Pagina:Nederlandsche Staatscourant 1825 no 035.pdf/4

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

verzocht, aan geene bijzondere en op welke wijze ook bedelende, eenige aalmoezen te geven, neen, maar liever deze hunne blijken van mededeelzaamheid te stellen in handen van de commissie.
 Amsterdam, den 7den februarij 1825.

Burgemeester en Wethouderen voornoemd,
D. W. Elias.
Ter ordonnantie van dezelven,
W. J. Backer.
 

 De Commissie tot Ondersteuning der Ongelukkigen bij den Watersnood in Noord-Holland, gaarne, zoo veel mogelijk, in de eerste benoodigdheden willende voorzien, noodigt de heeren Schouten in Noord-Holland, der plaatsen, die door het water geleden hebben, uit, om, bijaldien er bij hun dringende behoefte bestaan, haar hiervan eene specifieke en schriftelijke aanvrage te doen toekomen, daar de commissie niet als op legale aanvragen eenige verzendingen kan doen.
 Amsterdam, den 8sten februarij 1825.

De Commissie voornoemd,
J. Carp, President.

Leiden, den 8 Februarij.

 De plegtige viering van het twee honderd en vijftigjarig bestaan onzer alom vermaarde hooge school, werd, dezen ochtend ten 8 ure, met het uitsteken van vlaggen uit alle stads gebouwen, de universiteiten, studenten-societeit en veele particuliere huizen, benevens het spelen der klokken en steken der trompetten van den toren van het raadhuis, aangekondigd. Ten 11 ure vereenigde zich het korps studenten in het gebouw der akademie, en begaven zich, met HH. Curatoren, reetor en senaat, in statigen optogt, naar de St. Pieterskerk, alwaar de aftredende rector magnificus, de hoogleeraar G. Sandifort, eene plegtige redevoering hield, behelzende een overzigt van hetgeen, sedert de stichting der hoogeschool, tot op den dag van heden, is voorgevallen, daarbij gedenkende aan de jongste verliezen, welke de universiteit geleden heeft door het afsterven van den vermaarden hoogleeraar Kemper en den achtenwaardigen Tijdeman. Hierop werden, door den fungerenden secretaris, de oordeelvellingen der onderscheidene faculteiten voorgelezen over de antwoorden, op de in het vorige jaar uitgeschrevene prijsvragen, bij haar ontvangen en door den rector magnificus de toegewezene eereprijzen en loffelijke getuigschriften, met toepasselijke aanspraken aan de overwinnaars uitgereikt.
 De plegtigheid werd geëindigd met een op het jubelfeest toepasselijk latijnsch lofdicht, door den hoogleeraar Hofman Peerelkamp. [De nadere bijzonderheden van dezen heugchelijken dag zullen wij in onze volgende mededeelen]. (Leid. Cour.)

 

’s Gravenhage, den 9 Februarij.

 In onze Stads-Courant leest men het volgende:
 Wij hebben, in onze buitengewone courant van gisteren, bij de mededeeling der tijdingen wegens de overstrooming van Waterland, door eene inbraak der zee bij Durgerdam, tevens berigt, dat, hier ter stede, de heeren mr. Donker Curtius en W. Scheurleer, zich wel hebben willen belasten met het ontvangen en overmaken aan de commissie te Amsterdam, van de giften, welke onze stadgenooten, tot leeniging van den onbeschrijflijk ellendigen toestand van zoo vele ongelukkigen, vooral in den zoo dringenden nood van het oogenblik, zouden willen bijdragen; wij voegden daarbij, dat deze loffelijke bereidwilligheid dier beide heeren reeds aanvankelijk de toejuiching der plaatselijke regering had mogen erlangen, en dat, tot de ontvangst dier giften, dagelijks zal worden gevaceerd ten kantore van de heeren Scheurleer en zonen, des morgens van negen tot een ure. Wij hebben gemeend, dit berigt, tot meerdere bekendwording van hetzelve, bij deze te moeten herhalen, en twijfelen niet of de ingezetenen dezer residentie, zullen van deze hunne aangebodene gelegenheid gretiglijk gebruik maken, om, ook nu wederom, de hoofddeugd der Nederlanders, de deugd van menschlievende mededeelzaamheid aan noodlijdenden, in eene ruime mate uit te oefenen.

