Pagina:La Rochefoucauld - Œuvres, Hachette, t1, 1868.djvu/303

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

  • 348. Als men liefheeft twijfelt men vaak aan wat men het sterkst gelooft.
  • 349. Het wonderlijkste van de liefde is dat ze de behaagzucht geneest.
  • 350. Wat ons zo bitter stemt tegenover degenen die ons met sluwheid benaderen is dat ze denken slimmer te zijn dan wij.
  • 351. Het kost veel moeite te breken als men niet meer van elkaar houdt.