Naar inhoud springen

Pagina:Leydse Courant 1787 no 042.pdf/1

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


Ao. 1787.


LEYDSE


VRYDAG

No. 42.


COURANT.


DEN 6 APRIL.

NEDERLANDEN.

UTRECHT den 3 April. Men verſtaat, dat de Staats-Leden te Amersfoort voorleeden Vrydag en Zaturdag op het geſecreteerde Raport, door hunne Gedeputeerden uitgebragt, ter beantwoording der Miſſive van Hun Ed. Gr. Mog. hebben gereſolveerd.

1. Geene Mediatie te accepteeren, dan van alle de Bondgenooten.
2. De onderhandelinge over dezelve niet in den Haag, maar in Utrecht, of in Amersfoort te houden.
3. Met geene andere aan te gaan, dan met die Raaden, welke in hunne ſpeciaale protectie zyn genomen, en de pretenſe ſurcheance der jaarlykſche verzetting der Wet op den 12 October hebben geaccepteerd; en dus ook met ſpeciaale, exemptie van de Heeren DAUNIS en ABBEMA, welke die ſurcheance van twee Leden niet voor wettig hebben erkend.

De laeſive expreſſien, voorkomende in ’t gemelde antwoord, welke de Heeren Staaten van Holland, als zy gelieven, zullen moeten verduwen, zyn, tegen het proteſt van eenige Ridders, zo men verſtaat, de vrugten van de ſtrafwaardige praetenſe Repreſentanten van het derde lid, met eenige uit het eerſte.

