Pagina:Nieuwe Venlosche Courant vol 074 no 224.pdf/5

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
TWEEDE BLAD
NUMMER 224
NIEUWE VENLOSCHE COURANT — VRIJDAG 25 SEPTEMBER


Naar ’n Christelijk kabinet


Godsdienstige grondslag voor samenwerking der Christelijke partijen


Uiterste noodzaak politiek voor goed van de baan


Aldus de meening van mr. A. Baron van Wijnbergen



Voor de leden van de Utrechtsche R. K. Kiezersvereeniging heeft het oud-lid der Tweede Kamer mr. A. baron van Wijnbergen een politieke rede gehouden, waarin hij een gedachte heeft ontwikkeld en een leuze heeft gegeven voor de komende verkiezingscampagne.

De inleider stelde, volgens het Maasb. verslag, de vraag, wat onze taak is tegenover de schare, die steeds nader optrekt onder de leuze: tegen God. Dat kan geen andere wezen dan zich vast aan een te sluiten ook op staatkundig terrein, teneinde het op te nemen voor Christus, voor God. We weten, dat het kan en hoe het moet. Veertig jaren is zulks in Nederland geschied in minder ernstige tijden, door de Christelijke Coalitie.
Wat zal den Katholieken kiezers in dezen strijd moeten worden voorgehouden? Voorop staat, dat overal, in vergaderingen, in de pers, in particuliere gesprekken, duidelijk, ontdaan van alle bijkomstigheden, worde aangegeven wat men wil.

Laat men ophouden te spreken over een rechts kabinet, een coalitie-kabinet, een parlementair kabinet enz. Neen, onverschillig, welke de uitslag der komende verkiezingen moge wezen, hebben we daarom in dezen tijd, waarin socialisme en communisme steeds verder stuwen, noodig een Christelijke Regeering, een Christelijk Kabinet. Dat worde den kiezers ingestompt, hen steeds, telkens en telkens voorgehouden, dat het daarom gaat!

Eerste eisch dus aan onze Katholieke Kamercandidaten te stellen, is niet, dat zij instemmen met het program van actie, maar dat hun gezindheid zóódanig is, dat zij gaarne zulk een kabinet van harte steunen en blijven steunen, gaarne met zoodanig kabinet samenwerken in gemeen overleg in den meest loyalen zin.
Staat ontwijfelbaar vast, dat de katholieke lijsten zoo zijn samengesteld, dan zal de rechtmatige verwachting mogen worden uitgesproken, dat alle katholieken zonder uitzondering hun stem uitbrengen op de lijsten der R. K. Staatspartij, eenvoudig, omdat ze katholiek zijn, maar .... ook alleen dan.
Het Partijbestuur bedenke dat wel en tijdig.

STEUN VAN ANDERE PARTIJEN.

Op wie zal dat kabinet moeten steunen? In dezen tijd, nu het leger der Godloozen steeds brutaler optreedt onder de leuze „tegen God” zal een Christelijk kabinet in Nederland rechtmatig steun mogen verwachten van allen, in welk partijverband zij zich ook bevinden, die nog in Christus, in God gelooven.
Daarom zou spr. dan ook den naam van rechtsch kabinet willen vermijden in onze huidige omstandigheden, wijl daaruit te licht kan worden afgeleid, dat zoodanig kabinet slechts op prijs zou stellen steun der drie groepen, der voormalige rechterzijde en van de anderen oppositie verwachtte. Zeker, nu moet niemand tot het voeren van oppositie gedreven worden, oppositie worde niet gesuggereerd. In dezen tijd van gisting en verwording zal men het groote doel, dat den drie christelijken partijen steeds voor oogen heeft gestaan, nimmer uit het oog mogen verliezen, doch van den anderen kant zal niet, in ongezond conservatisme, aan oude termen, aan oude groepeeringne hardnekkig moeten worden vastgehouden.

De kern der steunverleening aan een christelijk kabinet zal liggen in de vast aaneengesloten drie christelijke groepen in het parlement.

