Beroemde Haarlemmers
Onder de vele Haarlemsche schilders, die, wij mogen zeggen, een wereldreputatie verwierven, is ook de bekende Salomon de Bray. Hij werd te 1597 in deze stad geboren, werd tachtig jaar oud, verkeerde in de aanzienlijkste en in de intellectueele Amsterdamsche kringen en muntte vooral als portretschilder uit. Hij was een welgesteld man en, zooals vele schilders uit die dagen, een braaf katholiek. Onder de bekendste en beroemdste leerlingen, uit de school van Rubens voortgekomen, moet nog de Haarlemmer Piet Soutman gerekend worden.
Ja, ook Jacob van Campen of van Kampen, heer van Randenbroek, naar wiens inzichten het Raadhuis van Amsterdam, het tegenwoordige Koninklijk Paleis op den Dam, werd gebouwd, was een geboren Haarlemmer. Hij behoort onder de rubriek Haarlemsche schilders thuis, omdat hij een even knap penseelvoerder als bouwkundige is geweest. Hij werd hier geboren, reisde in zijn jeugd door Italië om zich van de meesterwerken van dat land op de hoogte te stellen en schilderde, na zij terugkomst in het vaderland, vooral onderwerpen, waarop levensgroote menschenfiguren voorkwamen. Ook teekenen deed hij goed en bevallig, maar vooral muntte hij als architect uit. Van hem zijn o.m. het Huis van Prins Maurits in Den Haag, de later afgebrande schouwburg van Amsterdam, de praalgraven van Maarten Harpertszoon Tromp en van Jan van Galen en verschillende gebouwen. Zijn grootsten roem verwierf hij met de stichting van het Amsterdamsche stadhuis, dat naar zijn ontwerp en dat van den architect Stelpert werd gebouwd en als een meesterstuk van bouwkunde geldt. Van Campen heeft de voltooiing van dit werk maar ruim twee jaar overleefd, daar hij 4 Maart 1658 op zijn landgoed Randenbroek overleed en te Amersfoort werd begraven.
Adriaen van Ostade (1610—1685) was tegelijk met Adriaen Brouwer leerling van Frans Hals. Rij was in Lübeck geboren, doch kwam al vroeg naar Haarlem om zich onder de hoede van Frans Hals in de schilderkunst te oefenen. In het jaar 1662 had hij het voornemen naar zijn vaderland terug te keeren, verkocht al zijn huisraad en vertrok ook werkelijk naar Amsterdam. Maar daar liet hij zich bepraten door den kunstlievenden Constantijn Senneprat en vestigde zich te diens huize te Amsterdam. Hij vervaardigde tal van kleurrijke teekeningen van boerenwoningen, binnenhuisjes, stallen, herbergen en kroegen met alles wat er bij behoort, incluis de afbeeldingen van de bewoners in hun eigenaardige kleeding en tijdens de uitoefening van hun beroep. Constantijn Bega was een der beste leerlingen van Ostade. Hij heette eigenlijk Constantijn Begijn, doch zijn vader wilde hem om zijn zedeloos gedrag niet meer als zijn zoon erkennen en om zich op zijn vader te wreken veranderde Constantijn toen zijn naam van Begijn in dien van Bega. Op 27 Augustus van het jaar 1664 stierf hij aan een besmettelijke ziekte, die in Haarlem heerschte en er veel slachtoffers maakte. Zijn kunstvriend L. van der Koogen woonde in de Schagchelstraat en was behalve schilder ook een bekwaam etser. Hij stierf in 1681, hetzelfde jaar, dat de Haarlemsche schilder Jacob Ruisdaal stierf. Deze studeerde in zijn jeugd medicijnen en vestigde zich daarna als geneesheer te Amsterdam, doch al zijn vrijen tijd wijdde hij aan de schilderkunst. Zijn broeder Salomon Ruisdaal, was een landschapsschilder, maar niet zoo bekwaam als Jacob. Hij maakte echter uitstekende zaken door een uitvinding, die hem in staat stelde allerlei soorten marmer na te bootsen, zoodat iedereen dacht met marmer te doen te hebben. Hij kon de specie, als zij zacht was, elke verlangde gedaante en kleur geven en het vervolgens als marmer polijsten. In het begin verdiende hij schatten aan zijn uitvinding, maar door een toeval ontdekte