Naar inhoud springen

Pagina:Leydse Courant 1827 no 013.pdf/4

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen


Het eerste hoofdstuk handelt van het oogmerk der Wijsbegeerte en van haar onderwerp, van de oorzaken die het verschil van Wijsgeerige stelsels te weeg gebragt hebben, van de onderscheiden’ deelen der Wijsbegeerte en derzelver betrekkingen onderling, eindelijk van de vermogens en begaafdheden welke de Wijsbegeerte in hare beoefenaar onderstelt, en van hare nuttigheid. Het tweede hoofdstuk is toegewijd aan de bovennatuurkunde, het derde aan de praktische Wijsbegeerte; het vierde ontvouwt de betrekkingen der Psychologie, de Logika en der Aesthetika, tevens met de praktische bovennatuurkunde en Wijsbegeerte in het algemeen; het vijfde eindelijk, handelt over de geschiedenis der Wijsbegeerte.
De Auteur laat zich over het doel hetwelk hij tracht te bereiken in dezer voege hooren.
„Er zijn twee soorten van Encyclopedische tafelen. Sommigen der geleerden die zich met dezen arbeid onledig gehouden hebben, bepalen zich bij eene dorre optelling der voornaamste waarheden, zoodanig als dezelve onderwezen werden in den oogenblik toen zij begonnen te schrijven, en hebben geen ander oogmerk gehad, dan om eene voorbereiding te maken tot de oefening der wetenschappen voor degenen die zich daarop toeleggen, door hun bij voorraad eene beknopte algemeene kennis bij te brengen van die zaken welke hen naderhand meer in de bijzonderheden zouden onderwezen worden. Maar andere Wijsgeerige Schrijvers hebben zich een veel gewigtiger doel voor oogen gesteld, wanneer zij, door het allesomvattend Encyclopédisch overzigt eener wetenschap, zich toeleggen om het onderwerp en den omvang derzelve kenbaar te maken, om het getal en de verscheidenheid der deelen aan te wijzen, de leerwijze die men volgen moet, en de hulpmiddelen welke zij uit andere takken van menschelijke kennis kan ontleenen, te doen kennen. Eene Encyclopedie van deze soort is als het ware de schets en de wortel der Wetenschap, en dient niet alleen tot teregtwijzer om tot in het binnenste deelen der wetenschap door te dringen, maar ook als hoogste regelmaat of rigtsnoer om de juistheid, volledigheid en gaafheid en de voortgaande ontwikkeling der kundigheden te beoordeelen.”
Deze is ook de gang dien de Heer Schultze gehouden heeft. Wel verre van een drooge nomenclator te zijn van de verschillende deelen der Wijsbegeerte, bevat zijn werk eene wijze en vernuftige kritiek van de stelsels die elkander afgewisseld hebben, of die het een tegen het ander ter baan gebragt zijn. Hij vergenoegt zich niet met op te geven wat men gedaan heeft, maar hij zegt ook wat men had behooren te doen, en wat er nu te doen staat of te doen overig blijft. Ook is dit boek meer geschikt voor Hoogleeraren en menschen die hunne Studien volbragt hebben, dan voor jonge beginners.

(Het vervolg in onze volgende Mengelingen.)

ZEE-TIJDING.

Sedert onze laatste is in Tessel binnengekomen K. W. Stuit, van Guernsey.
Arrivementen: Te Smirna Kapt. J. H. Backer, van Amsterdam, laatst van Port Mahon, onder geleide van Zijner Majs. Corvet Proserpina; te Gibraltar P. Bakker, Briseïs, van Amsterdam, laatst van Ramsgate, dezelve zou den 6den dito de reis naar Smirna voortzetten.

BERIGT.

Met goedkeuring en onder bijzonder toezigt der Plaatselijke School-commissie.

