Naar inhoud springen

Pagina:Nansen's Poolreis.djvu/23

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

21

rept landijs uitgestrekt. We waren gedwongen te wachten en werden bedreigd met een overwintering op een plek waar Nordenskjöld reeds half Augustus van het jaar 1878 overal ijsvrij water had gevonden.

Maar de storm brak gelukkig het ijs op, en den 6den September konden we onze vaart vervolgen. Tot onze verwondering zagen we echter land vooruit, toen we volgens de kaart slechts halverwege de golf van Taimyr waren. Deze baai is veel nauwer dan men uit de gewone kaarten zou opmaken en heeft een geheel ander voorkomen. In Noordelijke richting hielden we op Kaap Tsjeljoeskin aan, maar werden op 7 September door zware ijsbanken aan de landzijde tegengehouden.

Den volgenden dag maakte ik een tocht op het schiereiland Tsjeljoeskin. Het bevatte uitgestrekte kleibeddingen, begroeid met groote erratische granietblokken, porphier en verschillende andere rotsachtige gesteenten. Ook ontdekte ik hier de opening van een uitgestrekten zeeboezem, die ver in het land doordrong.


We loopen de trekhonden mis.

Den 9den September konden we onze vaart Noordwaarts weer voortzetten en ontdekten voortdurend nieuwe eilandjes in de zee bewesten Kaap Tsjeljoeskin, dien we op den 10den