Naar inhoud springen

Pagina:Lagerlof, Niels Holgersson's Wonderbare Reis (1917).pdf/66

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

58

met groen bekleede terrasjes. Daar zijn kleine, uitstekende rotsblokken en kleine baaien, en strandkeitjes, die ritselend op en neer worden gespoeld met elken golfslag. Daar zijn statige rotspoorten, die zich over 't water welven; daar zijn steenen, die voortdurend worden overspoten met wit schuim, en andere, die zich in zwartgroen, onbewegelijk stil water spiegelen. Daar zijn reuzenpannen, in de rots uitgehouwen, en geweldige spleten, den wandelaar uitlokkend, zich in de diepten van den berg te wagen, tot in het hol van den Kullaberggeest.

En boven en buiten al die kloven en klippen kruipen en kronkelen zich ranken en takken. Boomen groeien er ook, maar de kracht van den wind is zoo groot, dat de boomtakken zich ook in ranken moeten veranderen om op de hellingen te kunnen blijven. Eiken liggen en kruipen over 't veld, terwijl hun bladeren boven hen staan als een dicht gewelf, en laagstammige beuken staan in de spleten als groote looftenten.

Deze wonderlijke bergwanden met de wijde blauwe zee vóór, en de schitterende, scherpe lucht boven zich, zijn het, die den Kullaberg zoo bekoorlijk voor menschen maken, dat iederen dag groote scharen daarheen trekken, zoolang de zomer duurt. Moelijker is het te eggen, wat hem zoo aantrekkelijk voor dieren maakt, dat ze er ieder jaar samenkomen voor een groote speelbijeenkomst. Maar dat is een gebruik uit de alleroudste tijden, en men moest er bij geweest zijn, al toen de eerste zeegolf sloeg tegen den Kullaberg, om te kunnen verklaren, waarom juist die uitgekozen werd tot vergaderplaats boven ieder ander oord.

Als de bijeenkomst zal gehouden worden, maken de kroonherten, de reeën, de hazen, de vosse en de overige wilde viervoetige dieren, den tocht naar den Kullaberg al in den nacht, om door de menschen niet te worden opgemerkt. Kort voor de zon opgaat trekken ze alle op naar de speelplaats, een rotsvlakte ten westen van den weg, niet heel ver van de uiterste punt van den berg.

De speelpplaats is aan alle kanten met ronde rotskoppen omringd, die haar verbergen voor ieder, die er niet juist vlak bij komt. En in de maand Maart is het niet waarschijnlijk, dat wandelaars daarheen zullen verdwalen. Alle vreemdelingen, die anders gewoonlijk op de heuvels rondzwerven, en de zijden van den berg beklimmen, hebben de herfststormen al maanden geleden verjaagd. En de wachter op den vuurtoren, buiten op het voorgebergte, de oude Mevrouw op het Kulla-landgoed en de Kulla-boer met zijn volk loopen op hun gebaande wegen, en zwerven niet rond op de eenzame rotsvlakte.

Als de viervoeters op de speelplaats zijn aangekomen, zetten ze zich neer op de ronde bergtoppen. Iedere diersoort houdt zich apart, hoewel 't een uitgemaakte zaak is, dat op een dag als