Naar inhoud springen

Pagina:Leydse Courant 1786 no 115.pdf/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


Ao. 1786.


LEYDSCHE


MAANDAG

No. 115.


COURANT.


DEN 25 SEPTEMBER.

GROOT-BRITTANNIEN.

LONDEN den 19 September. De Bank van Engeland heeft vaſtgeſteld dat het Dividend van haar kapitaal Fonds op 6 per Cent zou blyven voortduuren, en men denkt dat de Directeurs onmiddelyk weder de discomptieeringen tegen 4 per Cent ten voordeele des Koophandels zullen hervatten.
Heden zyn de Actien van de Bank, met het Dividend, 157 en 1 vierde; O. I. Comp. 167 en 1 half à 167; Z. Z[.], zonder prys; oude Ann. geſloten; nieuwe dito 76 en 7 agtſte à 77; 3 per Cent gered. geſloten; dito geconſ. 77 en 7 agtſte à 3 vierde à 7 agtſte, 4 per Cent dito, met het Dividend, 98 en 1 half. De Wiſſel op Amſterdam is 36 en 9, dito op Zigt 39 en 6; op Rotterdam 36 en 11 op 2 en 1 half Uſo enz.

NEDERLANDEN.

ZUTPHEN den 17 September. De haatelyke Publicatie van de Meerderheid der Gelderſche Staats Vergadering, ziet thans het licht op eene zeer eigenaardige wyze met een bloedroode Letter gedrukt, maar op het ogenblik dat men verwagtte dezelve te zien afkondigen, heeft men goedgevonden die in advys te houden: Of zulks te wyten is aan den onverwagten en cordaaten ſtap der Gemeenslieden van Nymegen moet de tyd leeren. De hoofdzaaklyke inhoud dier Publicatie is een volſtrekt verbod van het uitgeeven van de bekende Vaderlandſche Couranten en Papieren, en dat van alle anderen, zonder vooraf bekomen Conſent, op een boete van duizend voor de eerſte, en drie duizend Guldens voor de tweede maal, buiten en behalven arbitraire straffe, naar bevind van zaaken; en by onmagt van Betaaling geeſſeling, baniſſement, confinement enz., in de plaats der boete. Het ſchrijven van Brieven, of zenden van Stukken, over publieke zaaken, aan de Courantiers, wordt den Gelderſchen Ingezeeten mede op een boete van duizend Guldens, boven arbitraire correctie, verboden, gelyk ook alle Collectes van Penningen, buiten permiſſe van Staaten, Hoofd Officieren of Magiſtraaten; en eindelyk de Gerechten alomme gelaſt, om vreemde Vry-Corpers, in Gelderland zig bevindende, de facto de Provincie te doen ontruimen, en by disobedientie te apprehendeeren, en tegen hen als verſtoorders der publieke ruſt te procedeeren.

EXTRACT uit een BRIEF van UTRECHT den 22 September. „Giſter laat zyn de Burger-Compagnien nog by elkander geweest om Kiezers aan te ſtellen, ten einde eene Nominatie te maaken van Burgemeeſteren, om die morgen ter ei[ligſt?]e aan den Prins Stadhouder te zenden. Op deze Nominatie zyn gebragt de Wel-Ed. Achtb. Heeren Ryk, de Ridder, Smiſſaart en van Haaften, hebbende de Heer van Senden verzogt geëxcuſeerd te zyn uit hoofde van zyne Commiſſie naar Zeeland.”
„Dezen morgen zyn alhier 22 Jongelingen uit de reſpective Godshuizen van Haarlem aangekomen, zig vrywillig aangeboden hebbende om by de Artillery alhier te dienen, en in Uniform uitgeruſt door de Commiſſie van Directie te Haarlem.”

