Pagina:Multatuli - Ideeën I.djvu/22

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

12
IDEËN VAN MULTATULI.


Grooten, te meenen dat hij de landstreek strafte, die hij een wijsgeer gaf tot bestuurder.

Hij,

„Qui tout roi qu'il était, fut un penseur profond,"

was hierin niet zeer "profond." Hij nam, verfranst als hij was, het woord philosophe in den zin zooals de Franschen dat gebruiken.

Ik zeg: gelukkig 't land waar de bestuurders wijsgeeren zijn. Maar dan spreek ik hollandsch, weet nagenoeg wat ik meen, en zeg nagenoeg wat ik weet. Dat doen de Franschen soms niet, en wie de Franschen napraten, zelden.





34. Mijn Ideën zijn de "Times" van mijn ziel.





35. Hebt ge 't idee wel gelezen, niet dat ik neérschreef op anne. . . Mast dat ik niet schreef op ’t wit tussen enne ... en enne plus één?





36. De Duitschers verwaarlozen de regels op den hia~ tus. En dat doe ik ook, als ’t me zoo in 't hoofd komt. Ik beken dat onze eischen op dat punt gegrond zjn. Maar ’t is bégueule teveel gewigt te hechten aan die eischen. Men moet - en kan - zoo iets goedmaken bij ’t lezen. Ik neem aan 85 redelljk goed te lezen, hoewel ’t niet goed geschreven is, en wel om aanleiding te hebben u te zeg- gen dat ik me niet ophoud met schoolmeesterij.

Wat drommel, zet er een ephelkustische n tussen, of liever een t (zooals de franschen in va-t-en) omdat 85 reeds te veel ent, of een s . . . ’t doet er niet toe.

De matrozen weten ’t wel. Zij' zeggen » den ouwo" (juister en griekscher: de-n-ouwe) als ze spreken van of tot den meest nominatieven scheepskapitein. Daarbij is