men dat het geen marmer was, dat men kocht, en toen ging het veel slechter met de affaire. T. van Wijk (1616—1686) leerde zijn kunst in Italië en vervaardigde Italiaansche zeehavens vol schepen, menschen en koopmanschappen; Romeinsche markten met kwakzalvers, potsenmakers en de toeschouwers, die er bij hooren; fruit- en groentenkramen met daaromheen de koopers en op den achtergrond trotsche gebouwen; kerken, zeestranden en werkplaatsen. Hij was tevens een goed etser. Zijn zoon Jan ging naar Londen en bleef daar zijn verdere leven. Deze schilderde veldslagen, jachtpartijen, vooral hertenjachten. Ph. Wouwerman was in 1620 geboren en stierf in 1668. Hij leerde de eerste beginselen van zijn schilderkunst van zijn vader en werd de beroemdste schilder van zijn tijd. Pleisterplaatsen, paardenmarkten, jachtpartijen, veldslagen, plunderingen, strooperijen en dergelijke behoorden tot zijn geliefkoosde onderwerpen. Hij was een der weinige schilders, die zich rijk schilderden, zoodat als bijzonderheid wordt verhaald, dat hij zijn dochter, die met den schilder v. d. Fromantjou trouwde, een bruidschat van ƒ 20.000 kon meegeven. Toch werd hij maar 48 jaar oud. Theodoor Helmbreker werd in 1627 geboren en maakte naam in Italië als schilder. N. Roestraten, in 1624 in Haarlem geboren, trouwde met de dochter van Frans Hals, was buitengewoon vaardig in het schilderen van zilveren vazen, schotels, schalen en dergelijk huisraad. Hij verbleef geruimen tijd in Londen, waar men hem zeer hoog schatte, Bij den bekenden brand van Londen in 1666 werd hij aan de heup gekwetst, zoodat hij zijn verdere leven mank liep. Uit de school van Hals was ook nog de beroemde Vincent Laurens van der Vinne, in 1628 geboren. Hij was een buurjongen van Hals en kreeg er lessen van. Na een buitenlandsche kunstreis te hebben gemaakt, kwam hij in Haarlem terug. Hij probeerde met zijn kunst een eerlijk stuk brood te verdienen en schilderde o.m. kamers, zolders en allerlei kleine stukjes. Ook uithangborden. Hij deed dit laatste zoo mooi, dat hij van alle kanten bestellingen kreeg en Haarlem een tijd lang de reputatie genoot van de stad met de mooiste uithangborden te zijn. Job Berkheyden, eveneens schilder, noemde hem den „Rafaël” van het uithangbord. Doch ook stillevens en landschappen en historiestukken verschenen er van zijn hand. Hij had drie zoons, die eveneens schilderden, Laurens, die naam maakte met zijn landschappen uit Overveen en Brederode; Jan, die veldslagen, kampementen en jachten maakte en Izaak, wiens landschappen uit de omgeving van Haarlem en uit Savoye bekend werden. Job en Gerard Berkheyden waren beiden schilder. De eerste maakte voornamelijk portretten, landschappen en boerengezelschappen, Gerard vooral huizen, groote gebouwen, kerken, gezichten langs de Heeren- en Keizersgrachten enz. Beide broeders bezochten Duitschland en kwamen in Heidelberg terecht, waar zij kennis maakten met den keurvorst van den Palts, die zóó opging in hun kunst, dat hij ze bij zich hield. Zij hadden het zeer goed aan het Hof en leidden er een leventje van vroolijken Frans. Maar op een morgen zei Job toch tegen Gerard: „Wat hebben wij er aan om altijd onder vreemde oogen te zijn? In Holland bij ons oud gezelschap kunnen wij onder een pijpje nog over de kunst aangenaam praten; hier niet. Willen we heengaan?” Gerard had juist dezelfde gedachten en zij trokken naar Haarlem terug, waar zij den kunstbroeders dikwijls de meest fantastische verhalen deden over wat zij in het leven hadden ondervonden. Gewoonlijk vertelde de een en zorgde de ander er voor toehoorder te zijn. Wanneer het dan te erg werd, bracht de toehoorende Berkheyden de hand onder de kin. Dat was het teeken om den verteller te beduiden, dat hij zich matigen moest.