HOORN den 21 September[.] Onze waardige Stadsgenooten hadden zo dra niet verſtaan het rapport van het groot beſoigne ter Vergaderinge van Hun Ed. Groot Mog. ingebracht, over eene Miſſive van Zyne Hoogheid en de Brieven van de drie Hoofd-Steden van Overyſſel, of zy namen in overweginge hoe tegenſtrydig met zich zelve veele Leden der Vroedſchap gewoon waren te handelen; daar uit bekroop hun de vreeze dat gelyk in de zaake van het Compando, zo ook weder in dit ſtuk, vergeleken met de Reſolutie onzer Vroedſchap, conform het verzoek der Burgerye, om deTroupen ter repartitie van Holland ſtaande tegen de demarches van de Provincien Gelderland en Utrecht te doen ageeren, ten einde de vyandlykheden in die Provincie voor te komen en te doen eindigen, den 8ſten dezer Maaad genomen, een beſluit moeſte genomen worden, waar door de Reſolutie van den 8 September en dus ook de daar op gevolgde van Hun Ed. Groot Mog. kragtloos gemaakt zoude worden; om het welke voor te komen, wierd den 19den des avonds een Requeſt ontworpen aan Burgemeeſteren en Vroedſchappen, met verzoek om zich met het voorn. Rapport te conformeeren. Dit lag den 20ſten ter teekeninge, als ook tot ’s morgens ten half 10 uuren den 21ſten. Meer dan 150 Burgers teekenden, en veelen beklaagden zich dat zy te laat kwamen of het niet geweeten hadden. De Vroedſchap vergaderde ten half 11 uuren, waar in echter de waardige naarvolger van zyne Voorvaderen, die in de benaauwſte tyden van het Vaderland voor Vryheid en Godsdienſt ruſtig ſtonden, de Burgemeeſter Nanning van Foreeſt, noodzaaklyk afwezig was, hoorde naar de bede der Burgeren niet, maar vonden goed de Gedeputeerden te qualificeeren, dat daar niet beweezen is, dat Zyn Hoogheid zich aan eenig misdryf heeft ſchuldig gemaakt, het Rapport te declineeren, en by aldien by voornaame Steden tegens de te neemen Reſolutie conform het Rapport, mogt worden geproteſteerd, zulke als dan wegens deze Stad ook te doen.
Dan de Heer Burgemeeſter van Hoolwerff heeft gedeclareerd de extenſie te zullen aanzien, als daar in niet hebbende geconcurreerd. Welk een verdriet voor al wat wel denkt en de eere dezer tad lief heeft: en die al dikwils ſmaad moeten hooren over zaaken, welke dan in hunne ziele leed zyn.

AMSTERDAM den 23 September. De Ed. Heeren Bewindhebberen van de Geoctroijeerde Nederlandſche Ooſt-Indiſche Compagnie, zullen hunne gewoone Najaars Verkoopingen in de reſpective Kameren houden op de volgende datums als
By de Preſidiale Kamer Amſterdam op Maandag den 30 Octob.
By de Kamer Zeeland op Maandag den 13 November.
By de Kamer Delft op Dingsdag den 21 dito.
By de Kamer Rottedam op Donderdag den 23 dito.
By de Kamer Hoorn op Dingsdag den 28 dito. En
By de Kamer Enkhuyzen op Donderdag den 30 dito.

