)( و
Leeſt deBlyde-Inkomſt , leeſt den Vrede van Fexhs, die plegtige beſpreéken , in welke onze regten en de pligten van onzeVorſten hadden vaſt-geſteld geweeſt , en ziethoe zy hunne pligtenkwyten, hoe zy onze regten eerbiedigen. Zy hebben onder eed , in het aenzien des Hemels, en in de tegenwoordigheyd van al het Volk, de verbintenis aengegaen van te onderhouden en voor-te-ſtaen de Costumen , de Gebruyken , de Herbrengen , de Vryheden der inwoonderen van het Land , van hun te beſchermen tegen alle aenſlaegen , van te zorgen dat een ider gehandeld worde volgensregt en vonnis , &c.
En nogtans onze Costumen , 'tis te zeggen, de burgerlyke Wetten , die onze bezondere belangens beſchikken , hebben gedueriglyk verminkt , veranderd , te-niet-gedaen , en door andere erplaets geweeſt, na de grilligheyd der Vorſten , zonder de Natie te raede-te-gaen , zonder agt-re-neémen op haere regtveêrdigſte beroepingen: zoodaenig dat den Vorſt zig allengskens de Wet-geevende magt uytſluytelyk heeft toegeſchreéven. ' Er is geen ander bewys van noodig als dien hoop van Edicten , Ordonnantien , Placcaerten , verſchillende van regeering totregeé ring , dikwils tegenſtrydig de eene aen de andere , altyd voortskomende uyt het gezag van den Vorſt alleen , en metdie ſpreékwyzen van het dwang-bestier : want het ons aldus bekaegt; wantdusdanig ons welbehaegen is. En nogtans onze Gebruyken en Herbrengen , 't is te zeggen, de Staets-ſtellige gedaentens , die het getal en den keus der openbaere Bedienders , de VertegenwoordigingederNatie , de pligtender Rechters , devoorregten ende bedieningen
vandenVorſt , en eyndeling onze Staets-eygeneregtenbeſchikten ; die Gebruyken wierden ontkend, die Herbrengen hebben ons afgenomen geweeſt. De natio-
neéle Vertegenwoordiging is ongevoelyk verſlegt , zy is hedendaegs van geender weêrde ; de voorregten vanden Vorſtzyn in tegendeel aengegroeyd, zyne magt is hedendaegs onbepaeld;denkeusderRechters ,der Wethoudders , zelfs dienvan onze zoo-genaemde Vertegenwoordigers is aen het Volk ontſchaekt, den Vorſt heeft'er zig van meeſter gemaekt , hy heeft alle openbaere bedieningen na zynen wil vergéeven; en onze Rechters , onze Wet-mannen , onze Vertegenwoordigers benoemd door hetHof, af hangende van het Hof, knegts zynde van het Hof, handelen koopmans-wyze met het Hofover onze regten , over onze handveſten ,
over de eer , over de bezittingen , overhet leven der burgeren. En nogtans onze Vryheden , 't is te zeggen , het regtvan in alles behandeld to worden door Wet envonnis; 'tisnog te zeggen , de vryheyd , de veyligheyd van
onze perſoonen , de vryheyd , de veyligheyd van onze wooningen, de vryheyd van onzen handel , van onze ſchriften , de vryheyd van onze redenkaevelingen ,
alles, totonzezoetſte behertingen toe ,word gedueriglyk vergiftigd door de beu-
Eene zelagtigſte , haeirklievendſte , en dikwils de kwellendſte onderzoekingen. C
1