AMSTERDAM den 4 April. Heden is de Burger-Krygsraad, welke den 21 der vorige maand derzelver Vergadering op Reces had geëindigd, weder op de Garnaalen Markt vergaderd geweeſt, en zyn als toen beëedigd de Officieren in de voorige Vergadering verkoozen, terwyl in deze Vergadering tot Vendrig in Wyk 60 is verkozen de Heer Jacob Neves van Schooten, zynde de overige vacante plaatzen nog open gebleeven; de verdere verrigtingen dier Vergadering zyn onbekend, dan men denkt dat dezelve weder op reces geſcheiden is.
Men twyffeld niet of deze luiſterryke Vergadering zal aanhoudend voortvaaren om eendragtig de goede Zaak des Vaderlands te bevorderen, zo als ook de benoemde Heeren Burger-Geconſtitueerden, zynde uit de Vaderlandſche Societeit Mr. D. J. van Hogendorp, Mr. O. W. J. Berg, Mr. W. Slicher, en Mr. M. Ooſter; uit het Collegie van Sergeanten S. Boſch, P. Witmond en H. Blomberg; uit het Genootſchap J. van Staphorſt, J. d’Amour en Mr. E. Ebeling. Die uit de Burger-Societeit zyn nog niet zeker bekend.
Giſter hebben wy hier weder een grooten dag beleeft. De weldenkende Burgeren, met verontwaardiging vernomen hebbende dat door het onwaardig gedrag der drie bekende Gedeputeerden dezer Stad, zy de gewigtige Stem van Amſterdam hadden doen paaren met een Voorſtel door de Ridderſchap voortgebragt en aanloopende tegen het ware oogmerk, waarom de Commiſſie benoemd zou worden, beſlooten daar tegen ſpoedig eene kragtdaddige voorziening in ’t werk te ſtellen, en werd derhalven door alle de Vaderlandſche Corpora’s een Adres getekend, waarin zy hoofdzakelyk voordragen „het nut der gewigtige Propoſitie van Haarlem, en dat zy uit dien hoofde het appui derzelve Propoſitie ter Staatsvergadering door deze Stad verzogt en ook verkreegen hadden, dan dat zy Ondergetekende tot hunne uiterſte verbazing zo wel als tot hunne grievende ſmerte, hebben moeten ontwaaren, dat de Heeren Hendrik Muilman, Cornelis Munter en Franc van der Goes, uitgemaakt hebbende de Meerderheid van dezer Stad Deputatie ter Dagvaard, hebben kunnen goedvinden, om zich, wanneer ter benoeming van opgemelde Commiſſie, waar toe door de Ridderſchap (hoe zeer dezelve anderzins, wanneer het namelyk aankomt op het doen van eene Propoſitie ter vernietiging van het Corps van den Rhyngraave van Salm, zeer veel roep van menageering van ’s Lands Penningen, is voprgedragen eene Nominatie van negentien Staats-Leden, dan waar tegens door andere Leeden van Staat begreepen word, dat eene Commiſſie van agt Heeren genoegzaam en merkelyk meer menageus voor ’s Lands Finantien zoude zyn) is geprocedeerd geworden, zich aftezonderen van alle die Staats-Leden, welke tot die Concluſie zelve van de Propoſitie geconcludeerd hebben, en zich op het ſtuk der Nominatie van dezelve te voegen by de Ridderſchap en die Steden, welke zich ter Staats-Vergadering daar tegen onverzettelyk gedeclareerd hadden.”
Waar na zy zig ten ſterkſten uitlaaten over het onverantwoordelyk gedrag van de voornoemde Gedeputeerden, en voorts dit nadruklyk adres, in dezer voegen beſluiten:
„Redenen waaromme de Ondergetekende zich tot Uw Ed. Gr. Achtb. keeren met allen eerbied, doch teffens met den meeſten nadruk verzoekende, en ten allerernſtigſten daar op inſteerende; dat het U Ed. Gr. Achtb. behaagen moge, om de op gemelde Heeren Gedeputeerden Hendrik Muilman, Cornelis Munter en Franc van der Goes, illico, immers ten allerſpoedigſten te rappelleeren, en wyders van wegens deze Stad en Burgery ter eerſter Staat-Vergaderig te doen verklaaren: Dat U Ed. Gr. Achtb. wel verre van de ſtemming van opgemelde Heeren Gedeputeerdens te homologeeren, dezelve integendeel als tegen U Ed. Gr. Achtb. gemanifeſteerde intentie by de benoeming der dikwijls gemelde Commiſſie, in conformité van de Nominatie van de Ridderſchap uitgebragt, expreſſelyk en volkomen te disapprobeeren, en dat U Ed. Achtb. daar tegen de Stem dezer Stad ten opzigte van de benoeming derzelver Commiſſie voegen by de Nominatie van Dordrecht, Haarlem en andere zeven Steden, welke daar mede hebben ingeſtemd: Dat U Ed. Gr. Achtb. voorts het gedrag door de Heeren Penſionariſſen van Berkel en Viſſcher by die geleegenheid ter Staats-Vergadering gehouden, volkomen approbeeren, en dat U Ed. Gr. Achtb. voortaan als Gedeputeerden ter Staats-Vergadering van wegens deze S[t]ad gelieven te committeeren alleen de twee voorn. Heeren Penſionariſſen; ofte anderſints met en benevens dezelven zodanige Heeren Raaden, waar in de Burgerye dezer Stad, een genoegzaam vertrouwen ſteld, en welke behooren tot de bekende Minderheid. Reſerveerende de Ondergeteekenden voorts aan zich het neemen zodanige gepaſte maatregelen, ten opzichte van de voorn. Heeren Hendrik Muilman, Cornelis Munter en Franc van der Goes, als dezelve in tyd en wylen zullen oordeelen te behooren.”
Dit Adres door 117 Leden van den Krygsraad en ruim 2000 Burgers getekend wierd door eeae Deputatie van 102 zo Kapiteins als Lieutenants en Vendrigs met den Heer Colonel Goudoever aan het hoofd, des morgens om 11 uuren, in Burgemeeſters Kamer overgeleverd, zynde inmiddels des morgens ten 8 uuren, reeds drie Compagnien Burgers, op patent van de Colonellen van Goedoever en van Marſelis in de Wapenen gekomen ter bezetting van het Stadhuis.
Ten 3 uuren wierd aan de Deputatie verzekerd dat er eene gunſtige Reſolutie by de Vroedſchap was genomen beſtaande in een desaveu van ’t gedrag der 3 Gedeputeerden, derzelver rappelleering uit ’s Hage, het proviſioneel aldaar laaten blyven van de braave Penſionariſſen van Berkel en Viſſcher, met goedkeuring van hun gedrag, en eindelyk om ter Staats-Vergadering zo veel de Conſtitutie en orde van zaaken toelaat, het daar heen te dirigeeren om conform Dordrecht, Haarlem en andere Steden het Commiſſoriaal op agt Leden te bepaalen; dan men zegt niet of het is op de reeds voorgeſtelde agt Leden.