AMSTERDAM den 23 September. Den 20 dezer zeilde uit Teſſel in Zee de O. I. Comp. Schepen GOUDA, Kapt. Kl. Voet, voor de Kamer Amſterdam; VOORBERG, Kapt. T. Poſt, voor de Kamer Enkhuizen; en BERKHOUT, Kapt. F. Hanſen, voor de Kamer Hoorn, alle drie na Batavia, Kapt. H. J[.] Bakker, het Schip Surchance, na Middelburg, J. Dreuwes na de Berbice, W. Hart na St. Euſtachius, R. Luitjes en G. van Poolen na Surinamen, J. Baas na Charlestown, W. J. Davids na Mogador enz.
Den 20 Mey lag nog aan l’Isle de France het Deenſch Aſiatiſch Comp. Schip Princes Charlotte Amalia.
Den 13 Auguſty is door Schipper E. Pieters, voerende het Kofſchip de Enkhuyzer Maatſchappy, op de hoogte van Port à Port in goeden ſtaat het Ooſt-Ind. particulier Schip MARIA, Kapt. P. Seskes, van hier na Batavia gepraaid.
Op Terſchelling is verongelukt het Schip van A. Becker, van Bergen na Dorth, het Schip en Laading zal weg zyn.
Den 2 dezer lag onder de Cingels in goeden ſtaat P. H. Viſſer, van Petersburg na Ribadeo en Bilbao; den 11 dito onder de Cingels Kl. Rinſes, van hier na Bajonne moetende, nevens een menigte Schepen.
Arrivementen: Te Avilles E. J. Hulſt van Riga, en lag weder op zyn vertrek te Palermo den 8 July G. de Rhode van Kadix; te Lisbon D. G. Hop van Archangel, en R. Joukes van Nantes; te Ferrol G. Siebes van Dantzig; te Kadix A. D. van Staveren van Lisbon; te Bordeaux Kl. Geerdes, J. C. Bernit en U. Alberts van Hamburg, P. G. Vos en J. E. Ebenhard van Lubek, en J. Bieſewich van Breemen; te la Rochelle J. P. de Vries van Figneira; te St. Malo L. Teyes van Petersburg; te Havre de Grace J. Caril van Gallipoly; te Breemen B. Spille en Grone van Bordeaux.

EXTRACT uit een BRIEF van ’s GRAVENHAGE den 21 September. Zie hier eene Copie van de

MISSIVE van Zyne Koninglyke Majeſteit FREDRIK WILLEM den II. van Pruiſſen, aan H. H. Mog. de Heeren Staaten der Vereenigde Nederlanden.

WY FREDRIK WILLEM, door Gods genaade Koning van Pruiſſen &c. &c. &c.
Aan de Hoog-Mogende onze byzondere lieve Vrienden en Nabuuren, de Heeren Staaten der Vereenigde Nederlanden zy voor af onze Vriendſchap, en wat wy meer liefs en goeds vermogen:

HOOG-MOGENDE HEEREN BYZONDERE LIEVE VRIENDEN EN NABUUREN.