Die aaneensluiting zal dan pas in het parlement voldoende stevig kunnen zijn, als zij rechtstreeks voortvloeit uit den gevoerden verkiezingsstrijd. De ervaring heeft geleerd, dat het noodig is, dat de vertegenwoordigers der drie groepen elkaar ook buiten het parlement reeds in den verkiezingsstrijd ontmoetten.
Met oprechte hulde voor het thans genomen initiatief spoorde de inleider den voorzitter aan, thans een stap verder te gaan; en in den komenden winter gezamenlijk met de leiders der beide andere christelijke groepen een samenspreking beleggen, en een vergadering beleggen, toegankelijk voor allen die in God en Christus gelooven, in de hoop, dat het in gansch het land worde nagevolgd.
Zoo zal het in die verkiezingscampagne duidelijk worden, dat men streeft naar een Christelijk kabinet en als steun daarvoor een hartelijke samenwerking der vastaaneengesloten christelijke groepen in het parlement.
De katholieken kunnen dat niet alleen, maar van hen mag dan toch ook gevraagd worden dat zij hun aandeel leveren. En waarin bestaat dat?

TEN VOLLE BEREID ZIJN.

Vooreerst zal het onomwonden en officieel door Partijbestuur en Partijraad moeten worden utgesproken en in vergaderingen en pers herhaald, dat wij katholieken ten volle bereid zijn tot de hierboven genoemde samenwerking.
Vervolgens moet het vast staan — ’t vloeit uit het eerste voort — dat aan een samengaan met de socialisten zelfs niet meer wordt gedacht, ook niet bij chaperonnage door een derde. Ook dit worde officieel ter kennis gebracht.

De uiterste-noodzaak-tactiek, zij moge door Nolens goed bedoeld zijn, die zooveel onheil en verwarring heeft gesticht, worde voorgoed prijsgegeven. De uitdrukking „uiterste noodzaak” worde uit ons politiek woordenboek geschrapt.

Aan het Katholieke Gemeenteraadsbestuur, dat, gelijk zoo pas in meer dan één plaats is geschied bij de wethouderskeuze, gemeene zaak zou maken met de socialisten, worde duidelijk gemaakt, dat zij door dus te handelen, bereiken, dat wij door onze protestantsch christelijke landgenooten — volkomen terecht — niet worden vertrouwd. Zelf eerst vertrouwen weten te winnen en dan een beroep op beide andere partijen.
Aangaande de houding der partijen onderling zeide de inleider: „Onbetamelijk ware het natuurlijk onzerzijds, ook maar in de geringste mate te pogen in te grijpen in hun politieke strategie, maar ik meen toch de verwachting te mogen uitspreken en ik durf dat te doen met te meer vrijmoedigheid, gelet op de zoo vriendschappelijke verhouding, waarin ik tot verschillende harer leidende personen sta, dat zij, met vergeten van onvriendelijkheden, die juist de laatste paar jaren wel hebben plaats gehad, tot die samenwerking zullen bereid worden bevonden.”
Met nadruk wees de heer van Wijnbergen op de dwingende noodzakelijkheid dat de gekozen leden der drie christelijke partijen bij hun intrede in het parlement niet vreemd tegenover elkaar mogen staan, niet zullen behoeven te beraadslagen of zij zich zullen aaneensluiten, maar aanstonds aaneengesloten zullen zijn.
Een mogelijke opmerking: als de drie groepen geen meerderheid zullen behalen, moet dan een minderheidskabinet worden gevormd, wees de heer van Wijnbergen al op de voorhand af met dit antwoord: men spreke niet meer van een meerderheids- of minderheidskabinet, ook hierom niet, wijl men daardoor aan de meerderheid oppositie in meerdere of mindere mate suggereert. Aan onze kiezers moet slechts worden voorgehouden, dat slechts een doel voor oogen staat, een christelijk kabinet en in het parlement drie groepen der christelijke partijen, vast aaneengesloten en tot hartelijke samenwerking bereid, onderling en met het Kabinet.