VOOR FINLAND
De Directie van het Frans Hals-Theater deelt ons mede, dat de heer A. J. Th. van der Vlugt, consul van Finland, op Zondagmorgen 2 Maart om 12 uur in het Frans Hals Theater een causerie zal houden over FiFnland, bij lichtbeelden en film. De film zal worden begeleid door muziek van Sibelius.
De zaal wordt geheel belangeloos ter beschikking gesteld, opdat de opbrengst zoo hoog mogelijk zal zijn. De totale opbrengst zal voor Finland worden afgedragen aan de Finsch-Nederlandsche Vereeniging, Oranjestraat 7, Den Haag.
Een groote belangstelling wordt verwacht, waarom men dan ook verzocht wordt zich tijdig van plaatskaarten te voorzien.
In de advertentie van Donderdag-avond zal nog aan deze causerie worden herinnerd.
Haarl. Schaakgezelschap
De jaarlijksche massakamp tusschen het Haarlemsche Schaakgezelschap en de Heemsteedsche Schaakclub vond voor de vierde maal plaats. Tot heden zijn alle wedstrijden door het Haarlemsche Schaakgezelschap gewonnen, thans met 31½—12½.
Jubileum Haarlemsche Journalistenkring
Heden bestaat de vereeniging 25 jaar
In Haarlem hebben vroeger verschillende vereenigingen van journalisten bestaan. In het begin van 1915 zijn er 2 vereenigingen ontbonden. 25 Februari 1915 werd in gebouw „De Nijverheid” aan de Jansstraat een bijeenkomst gehouden, waarvoor uitgenoodigd waren de leden der ontbonden vereenigingen en die bijeenkomst heeft toen geleid tot de oprichting van den „Haarlemsche Journalisten Kring.” Het is dus 25 Februari a.s. 25 jaar geleden, dat de Kring werd opgericht.
De eerste vergadering woonden bij de heeren jhr. A. W. G. van Riemsdijk, J. C. Peereboom, G. M. Nieuwenhuis, Jac. C. Meijerink Jr., C. J. van Tilburg, P. C. Akkerman en P. C. van Dobben. Voorzitter was de heer J. C. Peereboom. Het eerste bestuur werd als volgt samengesteld: J. C. Peereboom, voorzitter; P. C. Akkerman, secretaris; Jac. C. Meijerink Jr., penningmeester en F. X. M. Schiphorst. Er gaven zich twaalf heeren als lid op en op deze vergadering zijn de statuten en het huishoudelijk reglement, die de heeren Akkerman en Meijerink hadden samengesteld, goedgekeurd. Voorts werd besloten tot aansluiting bij den Nederlandschen Journalistenkring.
Op de oprichtingsvergadering was overeengekomen, dat de functie van voorzitter bij toerbeurt zou worden vervuld door de heeren J. C. Peereboom, jhr. A. W. G. van Riemsdijk en F. X. M. Schiphorst. Laatstgenoemde moest in het begin van 1916 wegens uittreding uit de journalistiek als lid bedanken. Daarom hebben belde eerstgenoemde heeren tot het begin 1919 het voorzitterschap om beurten waargenomen. Kort tevoren was een wijziging in de statuten van den N.J.K. gekomen, waardoor directeur-hoofdredacteuren geen lid van den Kring konden zijn, zoodat beiden ook moesten bedanken als lid van den H.J.K.
De derde voorzitter was de heer G. M. Nieuwenhuis, die één jaar deze functie heeft waargenomen. Wegens verandering van werkzaamheden trad hij 8 Januari 1920 af en werd tot eere-lid benoemd.
In 1920 werd de heer L. M. Weterings tot voorzitter benoemd. 28 Januari 1929 legde hij het voorzitterschap neer en werd opgevolgd door den heer J. H. van Oosten, die reeds van 11 Januari 1917 in het bestuur zitting had als gedelegeerde bij het bestuur van den Ned. Journalistenkring.
De heer Van Oosten zag zich eind 1931 genoodzaakt te bedanken. Hij werd benoemd tot eere-lid.
De tegenwoordige voorzitter is de heer F. Primo, die den heer Van Oosten in 1932 opgevolgd is, na reeds drie jaar het secretariaat te hebben waargenomen.
De Kring heeft vijf secretarissen gehad en in het bijzonder dient genoemd te worden wijlen de heer P. C. Akkerman, die van de oprichting tot aan zijn dood op nauwgezette wijze het secretariaat heeft waargenomen.