AMSTERDAM dep 4 April. Met de jongſte Engelſche Brieven, verneemt men, dat het Schip Jacobus, Kapt. H. Eden of J. Cornelis, van Surinamen na Rotterdam beſtemd, dat wegens Leckagie in de Bermudas binnen geloopen was, aldaar afgekeurd is, en deszelfs Laading met een ander Schip zoude overgebragt worden.
Van Lisbon word van den 13 Maart gemeld, dat aldaar binnen geloopen is het Schip de twee Gebroeders, Kapt. J. Bakker, van St. Paulo by Alikanten, had 43 dagen op Zee geweeſt, heeft de Groote- en Bezaans Maſt verlooren, en is eenigſints lek, hebbende 18 dagen op de Kuſt gezworven, moet quarantaine houden, om dat het uit de Straat kwam enz.
Te Malaga is wegens Storm binnen geloopen J. Akkerma, van Cagliary na de Ooſtzee moetende, had eenig Zout over boord moeten werpen, doch zou daar van weder inneemen, en zo ſpoedig mogelyk zyn reis voortzetten, de gefourneerde omgelden bedraagen Banco ƒ 232 : 10.
In Eggerſund in Noorwegen wegens Storm en Tegenwind binnen Kapt. Hammer, van Kopenhagen, van boven had het Schip een kleine lek, doch dagt niet dat de Laading beſchadigd zou zyn, volgens de laatſte berigten van den 9 Maart, was hy gereed zyn reis te vervolgen.
Brieven van St. Euſtachius van den 11 February melden, dat daags te vooren aldaar in 35 dagen aangekomen was Will. Oedewal van hier.
Arrivementen: Te Kadix de Spaanſche Schepen St. Antonio y Animas en N. S. del Roſario y St. Franciſco de Aſis van Vera Crux, St. Joſeph l’Aſſumcion en N. S. del Monſerat uit de Havana, als mede T. Tisge van Charlestown, en S. Tiózzo van Mogador; te Lisbon Iven Steenenſen van Mogador, J. M. Dreano van Pont l’Abe, P. Maybom van Genua, J. J. Renard van la Rochelle, en M. G. da Cruz van Philadelphia; te Nantes J. Wiers van Rouen, P. J. Molenaar van Oſtende, A. Willems van Rotterdam, en G. Meeuwes; en te Bordeaux M. H. de Koe, beide van hier; en te Breemen B. Gartje; B. Wichman, H. Ratjen L. Kopers, J. Muller, H. Keyſer, A. Steengrave en J. Lambke van Bordeaux, D. Mandels van Nantes, en J. Deetjen van Gottenburg.
Vertrokken: Van Lisbon J. J. Fick en C. S. Much na Stettin, J. F. Ram na Zweeden, en J. Nielſon na Noorwegen.
Zeilree: Te Ferrol J. Jelles herwaards; en te Oſtende H. W. Poolman na de Ooſtzee.
Den 16 Maart lag nog te Lemmerik wegens Tegenwind Schipper Schrör, na Breemen moetende.

HAARLEM den 4 April. De Wel-Ed. Geſtr. Heer Mr. C. J. van Dam; zich bevindende onder de Perſoonen, welke de Ridderſchap en Delft hadden genomineerd tot de Commiſſie over het tweede Lid der Haarlemſche Propoſitie, heeft in de Ed. Achtb. Vroedſchap dezer Stad voorgeſteld, of het niet zyne plicht was voor deze Commiſſie te bedanken, dewyl het gedecideerde oogmerk dezer gantſche benoeming nergens anders toe ſtrekte dan om dezelve Propoſitie geheel infructueus te maaken, het welk door de Vroedſchap volkomen is geaggreëerd.

