Deze pagina is gevalideerd
- 527. De mens is zo miserabel dat hij, terwijl hij met al zijn gedragingen zijn hartstochten probeert te bevredigen, voortdurend zucht onder hun tirannie: hij kan hun macht niet verdragen noch zelf de nodige kracht opbrengen om zich van hun juk te bevrijden; hij walgt van hun heftigheid maar ook van hun remedies en kan zich noch schikken in zijn lijden noch in de noodzakelijke behandeling ervoor.
- 528. Het goede en het kwade dat ons overkomt treft ons niet naargelang de heftigheid ervan maar naargelang onze gevoeligheid ervoor.
- 529. Sluwheid is slechts een armzalige vaardigheid.
- 530. Men looft slechts om er voordeel uit te halen.