Nadat de heer W. F. Loman in 1928 enkele maanden het secretariaat had waargenomen, volgde de heer F. Primo hem op, die in 1932 gekozen werd tot voorzitter. De ledenvergadering van 23 Februari 1932 koos den heer J. H. D. Kammeijer als bestuurslid, waarna het bestuur hem het secretariaat opdroeg. Drukke werkzaamheden noopten hem in October van het afgeloopen jaar het secretariaat neer te leggen, waarna de heer A. Overmeer zijn taak overnam.
Het aantal penningmeesters is vier geweest: Jac. C. Meijerink, C. J. van Tilburg, J. C. Evers en J. H. Voskuil volgde hem op.
De Kring heeft steeds vier bestuursleden gehad, van wie één gedelegeerde bij het Kringbestuur was. De functionarissen waren in den loop van deze kwarteeuw de heeren F. X. M. Schiphorst, J. H. van Oosten, E. H. Uylings, Ch. L. F. Sarlet, H. A. Lunshof, F. A, M. Seuter, Th. B. F. Hoyer en M. J. G. J. van Leeuwen.
Behalve de bestuursleden hebben ook vele leden zich verdienstelijk gemaakt in het belang van den Kring, bijzonder de heeren Ch. L. F. Sarlet en W. F. Beeremans. De heer Beeremans is van de oprichting af lid van den Kring.
Het jubileum zal Zaterdag 2 Maart in intiemen kring gevierd worden.
GEMEENTERAAD
De raad vergadert op Woensdag 28 Februari 1940 des namiddags om 2 uur (zoo noodig des avonds om 8¼ uur) inde Statenzaal.
De agenda vermeldt o.a.:
Verzoekschrift van mej. C. J. IJssel de Schepper om eervol ontslag als leerares aan de middelbare school voor meisjes met 5-j. c.
Jaarstukken 1938 van woningbouwcorporaties.
Aankoop van de perceelen aan de Vrouwesteeg nos. 15, 17 en 19.
Verbreeding van de Pijlslaan tusschen de Stephensonstraat en den spoorwegovergang.
Ruiling van grond enz. aan de Luciferstraat.
Maken van een verbindingsgang tusschen de leslokalen en de eetzaal van de dag-openlucht-school.
Toekenning van vervoerkosten ingevolge art. 13 der L.O.-wet 1920 voor leerlingen van bijzondere scholen.
Wijziging van de verordening voor de plaatselijke commissie van toezicht op de scholen voor middelbaar onderwijs.
Aanvulling van het raadsbesluit inzake de berekening van de jaarwedden van leeraren, werkzaam aan de scholen voor middelbaar onderwijs.
Wijziging van den aanleg van de Dreef.
Intrekking van het besluit tot het verleenen van een telefoonaansluiting aan raadsleden.
Wijziging van het sluitingsuur van kapperszaken op Zaterdagavond.
Beginselbesluit inzake vaststelling van een reclame-verordening.
Wijziging van de verordening op de heffing van een belasting op vermakelijkheden.
Benoeming van:
a. leden van de commissiën tot wering van schoolverzuim;
b. een tijdelijk leerares aan de middelbare school voor meisjes met 5-j. c.;
c. twee tijdelijke leeraren aan de 2e H.B.S. B. met 5-j. c.
DE PIJLSLAAN
Verbreeding tot spoorwegovergang
B. en W. schrijven aan den raad:
Het gedeelte van de Pijlslaan tusschen de Stephensonstraat en den spoorwegovergang is als toegangsweg tot de zich uitbreidende woonwijk ten westen van de spoorbaan te smal; verbreeding achten wij daarom gewenscht.
Hiervoor is o.a. noodig, dat de sloot aan de zuidzijde van de Pijlslaan wordt gedempt. De rijweg kan alsdan worden verbreed en ter plaatse van de gedempte sloot kan dan een nieuw trottoir worden aangebracht. Door tegelijkertijd het wegdek van den rijweg daar ter plaatse te vernieuwen zal bovengenoemd gedeelte van de Pijlslaan een belangrijke verbetering ondergaan.
De kosten zijn geraamd op ƒ 4100.
GEVONDEN VOORWERPEN
Inlichtingen aan het Bureau van Politie Smedestraat, uitsluitend tusschen 11 en 13 uur.