DE ANDERE PARTIJEN.

Dan kwam de inleider tot de houding, die de andere partijen ten aanzien van zulk een kabinet zullen innemen. Vooreerst de Staatkundig Gereformeerde Partij en de Hervormd Ger. Staatspartij. Het verleden voorspelt niet veel goeds, doch de tijden veranderen nog steeds en dwingen tot ernstig nadenken. De les van het heden moet toch deze partijen wel hebben bijgebracht, dat de door hen aangeheven leuze „tegen Rome” in feite een „voor Moskou” wordt. Zullen zij, die toch in Christus gelooven, het aandurven in deze omstandigheden steun te onthouden aan een Christelijk kabinet?
Ook de vrijzinnigen, onder wie er wel degelijk gevonden worden, die gelooven in Christus, zullen hun houding ten aanzien van een dergelijk kabinet hebben te bepalen. Al aanvaarden zij misschien meerdere grondbeginselen niet, toch zullen zij, geleerd door de dagelijksche ondervinding, moeten erkennen, dat het loslaten van de christelijke beginselen niet tot zegen strekt.
Ook zullen wij in de volgende Kamer stellig zien binnenkomen leden der N. S. B. Spreker wilde niet ingaan op het feit, dat ook katholieken bij die beweging hebben aangesloten. Tegenover het woord der bisschoppen past slechts kinderlijke gehoorzaamheid. Spreker begreep, dat deze partij het specifieke, dat haar van andere politieke partijen onderscheidt, niet zal willen prijsgeven, haar werkzaamheid in de Tweede Kamer zal moeten worden afgewacht, maar ook haar houding ten aanzien van een Christelijk kabinet, dat een beroep doet op steun tegen een gevaar, dat de wereld en ook ons land bedreigt.

Een brief van Mussert aan den Paus.
De heer v. Wijnbergen zeide hierover: „Toegeven wil ik, dat ten onzent de N.S.B. op heden niet streeft naar den totalitairen staat, maar anderzijds kan m.i. niet worden betwist, dat zij ten opzichte van de begrenzing van het terrein voor de Kerk en dat voor den Staat onjuist oordeelt. Onder dagteekening van 16 Juni l.l. heeft de heer Mussert een schrijven gericht aan den Paus, waarin deze woorden voorkomen: Dat dit streven naar een Godbelijdenden Staat overeenkomstig de eischen van Z. H. Paus Leo XIII, omschreven in zijn encycliek „Immortale Dei” het waarachtig doel en streven der N. S. B. is, wordt bewezen door haar program en verdere geschriften en haar handelingen.

Wanneer ik de oprechtheid van die woorden aanvaard, dan meen ik goeden grond te hebben te mogen verwachten dat juist onder leiding van een christelijk kabinet het de N. S. B. geheel duidelijk zal worden welke de staatstaak is, een taak — het zij gaarne toegegeven — op verschillende wijze te vervullen, maar ook, wat de Staat zorgvuldig te hebben vermijden, wijl hij niet in meerdere of mindere mate beletten zal, dat de Kerk haar zending ongerept volbrenge, die zij van Christus ontvangen heeft.

DE CHRISTELIJKE STAAT.