Het gunstig oordeel over het onderwijs op de Stadsscholen voor Armen en Minvermogenden beweegt de ondergeteekenden Hoofdonderwijzers bij gemelde scholen, tot eene gezamenlijke poging ter vervulling der behoefte van de Kinderen van Meervermogenden aan grondig onderrigt in de Zangkunst. Tot dit einde bieden zij zich aan, om, in het uitmuntend locaal der Stadsschool op de Haarlemmerstraat, iederen Woensdag, des avonds van half acht tot negen ure, eene Zangles te geven aan al zulke Kinderen van beiderlei kunne, die eenige vaardigheid in het lezen verkregen hebben, en hun zullen worden toevertrouwd, beneden de zestien jaren. De woorden der gezangen zullen eene zedelijke strekking hebben, en voor alle Christenen geschikt zijn. Aan de geheele Inrigting zal men trachten den besten vorm eener goede School te geven. — Den eersten Woensdag van Maart aanstaande, zal deze Zangles aanvangen. Degenen, die van dezelve voor hunne Kinderen gebruik zouden willen maken, worden verzocht zich persoonlijk of schriftelijk aan te melden ten huize van den tweeden ondergeteekende, op Woensdag den 14 Februarij, des avonds te zeven ure, en vervolgens te allen tijde bij al de ondergeteekenden. De betaling voor dit onderwijs wordt verlangd bij het vierendeeljaars, telkens met twee gulden.
Leyden den 24 Januarij 1827.

A. van Leeuwen, Nieuwe-Rijn, bij de Heeregracht, Wijk VII No. 98.
D. van der Veen, Haarlemmerstraat, tusschen de Vrouwesteeg en Hartebrug, Wijk VI No. 300.
E. de Groot, Bloemmarkt, Wijk IV No. 163.

135ste KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE LOTERIJ.

Zesde klasse.

9de Lijst, Geene.
10de No. 20325, een prijs van ƒ 40,000, en 5855, ƒ 1000.
11de Geene
12de No. 14728, ƒ 1000, en 3131, eene premie van ƒ 2,500.

LEYDSCHE SCHOUWBURG.

Onder directie van J. H. HOEDT en W. A. BINGLEY.

Heden, Maandag den 29 Jauuarij,

DE SPELER, of REVENGE PRAAG, Toonelspel, naar het Hoogduitsch van Iffland. Na hetzelve: DE GEWAANDE PELGRIM, of DE MISLUKTE ONTVOERING, oorspronkelijk Blijspel; nooit op eenig Tooneel vertoond.

THEATRE de LEIDE.

Sous la direction de A. COLLEUILLE.

Mercredi 31 Janvier 1827,

LES VOITURES VERSÉES, Opéra, en deux Actes, parôles de E. Dupaty, Musique de Boyeldieu, Suivi du MARIAGE DE RAISON, Vaudeville, nouveau en deux Actes.

⁂ Gisteren avond, ten half twaalf ure, overleed tot groote droefheid van mij en mijne Kinderen, mijn geliefde Echtgenoot, de Heer ADRIANUS van BYNKERSHOEK van HOOGSTRATEN, Oud-Commissaris dezer Stad, in den ouderdom van bijna 53 jaren.
AMSTERDAM den 22 Januarij 1827.

J. C. BERCK,
Wed. van Bynkershoek van Hoogstraten.

⁂ Heden morgen ten tien ure, overleed tot onze bittere droefheid, aan een langdurige ziekte, het jongste onzer drie Lievelingen, CAREL GERARD, in den nog jeugdigen leeftijd van ruim dertien maanden.

LEYDEN
25 Januarij 1827.
Mr. J. B. van der UPWICH.
CLAZIENA van der UPWICH,
geb. Jorisse.

ZUIVERING van HYPOTHEKEN.