1 paar handschoenen, Teeuwen, Van Wickevoort Crommelinstraat 35; armbandhorloge, Zwart, Dolfijnstraat 21, armbandhorloge, Franken, Kleverparkweg 192; distributiekaart, Wijnands, Almastraat 19; pakje inh. zijde, Conzen, Peter Maritzstraat 38; portemonnaie m. i., Kroes, Velserstraat 35; damesring, Dijkamp, Atjehstraat 100; rijwielplaatje in étui, Slot, Kleine Houtstraat 55; gummislang, Wijdooge, Oosterstraat 50.
Reorganisatie Dreef
Met spoed wordt aan het belangrijke werk begonnen
B. en W. schrijven aan den raad:
Op den kapitaaldienst der begrooting 1940, is een bedrag van ƒ 63.500 uitgetrokken voor het wijzigen van de Dreef.
Zooals U zal blijken ligt het in de bedoeling, de tramlijn op de Dreef uit den rijweg te verwijderen en deze lijn te brengen achter de boomenrij aan de oostzijde van het wandelpad daar ter plaatse. Niet alleen verkrijgt men hierdoor een rustigen rijweg, doch ook zullen het zuidelijk en noordelijk eindpunt van dit tramweggedeelte geen of belangrijk minder gevaar opleveren. De trambaan behoeft het hiervoorbedoeld wandelpad niet meer te kruisen. Bij den verkeerscirkel ontstaat voor het verkeer, komend van den wagenweg, een langer gedeelte rijweg vóórdat de trambaan moet worden gepasseerd, zoodat daar ter plaatse meer tijd voor de weggebruikers zal ontstaan om den verkeerstoestand te overzien.
De nieuwe rijweg van de Dreef zal een breedte verkrijgen van 10 M. met aan weerszijden een rijwielpad van 2.50 M. Meerbedoeld wandelpad kan daardoor weder zijn oorspronkelijke breedte verkrijgen, omdat in de plaats van het bestaande rijwielpad aan de andere — westelijke — zijde van de middelste boomenrij op de Dreef een dergelijk pad komt.
Wij achten voor den rijweg van de Dreef een gefundeerde klinkerkeibestrating, in aansluiting met de Fonteinlaan met eenzelfde soort wegbedekking, gewenscht.
Aangezien het Rijk van plan is dit jaar den Wagenweg te wijzigen, zal, met het oog op deze beide wegen, de wijziging van de Dreef waarschijnlijk eerst tegen 1 Juli a.s. tot uitvoering kunnen komen.
Op dat tijdstip moet dan met spoed aan deze wijziging worden begonnen en voortgewerkt om nog tijdig vóór den aanvang van het slechte jaargetijde met dit werk gereed te kunnen zijn. In ieder geval zal de N.Z.H.T.M. op gemeld tijdstip, zoo mogelijk eerder, met haar werkzaamheden moeten kunnen beginnen, waarvoor noodig is, dat zij tijdig de noodige materialen te harer beschikking heeft.
Mede met het oog daarop stellen wij U thans reeds voor tot vorenbedoelde wijziging van de Dreef te besluiten.
ST. JOSEPHSGEZELLENVER.
Haarlem I — Frans Halsplein 7
Heden van 12 tot half 1 spreekuur Praeses aan de pastorie.
Om 12 uur vertrekt de Beatrix-marsch van de Zomerkade. Hieraan nemen deel de gecombineerde wandelclubs van Haarlem I, IV en VI, Men vertrekt vanaf de Gezellenhuizen op de fiets naar de startplaats. Haarlem I voegt zich op het Frans Halsplein bij Haarlem IV; Haarlem VI inde Zoetestraat bij I en IV.
Gezellenhuis geopend van 3 tot 6 en van 8 to half elf.
Van 3 tot 6 uur Tafeltennisclub Oranje-Zwart.
Des avonds half negen voorstelling.
Maandag 26 Febr.: Combinatie T. E. P.—St. Joseph, (Bovenzaal). Half 9 St Genesius (jongeren) in de Studio.
Dinsdag 27 Febr. 9 uur Schola Cantorum.
Woensdag 28 Febr.: Half 9 verplichte vergadering. Spreker de heer De Zwager over „Nu in het R.K. Werkliedenverbond”. Men houde er rekening mee, dat iedere verplichte vergadering door het bestuur van het hoogste belang wordt geacht. Enkelen schijnen zich niet bewust, dat men het lidmaatschap verliest, wanneer men zijn verplichtingen als gezel niet nakomt.