 Men verneemt, dat de wed J. Allart, boekhandelaresse in ’s Gravenhage, uit hoofde van den geduchten toestand, waarin ons geheele vaderland gebragt is, door de verschrikkelijke watervloeden en overstroomingen welke, den 3. 4 en 5den dezer maand, in verscheiden oorden van hetzelve, gewoed hebben, te rade is geworden, om van alle deze aandoenelijk gebeurtenissen eene, op alle plaatsen zelve, naauwkeurig opgenomene, wel zamengestelde beschrijving in het licht te geven, waarin vooral die menschenvrienden, welke zich door opofferingen verdienstelijk hebben gemaakt, niet zullen worden vergeten. Vervolgens, dat er niets verzuimd zal worden, wat tot groote belangstelling, zoo voor dit als het volgende geslacht, in dezelve kan dienen, en dat, zoodra doenlijk, een meer ordelijk prospectus van inteekening in het licht zal worden gegeven.

 Dezer dagen is alhier uitgegeven, om, den 28sten maart 1825, door de boekhandelaren de Gebroeders van Cleef en B. Scheurleer, publiek verkocht te worden, de catalogus der kostbare en zeldzaam alzóó voorkomende boeken, nagelaten door wijlen den hoog welgeboren heer Joan Raije van Breukelerwaard, te Amsterdam.
 Indien de verzameling, waarvan de catalogus het publiek wordt aangeboden, niet uitmunt door hoeveelheid of wijden omvang, verdient zij echter niet minder aan de opmerkzaamheid der liefhebbers te worden aanbevolen, niet alleen door eenen zeldzamen rijkdom in die vakken, welke zij boven andere bevat, zoo als de natuurlijke geschiedenis, de schoone kunsten, reisbeschrijvingen en nieuwe letterkunde, maar ook door de keuze der uitgaven en exemplaren, en niet minder door het pracht- en smaakvolle der banden: alle welke eigenschappen haar tot een uitstekenden rang verheffen onder de speciale boekverzamelingen, om ons van eene sedert eenigen tijd, in de bibliographie (boekbeschrijving), aangenomen uitdrukking te bedienen, en die haar, ook nadat zij verspreid zal zijn, evenzeer als de meest uitgebreide, en zoogenaamde algemeene boekverzamelingen, in duurzaam aandenken zullen doen blijven.
 De verzameling, in dezen catalogus omschreven, werd, gedurende eene reeks van jaren, te zamen vereenigd, door eenen liefhebber, welke, door zijne verlichte kunde, fijnen smaak en aanzienlijk vermogen, in staat werd gesteld, om aan zijne lofwaardige neiging te voldoen. Niet voldaan, met zich uitgelezen exemplaren van de beste en meest uitgezochte uitgaven, der uitmuntendste werken aan te schaffen, vond hij er zijn vermaak in, dezelve, door buitengewone bijvoegsels, nog kostbaarder te maken, hetzij door bijvoeging van platen, van elders ontleend, of van teekeningen, opzettelijk daartoe vervaardigd (waaronder sommige naar voorwerpen, in zijn rijk en alom beroemd kabinet van natuurlijke historie aanwezig); terwijl hij dezelve daarenboven met keurige banden, aan derzelver innerlijke waarde geëvenredigd, of door vaderlandsche kunstenaars, of door buitenlandsche boekbinders bewerkt, waaronder verscheiden door den beroemden Bozerian, te Parys, deed bekleeden.
 Onder de groote menigte artikelen van deze soort, is het moeijelijk eene keuze te doen of te noemen de zoodanige, die zich het meest onderscheiden; terwijl men, door slechts eenige aan te halen, welligt aan anderen onregt zoude doen, ten minste naar het oordeel van min kundigen in dit vak; maar wij vleijen ons echter, dat de vorenstaande opmerkingen voldoende zullen zijn, om de wezenlijke verdiensten, zoo wel van de verzameling in haar geheel, als van derzelver uitstekendste voorwerpen, in het licht te stellen.



Hoogte der rivier de Maas, aan de peilschaal te Grave, des morgens ten 8 ure.
datum. de rivier is, aanmerkingen.
Hoog. In 24 uren.
Gewassen. Gevallen.
elle. streep. elle. streep. elle. streep.
Feb. 8. 4 836 0 000 0 052

 De Parysche brieven en dagbladen van den 6 en 7den hebben niets van eenig belang aangebragt.