„Naar dien het aan de Voorzienigheid behaagd heeft, Onzen Hooggeëerden en geliefden Oom Fredrik den II, Koning van Pruiſſen, uit dit tydelyke op te roepen, en Wy daardoor tot de Koninglyke Regeering der Staaten by denzelven nagelaaten, zyn gekomen, zo hebben Wy goedgevonden, Onzen werkelyken geheim Staats Miniſter en Groot-Meeſter der Garderobe, Grave van Goertz, in qualiteit als Onzen Envoyé Extraordinaris en Miniſter Plenipotentiaris by U Hoog-Mog. af te zenden, en aab denzelve een byzonder teeken van Onze uitſteekende agting te geeven, en uitvoeriger mondeling te betuigen, gedeeltelyk hoe zeer Wy wenſchen met de Hooge Republiek der Vereenigde Nederlanden even die zelfde goede Nabuurſchap en naauwe Vriendſchap te onderhouden, welke van Onze Predeceſſeuren zedert honderde Jaaren op Ons voortgeplant is, gedeeltelyk ook het groot aandeel, het welk Wy als een zoo digt Nabuur aan de bedroefde onluſten neemen, die zedert een geruimen tyd eenige der Vereenigde Provincien beroeren; doch voornamentlyk aan de differenten, welke in eenige derzelve met den Doorlugtigen Erf-Stadhouder, Prince van Orange en Naſſau zyn ontſtaan, en aan de zeer buitengewoone onderdrukkingen, welke deze Vorſt zo onſchuldig moet lyden.”
„Wy willen U Hoog-Mogende met geene wydloopige uitbreidingen hier over ophouden, daar Zyn Doorlugtigheid de Prins Erf-Stadhouder, by verſcheide Miſſiven aan de Staaten van Holland en Weſt-Friesland geſchreeven, de hardigheid der hem overkomene verkortingen zyner Voorregten, zo omſtandig en overtuigende heeft voorgeſteld; maar Wy refereeren Ons veel meer op de Miſſive, welke Zyne Majeſteit Onze Predeceſſeur op den 18 September des Jaars 1785, zo wel aan U Hoog-Mog. als aan de Staaten der Provincie van Holland en Weſt-Friesland, in ’t byzonder heeft doen afgaan.”
„Wy bekragten en vernieuwen den geheelen inhoud van dezen welmeenenden Brief, op het ernſtigſte herhaalende het vriendſchappelyk verzoek, daar by aan dezelve gedaan, dat de zaaken aldaar ten aanzien van Zyne Doorlugtigheid den Erf-Stadhouder door billyke middelen van overeenkomſt op den vorigen met de Conſtitutie en Conventie overeenkomſtigen voet, ten ſpoedigſte mogen worden herſteld. In het byzonder verzoeken Wy U Hoog-Mogende hier mede vriendelyk en inſtantelyk om by de Staaten van Holland en Weſt-Friesland, en waar U Hoog-Mogende het verder dienſtig zullen vinden, door derzelver veelvermogende bemiddeling op de nadrukkelykſte wyze te effectueeren, dat Zyne Doorlugtigheid den Erf-Stadhouder door middelen van uitkomſt, die niet moeilyk uit te vinden zyn, in ſtaat geſteld worde, om wederom met eere en welvoeglykheid na den Hage te kunnen retourneeren, om zyne hooge Ampten uit te oeffenen, en dat vervolgens over de nog overblyvende differenten, eene met de geregtigheid, de eer en het ware intreſt van alle de partyen overeenkomende duurzame uitkomſt getroffen worde, waar toe Wy met andere Vrienden en Nabuuren der Republiek door Onze Raad en bemiddeling, op eene zo billyke als onpartydige wyze, gaerne alles wat mogelyk is, willen toebrengen.”
„Wy hebben de Graave van Goertz inſtructie gegeeven, om dit alles zo wel aan Uw Hoog-Mog., als ook naar de omſtandigheden aan de Staaten van ieder der Provincien breedvoeriger voor te draagen, van Onzentweegen het nodige te verzekeren, en daar van opening te doen, en wanneer zulks goedgevonden, wierd, daar over met hun in onderhandeling te treeden.”
„Wy verzoeken U Hoog Mogende derhalven den meergemelden Grave van Goertz, in deze zeer gewigtige zaak volkomen geloof te geeven, en met hem alle dat geene te verhandelen en af te doen, wat men na de omſtandigheden van beide de partyen goed en nodig zal vinden.”
„Wy hoopen en vertrouwen, dat U Hoog-Mogende, zo wel als de Staaten van ieder der Provincien, Ons niet zullen verdenken, dat Wy Ons den Erf-Stadhouder hier in zo kragtdadig en ernſtig aanneemen, daar Wy eensdeeld zo na met Hem zyn verwand, en het noodlot van dezen Vorſt, van Zyne Gemalinne, Onze lieve en waardige Zuſter, welker verheevene en aan de'Republiek geheel toegedaane gevoelens U Hoog-Mogende wel niet twyffelagtig zullen zyn, als mede van hunne Kinderen en Nakomelingſchap, Ons onmogelyk onverſchillig zyn kan; en anderdeels,

(Het Vervolg op de vierde Bladzyde.)