’s GRAVENHAGE den 5 April. De Heeren Staaten van Holland en Weſt-Friesland zyn giſter en heden weder vergaderd geweeſt.
Giſter zyn de drie bekende Amsterdamſche Gedeputeerden niet ter Vergadering gecompareerd; en wegens het tweede Lid van Haarlems Propoſitie verneemt men niet dat er iet anders is gedaan, dan geproteſteerd door de Patriotſche Leden; terwyl gezegt werd dat reeds verſcheide der genomineerde Heeren zouden bedankt bebben.
Amſterdam, zegt men, heeft zich thans weder by de Minderheid gevoegt. Dezen nagt is ’t Lyk van den Heer van Noordwyk in ſtilte derwaards getranſporteerd, om in ’t Familie-Gra[f] bygezet te worden. Men zegt dat de Heeren van Sommelsdyk, Boetſelaar van Kyfhoek en Bentink ook na Nymegen zyn geweeſt.
Er zyn Lieden die meenen dat er goede hoope is dat eerlang het diſſentieerde vereffend en de ruſt en eendragt herſte[l]d zal worden. Wenſchlyk was het dat zulks ten beſte des Vaderlands bewaarheid wierd.


In den Jaare 1784, is te Amſterdam verkogt een nieuwe Kaart van de uitgeveende Landen, geleegen in Rhynland, Amſtelland en Utrecht, gedrukt by Ottens, en tot nog toe niet ontdekt zynde wie van dezelve Eigenaar is, zo word verzogt aan den Bezitter van dezelve, daar van kennis te geeven aan ’s Lands Drukker Scheltus in ’s Gravenhage, alzo hy eenige Exemplaaren daar van benodigd heeft.

NB. NB. Ofſchoon de zo onzinnige, als hatelyke en laſterlyke inhoud van twee naamlooze Brieven, geſchreeven te Amſterdam, de eene den 26 Maart 1787, ondertekend uit naam der braave Amſterdamſche Burgery en Volks-Vrienden; en de andere den 29 daar aan volgende, ondertekend Vaderlander, beiden geadreſſeerd aan Heeren Burgemeeſteren en Raaden in de Vroedſchap te Gorinchem; --- wel niet verdiend, om als een object van ſerieuſe deliberatie, by Hun Ed. Gr. Achtb. beſchouwd te worden, veel min nog, dat men zich met den veragtelyken Schryver zoude willen inlaaten; word hy niet te min ten ſterkſte geprovoceert, om het zo genaamde legaale bewys (beruſtende volgens zyn zeggen onder vier lieden) van corruptie door het Engelſch Goud bewerkt, door het beleid en de omkooping van den Engelſchen afgezand Harris, het welk het Syſtema van Gorinchems Regeering zon hebben omgekeerd, ten ſpoedigſte te produceeren en openbaar te maaken, met toezegging van duizend Ducaten tot een præmie, dadelyk te betaalen, zo dra hy daar aan op eene wettige wyze voldoedt, en daar aan niet voldaan werdende, word eene præmie van honderd Ducaten belooft en toegezegt aan den geenen, die den Schryver van de voorn. twee Brieven weet te ontdekken, zodanig dat hy in handen van de Juſtitie geraake, en van het fait overtuigd werde.

Adres ter Secretarye van
GORINCHEM.

De Makelaars Reinier Boevink en Gerhardus Altius, zullen op Dingsdag den 10 April 1787, te Amſterdam, in de witte Zwaan op den Nieuwen Dyk, verkoopen 1000 Rigaſe en 2000 Nerva Balken, 500 Memelſche en Koningsberger Balken, 100 Archangelſe Balken, 100 Dantziger en Stettinſe Balken, 3000 Vuure en Greene Noordſe Balken, 2000 Juffers, Colters en Twaalf-Els, 2000 Nerva Deelen, als ook een party Americaanſe Duygen, ſtaande op de Bikkers Gragt, op de Wal de St. Maarten.

De Makelaars Reinier Boevink en Gerhardus Altius, zullen op Vrydag den 4 mey 1787, te Amſterdam in de witte Zwaan op den Nieuwen Dyk, verkoopen een partytje Ryns en Hamburger STUK-HOUT, beſtaande in Wagenſchotten, Pyphoutten en Vathoutten; leggende als nader by Notitie zal worden aangeweezen.

