Pagina:Mark Twain, De Lotgevallen van Tom Sawyer (1920).pdf/31

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

haar bril op de verwoesting neerzag. ‘Ha!’ dacht hij, ‘nu komt het,’ maar, jawel, het volgende oogenblik lag hij zelf op den grond te spartelen.

De machtige arm werd opgeheven om weder te slaan, toen Tom uitriep:

‘Houd op! Waarom moet ik geslagen worden? Sid heeft het gedaan.’

Sprakeloos van ontzetting liet tante Polly den arm neervallen, en Tom keek haar aan om een woord van mededoogen op te vangen.

Helaas! zoodra zij weder tot adem kwam, zeide zij:

‘Nu, je hebt toch niet onverdiend slaag gehad; al braakt ge den pot niet, dan heb je toch zeker ander kattekwaad uitgevoerd, terwijl ik in de keuken was.’

Doch nauwelijks had zij dit gezegd, of daar begon haar geweten te spreken en zij brandde van verlangen om Tom een vriendelijk woordje toe te voegen. Maar, neen, dat kon als een bekentenis van schuld beschouwd worden, en zoo iets zou met alle beginselen van orde en tucht in strijd geweest zijn. Daarom hield zij zich stil en ging met een onrustig hart aan het werk. Tom zette zich in een hoek van de kamer en vermeide zich in zijne droefheid. Hij wist, dat tante in haar hart wel voor hem op de knieën zou willen vallen en voelde zich, al snikkende, eigenlijk door die overtuiging gestreeld. Toch wilde hij geene signalen geven, noch evenmin op die van tante acht slaan.

Hij wist, dat er nu en dan, door een nevel van tranen, smeekende blikken op hem geworpen werden, maar hij hield zich alsof hij dat niet bemerkte. In zijne verbeelding zag hij zich als doodziek te bed liggen en tante over hem heengebogen, om een woord van vergiffenis smeekende; maar hij lag daar, met het hoofd naar den muur gekeerd