Pagina:Land en volk van Sumatra (1916).djvu/339

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

271

drinkwater draagt men veel zorg. Medan en andere, zelfs kleine, plaatsen hebben of krijgen eene drinkwaterleiding.

Het leprozen-asyl te Poelau Si Tjanang is eind 1914 geopend onder leiding van het Leger des Heils. De kosten worden gedragen door de twee groote plantersvereenigingen en den Majoor-Chinees. In de inrichting waren uit. 1915 reeds 277 lepralijders opgenomen.


Aantallen contractanten en vrije arbeiders.

Wij geven hierachter eenige cijfers, ontleend aan het Koloniaal Verslag van 1914—1915. Wij zien daaruit, dat het aantal hier opgegeven werklieden in de cultures 1 70 000 bedroeg, w. o. 92 000 Javanen en 58 000 Chineezen. Het geheele getal koeli's in het gewest beliep uit. 1914 meer dan 200 000. Op tien contract-koeli's komt nog maar één vrije koeli voor; in de tabak 1 op de 18; in de rubber 1 op de 7. In de tabak vindt men meest Chineezen, in de rubber meest Javanen. Dat onder de Bataks 100 maal zooveel vrije als contract-koeli's voorkomen, en onder de Maleiers 2 maal zooveel, is zeer begrijpelijk. Opmerkelijk is, dat men onder de Bandjareezen 10 maal zooveel vrije als contract-koeli's vindt. Zij zijn veelal timmerlieden en gaan ook veel als vrije koeli's rubber tappen. Opmerkelijk is ook, dat er in de tabak meer vrouwelijke dan mannelijke Javaansche contractanten zijn.


Decentralisatie. Cultuurgebied van Sumatra's Oostkust.

De geheel bijzondere toestand, waarin het Noordelijk deel van Sumatra's Oostkust door de groote cultures is komen te verkeeren, gaf aanleiding tot de instelling in 1909 van het „Cultuurgebied der Oostkust van Sumatra" als gebied van Plaatselijk zelfbestuur, omvattende de afdeelingen Langkat, Deli en Serdang en Asahan. Van den plaatselijken raad is de Gouverneur voorzitter; de meerderheid der 25 leden moet uit ambtenaren bestaan; de 12 plaatsen voor nietambtenaren zijn ingenomen door 8 Europeesche niet-ambtelijke leden en de sultans van Langkat, Deli, Serdang en Asahan. Deze raad houdt zich voornamelijk bezig met de zaken van de wegen en wat daarbij behoort. Hij streeft naar de vervollediging van de uitrusting van zijn gebied, in overeenstemming met de snelle economische ontwikkeling.

In samenwerking met de Regeering zijn veelomvattende verkeersplannen hangende.