Carel Roos Carelsz. en Anthony Wilhelm Thöne, Makelaars, zullen op Maandag den 7 Mey 1787, te Amſterdam in ’t Oude Heeren Logement, verkoopen een wel geleegen plaiſante en fraay beplante dubbelde TUYN, genaamd ’s GRAVENHAGE, met deszelfs hegte en proper betimmerde Huyzingen en verdere Opſtal, ſtaande en geleegen op Stads Grond in de nieuwe Plantagie, op de Ooſterhoek van de Rapenburger- en Baan Gragten: breeder by Biljetten, en nader informatie by voorn. Makelaars, by wien de Briefjes ter bezigtiging te bekomen zyn. De Bewyzen van Eigendom en Veil-Conditien zullen vier dagen voor en op den Verkoopdag ten Comptoire van den Notaris Hendrik ten Broeke te zien zyn.

D. van Schorrenberg, S. Gamerbeek, C. Twisk, J. Yver en J. van Schorrenberg, Makelaars, zullen op Maandag den 7 Mey 1787, te Amſterdam in ’t Oudezyds Heeren Logement, verkoopen een extra plaiſante dubbelde TUYN, genaamd GROENLAND, met deszelfs Huyzinge, Tuynhuis, Prieelen enz., als ook een zeer aangenaam Boſch in de Over-Tuyn, te zamen in een Koop, ſtaande en geleegen by en over malkander op het Ruſtenburger Pad ruim halver wegen, tuſſchen den Amſtel en de Wetering: breeder by Biljetten vermeld. De Bewyzen van Eigendom en Veil-Conditien zullen vier dagen voor en op den Verkoopdag ten Comptoire van den Notaris Cornelis Jan van Teylingen en voor een ieder te zien zyn: nader onderrigtinge by de gemelde Makelaars.

Alle de geenen, welke iets te pretendeeren hebben van, of verſchuldigd zyn aan den Boedel van wylen den Heer J. G. D’ARNOUD, in de Colonie de Berbice overleden, gelieven zig te adreſſeeren of hunne Pretenſien op te geeven aan de Gereformeerde Diaconie derzelve Colonie, als Executeuren in den gemelden Boedel.

A. DE VISCH en B. NOSTHEER, Makelaars, zullen op Dingsdag den 10 April 1787, ’s avonds ten 6 uuren, te Amſterdam in de Keizers Kroon in de Kalver Straat, verkoopen een party extraordinaris puyks puyke witte en roode Bergeracq WYNEN, geloſt uit het by Boulogne geſtrande Schip de Zwaluw, Kapt. Age Okkes Oudewagen, van Libourno herwaards gedeſtineerd, en alhier door Kapitein A. A. Struyk, van Boulogne aangebragt; leggende op een Schuit in de Heeren Gragt, tuſſchen de Wolve- en Huide Straaten, voor het Huys van de Heeren Rolland en Comp.

A. de Viſch en B. Noſtheer, Makelaars, zullen op Dingsdag den 10 April 1787, des avonds ten 6 uuren, te Amſterdam in de Keizers Kroon, in de Kalver Straat, verkoopen een party extraordinaris puiks puike witte en roode Bergeracq WYNEN, zynde het reſtant der geheele party; geloſt uit het op de Kuſt van Boulogne geſtrande Schip de Zwaluw, Kapt. A. O. Oudewagen, van Libourne herwaards gedeſtineerd, en alhier door Kapt. A. A. Struyk van Boulogne aangebragt; leggende op Schuiten, in de Keizers Gragt, tuſſchen de Leydſe en Spiegel Straat, voor het Huis van den Heer Pieter van de Sprang.

C. Ploos van Amſtel J. C., J. van Bergen, G. Veſtenburg, J. Vis en R. Boevink, Makelaars, zullen op Maandag den 16 April 1787, des namiddags ten 5 uuren, te Amſterdam in het Nieuwezyds Heeren Logement, verkoopen een party nieuw TOUWWERK, zynde het reſtant van de party, welke den 29 Maart laatſtleden door de bovengemelde Makelaars publiek is geveild: alles breeder by de Biljetten en Notitie, welke laatſt in tyds by de bovengemelde Makelaars zullen te bekomen zyn: iemant het een of ander uit de hand w[i]llende Koopen, adreſſeere zig by voornoemde Makelaars, of by den Heer EVERT DE GOEDE aan de Moolen de Walrot, buiten de Zaag-Moolens-Poort.