Pagina:Nieuwe Tijdinghen 1620-05-19 (1).djvu/4

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

4

elck een Tellioor, Lepel ende een mes, ende t’eten ghegeuen, naer de maeltijdt heeft hy haer de voeten ghewassen, ende gaf elck de toebehoorte tot een kleet, Lijnwaet tot een Hemde, ende heeft elcken persoon eenen Gouden Duccaet gheschoncken voor een Aelmoesse, ende die ouergebleuen spijse hebben de Hartsiers de Arme mannekens t’huys ghedraghen.
Men houdt hier voorseker dat die Rijckx Chur-Vorsten ende andere Vorsten den Nieuwen ghepretendeerden Coninck van Bohemen noch een maent respijt ghegheuen hebben, om afstant van de Croone te doen, ende deselue af te legghen, oft anders salmen sien watmen te doen heeft, ende de executie laten voorts varen.
Den xv. heeft een Beyersche Ghesandt by de Keyserlijcke Majesteydt wel twee uren lanck Audientie ghehadt, ende is wederom met goet contentement verreyst.
Ouer eenighe daghen is den vyandt van Bohemen, met die van Moravien van sin gheweest met eenighe Ruyterije ende voedtvolck tot Zitzerstorff ouer de Thonauw te comen, waer by souden vijff duysent Hungaren wesen, de welcke de passagie van Weenen heel onveyl willen maken, ende de Rebellen hebben doen publiceren al wat naer Weenen comt oft ghebracht wort is alles tot buedt ghegeuen.