PUBLIEKE FONDSEN.

Amsterdam, den 8sten Februarij.

Nederland: Werkelijke schuld, 2½ pct. 58 ½ à 59 pct.

Restanten van de uitgestelde dito 1 à 1

Kansbiljetten van dezelve ƒ 55 à 55 ¾

Kansbiljetten na de loting 23 ¼ à 23 ¾

Amortisatie-Syndicaat, 4½ pct. 99 ¼ à 99 ¾ pct.

Domein Losrenten, 2½ pct. 87 à 87½

Loten van dito, het stel ƒ 88 ½ à 89 ½

Handel-Maatschappij. 4½ pct. 101 ½ à 102 pct.
Frankrijk: Tiers consolidés. 5 pct. 104 ¼ à 104 ¾
Rusland: Oblig. bij Hope en comp. 5 pct. 1O2 ½ à 103

Inschrijvingen Grootboek, 5 pct. 52 ¾ à 53 ¼

Inschrijving, in zilver. 6 pct. 53 ½ à 53 ¾

Certif. administr. Hamb. 5 pct. 81 ¾ à 82 ¼

Oblig. neg. te Lond. v. 1822 5 pct. 87 à 87 ¼
Pruissen: Oblig. neg. Londen 5 pct. 107 ¾ à 108

Dito in Lond., v. 1822 107 ½ à 108
Spanje: Oblig. bij Hope en comp., 5½ pct. 47 ¼ à 47 ¾

Nieuwsgeldleening van 1822, 5 pct. 20 ¼ à 20 ¾
Oostenrijk: Obl. bij Goll en comp., 5 pct. 89 ¼ à 89 ¾

Dito, bij dito, 4 pct. 75 à 75 ¼

Certificaten bij dito, 2½ pct. 54 à 54 ½

Dito negot. metallieken, 5 pct. 92 à 92 ½

Dito negot. metallieken, 2½ pct. 49 ½ à 50

Geldleening te Londen van 1823, 5 pct. 91 ¾ à 92

Nationale Bank-Aktien ƒ 1428 à 1432

Aandeelen bij Rotschild, ƒ 100: 184 à 186 pct.

Dito dito ƒ 250:-, 4 pct. 394 à 396
Italie: Monte di Milano, bij Saportas, c. s., 5 pct. 83 ½ à 84
Napels, Cert. bij Lamaison en Bouwer c. s., 5 pct. 83 ½ à 84

Dito administratie Napels 83 ¾ à 84 ½

Negotiatie te Londen 91 ¾ à 92 ¼
Groot-Britannie: 3 pcts. gecons. annuit 95 à 95
rescontre 1 februarij. Wissel voor de maand 39 ß 8 &.

ADVERTENTIEN.

GENERALE DIRECTIE DER ONTVANGSTEN.

131ste KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE LOTERIJ.

Zesde Klasse.

 Prijzen en premien van duizend gnldens en daar boven, getrokken op den 9den februarij 1825.

Voormiddag.

 65ste Lijst, No. 13830, een prijs van ƒ 1000.

Namiddag.

 66ste Lijst, No. 12545, een prijs van ƒ 1000.

De Directeur ad interim der Koninklijke Nederlandsche Loterij,
J. F. de Meijër. 

DEPARTEMENT VOOR DE BINNENLANDSCHE ZAKEN, ONDERWIJS EN WATERSTAAT.

 ⁂ De Inspecteur-Generaal, Administrateur van den Waterstaat, verwittigd de gegadigden, dat de aanbesteding van het onderhoud van den weg der 1ste klasse no. 2, in de provincie Luik, voóï een tijdvak van zes jaren, aanvang nemende met 1o. mei aanstaande, wegens den te hoogen aannemingsprijs, niet hebbende kunnen worden goedgekeurd, hetzelve werk mitsdien, op nieuw zal worden aanbesteed by inschrijving en opbod, op maandag den 21sten februarij aanstaande, des morgens ten 11 ure, aan het hotel van het Gouvernement te Luik.

De Inspecteur-Generaal, administrateur van den Waterstaat,
Goudriaan. 
(Zie verder het Bijvoegsel.)