten deel vallen die zwelgen in hun voorspoed; het is een ijdel vertoon van wilskracht; de matigheid van degenen die het meest bereikt hebben is een wens om groter te lijken dan hun welvaart.