reeds gepolst te hebben, en meende dat deze zich wel bereid zou verklaren die taak op zich te nemen.
Nadat met algemeene stemmen was uitgemaakt dat de omstandigheden eischten dat in deze zaak een nieuw besluit moest genomen worden, trachtte de Heer Schipper aan de beide meeningen die onder de leden heerschten uitdrukking te geven in net volgende voorstel:
"Het werkje van Mej. Destree worde vanwege de Vereeniging uitgegeven geheel zooals op de Vergaderingen te Zutphen en Leiden in 1897 en 1898 gehouden, besloten is, doch met dien verstande dat het Bestuurder Vereeniging eerst een of meer Correctoren vinde aan wie de taak die Prof. Oudemans op zich had genomen worde overgedragen."
In stemming gebracht werd dit voorstel met 5 stemmen (een bianco) aangenomen.
Kwam aan de orde de benoeming van een Commissie van drie leden, ter beoordeeling van de prijs-herbaria die zullen inkomen naar aanleiding van de voor het jaar 1899 voor de provincie Noord-Holland uitgeschreven prijsvraag.
Met het oog op het geringe aantal ter Vergadering aanwezige leden, waarvan bovendien de Heer Schipper, wegens drukke bezigheden, zich niet wenschte beschikbaar te stellen, werd alleen de Heer H.J. Kok Ankersmit benoemd die deze benoeming aannam en besloten de volgende leden, in de hier aangegeven volgorde te verzoeken als lid der beoordelings-commissie op te treden: de Heeren D. Lako, Dr. L. Posthumus, Mej. A. Ogterop en de Heeren Dr. J, Valckenier Suringar en A.J.M. Garjeanne(*).
De heer Heukels stelde voor om de mededinging in de
(*) De Heeren D. Lako en Dr. L. Posthumus hebben kennis gegeven hunne benoeming tot lid der beoordelings-commissie aan te nemen.