Naar inhoud springen

Pagina:Nieuwe Tijdinghen 1620-08-04.djvu/4

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

4

tenrijck, ende hebben zijne Keyserlijcke Majesteyt geaccompanieert naer de Hooft-Kercke van Weenen in groote Solemniteyt, wesende op de principaelste plaetsen vande Stadt daer zijn Majesteyt passeerde, de Cauallerie ende Infanterie inde wapen, ende in schoone Ordinantie, alsoo tot aende Kercke comende is zijne Majesteyt vanden peerde gheseten, gevende t’selve aen den Opper-stal meester van Oostenrijck, ende alsoo inde Kercke comende, hebben hem tegenghebrocht de Eerts-Hertoghe Croone van Oostenrijck met den Schepter, ende soo is zijn Majesteyt gaen sitten in zijne plaetse, ende alle die Standen van Oostenrijck naer hunne Qualiteyt, ende den Cardinael van Dietersteyn heeft de Misse begost vanden Heylighen Geest int Pontificael, de welcke gedaen zijnde is zijne Majesteyt met de selve Magnificentie weder naer het Paleys ghekeert, gheaccompanieert zijnde metten Noncius vanden Paus, ende andere Ambassadeurs, ende men heeft strackx alle het Gheschut afgeschoten. Int Paleys comende, heeft zijne Majesteyt aen eenighe Audientie ghegheven, tot dat het Noenmael ghereet was, als wanneer hy alleen aen de Tafel gheseten is, inde groote Sale alleene ghedient wordende van alle de Princen ende Standen van Oostenrijck.
Daer naer zijn alle de selve Princen ende Standen

in