daar Wy met overtuiging weeten en kunnen verzekeren, dat Zyne Doorluchtigheid den Heere Erf-Stadhouder en Zyne geheele Familie de hooge Republiek der Vereenigde Nederlanden van gantſcher Ziele zyn toegedaan, en zeker nooit tegens haar Intreſt en Staats-Syſtema, ietwes zullen doen, maar dezelve op alle mogelyke wyze zullen tragten te behouden en te bevorderen.”
„Hier by komt, dat Wy, als de naaſte Nabuur der Vereenigde Nederlanden, en na de nooit verouderde Verbinteniſſen der wederzydſche Staaten, een zo groot en gewigtige Intereſt hebben, dat de met de oude Conſtitutie overeenkomſtige geſteldheid der Republiek, in ’t weezenrlyke niet veranderd, maar onverbreekelyk behouden werde, en dat de inwendige onluſten en differenten, die zekerlyk uit een bloot misverſtand zyn ontſtaan, op de ſpoedige wyze, door eene billyke, redelyke en bondige Verzoening, en door eene duurzame goede verſtandhouding by alle de daar by geïntereſſeerde Partyen, vereffend worde. Wy beveelen deze ten uiterſte gewigtige zaak aan U Hoog-Mogende, en alle het geene waar van Wy aan dezelve op de bovengem. wyze, welmeenend en Vriendſchappelyk hebben opening gedaan; en gelyk Wy hoopen hier in niet te zullen miſſen, zo verzekeren Wy U Hoog-Mogende daar en tegen, dat Wy de geheele Republiek der Vereenigde Nederlanden, en ieder der Provincien in ’t byzonder, met Vriend Nabuurlyke Vriendſchap en toegenegenheid, altoos zyn en blyven toegedaan.”

(Geteekend) FR. WILLEM.
(Gecontraſigneerd) FINCKENSTEIN, V. HERTZERG.

De voorn[.] Miſſive blykt, ge[d]ateerd te zyn, vóór de haatlyke Expeditie op Elburg en Hattem, welke Zyne Hoogh., hoe zeer vorrgeevende de ordres der Staaten van Gelderland als Kapit. Generaal dier Provincie te moeten uitvoeren, ongetwyffeld als Stadhouder had kunnen voorkomen, door zodaanige moderaate voorſtellen als de handhaaving der Burger rechten aan de hand geeven.
Ondertuſſchen is de gem. Miſſive door Gelderland, Zeeland, Utrecht, Overyſſel en Groningen copieëlyk overgenomen, en geſteld in handen van Hunne Hoog-Mogenden Gedeputeerden tot de buitenlandſche Zaaken, terwyl de Gedeputeerden van Holland en Weſt Friesland inhaereerden het Declaratoir van Hun Ed. Gr. Mog. op den 9 Decemb. l785 gedaan[,] behelzende,voor zo veel men zig herinnerd, „dat Hoogſtdezelve nimmer zullen gedoogen, dat de Staaten Generaal zig meleerden in eene domeſtieke zaak der Provincie Holland[.]

DENYS TENTYE, Makelaar zal op Maandag den 2 October 1786, te Amſterdam in het Nieuwezyds Heeren Logement, verkoopen een extraordinair wel bezeild FLUIT-SCHIP, gebouwd tot de Walvisvangſt, genaamd VREEDENLUST, Kapt. Ditloff Meijer, en ter Viſſchery gevoerd geweeſt by den Commandeur Pieter Viſſers, en genaamd DE VREEDEN, is in het Jaar 1775 nieuw uitgehaald, lang 113 voet, wyd 29 voet 6 duim, hol 12 voet 5 duim, het Verdek 6 voet 10 duim, ende Stuurplegt 9 voet 5 duim: breeder by den Inventaris en berigt by den gemelden Makelaar.

G. Jarman, G. Scholten, G. Muller en J. Jarman, Makelaars, zullen op Maandag den 9 October 1786, te Amſterdam in het Oudezyds Heeren Logement, verkoopen No. [1]. Een HUYS en Erve in de Bloem Straat, tuſſchen de tweede en derde Dwars Straaten op de hoek van de Kaarſenmaakers Gang, daar Bier Neering in gedaan word; en No. 2. Een HUYS, daar Schoenmaakers Winkel in gedaan word, met deszelfs THUYN, zynde Stads Grond, buiten de Raam Poort, aan de Cingel op de hoek van het Steene Pad. De Bewyzen van Eigendom en Veil Conditien zullen vier dagen voor en op den Verkoopdag, des voormidddags, te zien zyn ten Comptoire van de Notariſſen Wythoff en Baak, woonende op de Lely Gragt.


