30
laag van warmer en zouter water, waarschijnlijk afkomstig van den Golfstroom en waarvan de temperatuur zelfs één graad boven het vriespunt bedroeg. Daar beneden was het water weliswaar weer wat kouder, maar toch nog belangrijk warmer dan men algemeen had ondersteld.
De richting waarin wij dreven.
Elk oogenblik veranderde de richting waarin wij dreven en onze koers was dus lang geen rechte lijn. Somtijds schoven we vooruit, maar een ander maal gingen we weer terug. Wanneer ik onze vaart eens zuiver op een kaart afteekende zou het een kluwen van knoopen en slingers worden, dat men moeilijk zou kunnen ontwarren. Het hierbijgaande kaartje, waarop onze voornaamste koersrichtingen zijn aangeteekend, geeft echter in hoofdzaak een goed denkbeeld van de richting. Zooals ik verwacht had, dreven we gedurende den winter en de lente meest noordwestelijk, terwijl we des zomers door noordenwinden werden tegengehouden.
Een record.
Op deze manier hadden we den 18den Juni 81° 52' N.B. bereikt, maar de noordwestenwinden kregen de overhand en drongen ons weer zuidwaarts. Den geheelen zomer dreven we aldus op zuidelijker breedte rond. Niet voor 21 October bereikten we den 82sten breedtegraad, bij 114° 9' O.L. Op