Bij behoorlijke exploiten, teb verzoeke van den Heer GERARDUS HUBERTUS YSSELSTEYN, Koopman, wonende te Leyden, geinsinueerd aan den Wel-Edel Gestrengen Heere Officier bij de Regtbank van Eersten Aanleg, zitting houdende te Leyden, aan den Heer Officier bij derzelve Regtbank, zitting hebbende te Amsterdam, aan Vrouwe CONSTANTIA GESINA RAHDER, Echtgenote van den Heere Johan Jakob Meder, wonende te Amsterdam, en aan der Heer JAN van EYK van VOORTHUYSEN, mede te Amsterdam woonachtig, toeziende Voogd over de minderjarige Voorkinderen van gemelde Heere Johan Jakob Meder en wijle deszelfs eerste Echtgenote, Vrouwe CHRISTINA ROSINA REINOëHL, is kenbaar gemaakt, dat door den ondergeteekenden Procureur, wonende te Leyden op de Hooglandsche Kerkgragt, Wijk 7 No. 968, ter Griffie van opgenoemde Regtbank te Leyden, is gedeponeerd Copie collationnée van het behoorlijk geregistreerd proces verbaal van publieke Veiling, Koop en Verkoop, gepasseerd voor den Notaris NICOLAAS SAMSOM, te Koudekerk, District Leyden, en getuigen, in dato vier en twintig November en één December achttien honderd zes en twintig, en ten Kantore van den Bewaarder der Hypotheken overgeschreven den zeven en twintigsten December des genoemden jaars, tusschen den Heer Johan Jakob Meder, Koopman, wonende te Amsterdam, Weduwenaar en in gemeenschap van goederen gehuwd geweest met Vrouwe Christina Rosina Reinoëhl, zóó voor zich zelve, in qualiteit van Erfgenaam van wijle zijne gemelde Huisvrouw, als in qualiteit van gemachtigde van zijne meerderjarige Kinderen en mede-Erfgenamen van wijle hunne evengeroemde Moeder, wijders als Vader en Voogd over zijne nog minderjarigen Zoon, nevens bovengenoemde meerderjarigen, in huwelijk verwekt by wijle zijne gemelde Huisvrouw, en alzoo mede-Erfgenaam van dezelve, en eindelijk als gemachtigde van den toezienden Voogd over bovengenoemden minderjarigen, als Verkooper, en den Heer JOHANNES EVERARDUS WEENINGH, Koopman, wonende te Leyden, voor en ten behoeven van opgenoemde Heer Gerardus Hubertus Ysselsteyn, als Kooper, (welke laatgegenoemde onmiddelijk bij dezelve acte heeft verklaard dezelve Koop te accepteeren) behelzende den overgang van eigendom: 1o. Van de BUITEN-PLAATS, genaamd RIJN-LUST, groot drie bunders, acht en dertig roeden, negen en veertig ellen, zes en zeventig palmen, en zes en dertig duimen, met de HEEREN- en BOUWMANS-WONING, en verdere getimmerte, staande en gelegen in de Hondsdijkschen Polder te Koudekerk, belend ten Oosten de Erven wijlen den Heer Daniel Michiel Gysbert Heldewier, en ten Westen Kors van der Geest; voorts drie Kampen WEILAND, gelegen aan en achter gemelde Plaats, te zamen groot zeven en negentig roeden, twee en twintig ellen, vier palmen, en vijf en negentig duimen, belend ten Oosten de Erven van wijlen gezegde Heer Heldewier, voor de som van Tien duizend zes honderd Guldens. En 2o. Drie Stukken WEILAND, gelegen naast en achter de voormelde Buitenplaats, te zamen groot vier bunders, negen en veertig roeden, zes en zeventig ellen, negen en tachtig palmen, en zes en zeventig duimen, belend ten Westen Kors van der Geest, voor de som van Vier duizend één honderd vier Guldens, en zulks op zoodanige verdere en andere Conditien, als in dezelve acte van Veiling, Koop en Verkoop breeder zijn omschreven.
Het deponeeren van gemeld Copie collationnée is geschied, ten eind te geraken tot zuivering van het gezegde onroerend goed van de legale Hypotheken, waarmede hetzelve mogt zijn bezwaard, en opdat de belanghebbende zich gedragen ingevolge de voorschriften der wet.

A. A. DILLIÉ, Procureur.


De ondergeteekende, IZAAK ELVENSTEIN, bezittende eene Acte van den tweeden rang, en door de Plaatselijke School-commissie, dezer Stad, toegelaten als HUIS-ONDERWIJZER in de Hebreeuwsche Taal, heeft de eer zich, mits deze, in de gunst aan te bevelen van zijne geëerde Stadgenooten of van diegene, welke in genoemde Taal wenschen te worden onderwezen.
IZAAK ELVENSTEIN, Hogewoerd, Wijk 3 No. 330, te Leyden.


