Pagina:Multatuli - Ideeën I.djvu/19

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
9
IDEËN VAN MULTATULI.

17. Ik weet zeer weinig. En 't smart me zóó, dat ik waarlijk geloof aanspraak te hebben op meer. En daarom wou ik zoo graag onsterfelijk wezen.

― Juist, zeggen zij die onsterfelijkgeleerdheid maakten tot een beroep, juist dat verlangen is een bewijs voor uwe onsterfelijkheid...

― Ei, ik heb vurig verlangd naar véél zaken die toch...

― Misschien waren ze niet goed voor u...

― Dat is zoo. Als ik nu maar zeker was dat de onsterfelijkheid goed voor me wezen zou.


18. Eens vooral, het woordjen is gebruik ik tot verkorting van: "zou misschien, als ik me niet bedrieg, en u waarschuwende tegen m'n neiging tot scheefzien, kunnen wezen."

't Is mijn pligt u dit te zeggen.

Maar uw pligt is te zorgen dat ge uw eigen neiging tot scheefzien niet vergeet.


19. Wanneer ik heden iets beweer dat me morgen anders toeschijnt, zal ik u dat zeggen vóór overmorgen. Ja, ik zal eene teekening die me onjuist voorkomt, uitwisschen met meer spoed dan ik maakte in 't teekenen.


20. Het kost me niet de minste moeite eene dwaling te erkennen. Ja zelfs, vaak doe ik 't gaarne. Maar dat is waarachtig hoogmoed.


21. Wie veel gedwaald heeft, kan 't best den weg weten. Ik zeg niet dat veel dwalen noodig is om den weg te weten. Noch dat ieder die veel gedwaald heeft, den weg weet.


22. ― Ge spreekt veel over uzelf, zeggen velen over