NB. NB.
NB.
J. J. THYSSENS, Boekverkooper te Leyden, zal op den 11 October en drie volgende dagen, verkoopen een extra fraaije Verzameling LATYNSCHE, FRANSCHE en NEDERDUITSCHE, GODGELEERDE, RECHTSGELEERDE, GENEES, HEEL en NATUURKUNDIGE, NATUURLYKE HISTORIE SCHRYVERS, HISTORISCHE (byzonder de Nederlanden) WERKEN VAN VERNUFT EN SMAAK, TAAL en DICHTKUNDIGE en ANDERE BOEKEN, waar onder veele voornaame Werken voorkomen, benevens een Verzameling HOORENS, SCHULPEN, PRENTEN en RARITEITEN: nagelaaten door den Heer Mr. P. V. D. C. en J. V. D., MED. DOCTOR. De Cataloge hier van is by bovengemelden en alom à twee Stuivers te bekomen.

Op eerſtkomende Vrydag den 29 dezer maand September, zal te Andel tot eene inzettinge publiek geveild en veertien dagen na dato finaal verkogt worden een hegt ſterk zeer goed betimmerd BUYTEN HUYS met differente ſpacieuſe Vertrekken, een STALLING voor Rundbeeſten en Paarden, en een SCHUUR annex met 1 Morgen 3 Hond LAND, TUYN, BOOMGAARD en TEEL-LAND, ſtaande en gelegen in het beſte van het Dorp Andel, Lande van Altema, genaamd HET GROOT MUYS, zynde bewoond geweeſt door wylen Juffrouw Wed. JAN NAAIJEN, als mede nog ruim 6 Morgen allerbeſt BOUW- en WEYLAND, geleegen onder Andel en Gieſſen; zullende by Perceelen en in Maſſa geveild worden: nadere infoimatie te bekomen by OTTO VERHAGEN, woonende te Veen.

H. J. SPITTEL, C. VAN NOORLE Hendriksz., J. VAN DE VELDE, J. H. DE RIDDER en J. VAN DE VELDE Jun., Makelaars, zullen op Woensdag den 4 October 1786, ’s namiddags ten 4 uuren, te Amſterdam in de Brakke Grond in de Nes, verkoopen een party van 600 Rollen MOSCOVISCH ZYLDOEK, leggende als by Notitie zal worden aangeweezen, in tyds by gemelde Makelaars te bekomen.

C. Twisk, J. Hen en P. Heman, Makelaars, zullen op Maandag den 9 October 1786, te Amſterdam in ’t Oudezyds Heeren Logement, verkoopen No. 1[.] Een HUYS en Erve, ſtaande en geleegen in de Angeliers Dwars Straat, het vierde Huis van de Angeliers Straat; No. 2. Een HUYS en Erve in de B[a]tavier Straat, het eerſte agter het Hoekhuis van de Keyzers Dwars Straat; No. 3. Een BOERE-BRUIKER, geleegen voor aan op de Ooſtdorper Weg, de tweede Plaats van de Haarlemmer Weg, vry van Tol aan ’t Hek by Slooter Dyk; en No. 4. Een ſtuk WEY of HOOYLAND, geleegen in de Ooſtdorper Binne Polder, even voorby gemelde Boerdery: alles breeder by Biljetten, en zynde No. 1 en 2, des Dingsdags en Donderdags en No. 3 en 4, dagelyks te bezigtigen. De Bewyzen van Eigendom en Veil-Conditien zullen vier dagen voor en op den Verkoopdag te zien zyn ten Comptoire van den Notaris J. Harmſe op de Cingel by de Blaauwburgwal.