Bij THEODs. OBELT, op de Hogewoerd, hoek van het Gangetje te Leyden, zijn te bekomen alle soorten van SCHAATSEN, van de beste kwaliteiten, waaronder uitmunten echte Vriessche; benevens Heelhoute-schaatsen, in deugd en fatsoen stiptelijk gemaakt naar de oud beroemde Schaatsen van P. Schenck.


Tegen Mei aanstaande, wordt te HUUR gevraagd, een HUIS, voorzien van vier of vijf Kamers. Adres, onder letter A, bij de Wed. D. du SAAR, Boekhandelaarster op het Rapenburg, over de Vliet, te Leyden.

⁂ De Boekhandelaar C. C. van der HOEK te Leyden, begint op Heden, Maandag den 29 Januarij, en volgende dagen, ten zijnen huize, op regterlijke authorisatie, te verkoopen: Een gedeelte der door wijlen den Heer Hoofd-Ingenieur van den Waterstaat C. BRUNNINGS jr. nagelatene BOEKEN, in onderscheiden Talen en vakken van Wetenschappen; alsmede eenige KAARTEN, MUZIEKWERKEN en INSTRUMENTEN, RARITEITEN enz.; waarvan de Catalogus bij de meeste Boekhandelaars verkrijgbaar is gesteld.

⁂ Op Zaturdag den 3 Februarij 1827, des avonds ten 5 ure, zal in het Heeren Logement aan den Burch binnen Leyden, ingevolge bekomen Regterlijke Authorisatie, publiek geveild en verkogt worden, een hecht, sterk en wel betimmerd HUIS en ERVE, zijnde bevorens geweest twee Huizen en Erven, staande en gelegen aan de Oostzijde van de Doelengracht binnen Leyden, Wijk I No. 261 en 260.
Nadere informatie te bekomen ten Kanore van den Notaris T. van BERGEN, te Leyden voornoemd. Zijnde hetzelve Huis en Erve daags vóór de veiling, des voormiddags van 10 tot 12 ure, en des namiddags van 2 tot 4 ure, voor een ieder te zien.

⁂ Op Zaturdag den 3 Februarij 1827, des avonds ten vijf ure, zal men in het Heeren Logement aan den Burg binnen Leyden, ingevolge bekomen regterlijke authorisatie, publiek veilen en verkoopen: Twee hechte, sterke en wel betimmerde HUIZEN en ERVEN, staande en gelegen binnen Leyden, als het eene op de Oranjegracht, Wijk 8 No. 647; en het andere in de Langestraat, Wijk 8. No. 733; mitsgaders een SPEELTUIN, gelegen buiten de Heeren- en Zijlpoorten der Stad Leyden, onder den Ambachte van Leyderdorp in de Gasthuislaan, get. met No. 50: breeder bij billetten omschreven, en nadere informatie te bekomen ten Kantore van den Notaris A. ZUURDEEG, te Leyden voornt.

⁂ H. W. HAZENBERG, Boekhandelaar, Wijk IV No. 665, te Leyden, heeft uitgegeven en alom verzonden:

  1. KRUIDKUNDIG KUNST-WOORDENBOEK, bevattende meest allen thans in gebruik zijnde Botanische Kunsttermen uit verscheide Schrijvers bijeen verzameld, met verklaringen opgehelderd en in een Alphabetische orde te zamen gesteld door H. SCHUURMANS STEKHOVEN, Hortulaurus van ’s Rijks Akademietuin te Leyden.
  2. MARCUS AURELIUS, (leven en daden van Keizer Markus Aurelius) naar de Hoogduitsche Uitgave van Karel August Buchholz, door J. G. BLAAUW, met eene Voorrede van J. ROEMER.
  3. REDEVOERINGEN ter voorbereiding tot het Heilig Avondmaal, naar het Hoogd. van H. F. W. SCHUBERT.

Te Leyden bij de Wed. ANTHONY de KLOPPER en ZOON, op de Breedestraat.