Donderdag 1 Maart, half 9: Ontwikkelingsclub Plus XI (beneden).
Half 9: districtscursus voor commissarissen (Studio).
9 uur Scola Cantorum.
Vrijdag 2 Maart: half 9, districtscursus voor commissarissen (bovenzaal). Half 9 St. Genesius (Studio).
Zaterdag 3 Maart: Tafeltennisclub Oranje-Zwart.
H.R.C. De Jonge Kampioen
Heden Zondag 25 Febr. de eerste trainingsrit voor haar leden, verzamelplaats Kennemerplein.
Vrijdag 1 Maart vergadering in het clubgebouw.
HILLEGOM
Coöperatie „Onderling Belang” — Vrijdagavond hield de Coöperatieve Vereeniging „Onderling Belang” een vergadering in café van Duil.
Om ruim 8 uur opende de heer L. Burggraaf de bijeenkomst.
De voorzitter leidde den heer K. de Boer in als spreker voor dezen avond.
Daarna hield de heer de Boer een propagandarede voor de coöperatieve gedachte. De besteding van het geld dat ons ter beschikking is, de koopkracht van ons loon, is de groote factor waar alles om draait. Daarom moet men betrachten voor dat loon zooveel mogelijk goederen te verkrijgen. Als men dat betracht, dan wordt de productie opgevoerd en tevens de werkloosheid verminderd. Dit werd verder uitgewerkt en aangetoond dat de coöperatieve beweging de beste besteding van het loon bewerkstelligd en daarom in haar doelstelling het beste is.
De heer Burggraaf dankte den spr. voor zijn interessante rede.
St. Josephsgezellen — Agenda 24 Febr. tot 2 Maart: Zondag vrije bijeenkomst tot 10.15 uur. Onder het Lof is de zaal gesloten.
Maandag Maria-congregatie, biljaren, repetitie tooneel.
Woensdag dammen.
Donderdag verplichte vergadering. Spr. de weled. heer Tervoort, tweede deel „Het Scheppingsplan Gods”.
Zaterdag vrije bijeenkomst.
Donderdag zijn wij allen natuurlijk weer present. Het eerste deel heeft duidelijk bewezen, dat het onze aandacht dubbel en dwars waard is.
Secr.
Valsche Rijksdaalder — Door de politie werd proces-verbaal opgemaakt tegen een woonwagenbewoonster op vermoeden dat zij een valschen rijksdaalder bij een winkelier alhier had uitgegeven.
Het publiek wordt verzocht de politie in kennis te stellen indien er nog meer van dergelijke rijksdaalder in omloop zouden gebracht zijn. Verder zij men gewaarschuwd hiertegen.
KERKLIJSTEN
ZONDAG, 3e Zondag van de Vasten. H. Communie-uitreiken om 7 uur; de H.H. Missen om half 8 en half 10 (Hoogmis). Onder de H.H. Missen schaalcollecte voor het onderhoud van kerk en pastorie. Deze collecte wordt ten zeerste aanbevolen. 1.30 Catechismus, 6.30 de derde Lijdensmeditatie: „Hij is des doods schuldig.” Na de meditatie een kort Lof.
MAANDAG feestdag van den H. Apostel Matthias. H. Mis in de kapel der eerw. zusters.
DINSDAG en volgende dagen van deze week de H. Mis om half 8.
WOENSDAG, 5e der 7 Woensdagen vóór het feest van St. Joseph. Om half 8 Congregatie voor de jongelingen. Allen s.v.p. op tijd komen.
DONDERDAG half 4 biechthooren voor de kinderen der hoogste klassen; van 6—7 uur biechtgelegenheid.
VRIJDAG, 1e Vrijdag der maand Maart, tevens opening der St. Josephmaand. Half 8 gezongen H. Mis ter eere van het H. Hart. Na de H. Mis acte van toewijding. 7 uur Lof met Litanie van het H. Hart en Litanie van St. Joseph.
ZATERDAG van 4—8 uur biechthooren; 7 uur Maria-Lof met Rozenhoedje.
ZONDAG a.s. 4e Zondag van de Vasten, genaamd Zondag-Laetare; 1e Zondag der maand.