Dan wees de inleider op eenige eischen, die men aan een aldus geregeerden Staat mag stellen.
In de Grondwet zal moeten worden neergelegd, dat Nederland is een God-erkennende Staat, terwijl men den moed zal behooren te hebben, de conclusies te trekken, op verschillend gebied, die uit die Godserkenning door den Staat noodwendig voortvloeien.
De regeling voor het kiesrecht zal voorts onder de oogen moeten worden gezien, terwijl een regeling voor het partijwezen niet achterwege zal mogen blijven. En wie mocht meenen, dat na de Grondwetswijziging, die aanstaande is, in de eerste jaren van Grondwetswijziging zal moeten worden afgezien, zij er op gewezen, dat wij leven in een periode, die welllicht de wereld nooit heeft gekend. Hij denke, dat wij na de Fransche revolutie ook veelbewogen tijden hebben gehad en ga dan eens na, hoeveel staatsregelingen en Grondwetten we hebben gehad tusschen 1798 en 1818, vrij spoedig weer gevolgd door die van 1840 en 1848.
Mocht blijken, dat de onderstelling van algemeenen steun van de in God geloovenden aan een Christelijk Kabinet ongegrond is, dat allen, die in Christus gelooven, gezamenlijk niet in staat blijken, om verder te stuiten het verder voortgaan der machten, die de grondslagen van den Christelijken Staat ondermijnen, dan, maar ook dan pas, zou de blik gericht moeten worden naar een dictatoriaal gezag, dat daartoe wel in staat zou zijn.
Moge dat ons land bespaard blijven! En het zal ons land bespaard blijven, indien allen, die in Christus, in God gelooven, indien op de eerste plaats onze drie christelijke parijen, vast aaneengesloten, trouw en hartelijk samenwerkend hun plicht weten te doen.

BINNENLAND

Regeering en lijkverbranding.

EEN OFFICIEELE VERTEGENWOORDIGING?!

We lezen in de „Residentiebode”:
„In een algemeene vergadering van de vereeniging voor facultatieve lijkverbranding deelde de voorzitter, dr. van Roojen een en ander mee over het internationale lijkverbrandingscongres te Praag, dat hij had bijgewoond.
Zoo vertelde hij dat men op het congres van onze wetgeving (straffelooze overtreding reeds duizenden malen gedurende tal van jaren van onze Begrafeniswet) niets begreep. Inderdaad, daar is reden voor.
Maar op onze beurt begrijpen wij er niets van, dat dr. Van Roojen heeft kunnen meedeelen dat hij dit congres namens de Regeering heeft bijgewoond.
„Welke minister heeft hem daartoe gemachtigd?, zoo vraagt de „Volkskrant” scherp. Toch niet de minister-president of de minister van Binnenlandsche Zaken of de minister van Justitie? Maar wie dan?”
Naar de voorzitter verder meedeelde „ontbraken” op het congres van Europa alleen België en Italië, wat wel zal moeten beteekenen dat die landen niet officieel vertegenwoordigd waren. Wij kunnen dit begrijpen.
Maar nog eens: wij begrijpen niet dat de Nederlandsche Regeering er behoefte aan heeft gevoeld, zich op ’t internationale lijkverbrandingscongres te doen vertegenwoordigen, en we zullen het niet gelooven voordat we dit van Regeeringswege hebben zien of hooren bevestigen.
Laat een der Kamerleden vragen of inderdaad het ergernis gevende feit zich heeft voorgedaan dat onze Regeering te Praag was vertegenwoordigd.”

De gewraakte rede van Prof. Volgraff.

KRITIEK DOOR DEN GRONINGSCHEN RECTOR MAGNIFICUS.

„Ons Noorden” schrijft:
„Enkele bladen hebben er zich aan gestooten, dat de afgetreden rector-magnificus van de Utrechtsche Universiteit, nu bij de rectoraats-overdracht geen aanleiding heeft kunnen vinden tot een correctie op zijn lustrum-rede.
Te meer nu hij ook van gezaghebbende niet-katholieke zijde er op was gewezen, dat zijn grievend verwijt aan de katholieken bovendien historisch volkomen onjuist was.
Helaas, tot die hoogte van een mea culpa heeft prof. Volgraff zich niet op kunnen werken.
Intusschen heeft de aftredende Groningsche rector het incident in Utrecht nog wel even besproken.
In het voorgelezen jaarverslag maakte prof. Polak Daniëls melding van het Utrechtsche lustrum, „aan welks schitterend slagen, een weinig gelukkige redevoering geen afbreuk heeft kunnen doen.”
Het is misschien wel eens goed er op te wijzen, nu prof. Volgraff meende te moeten zwijgen, dat een collega van hem op den rectorstoel zich genoopt gevoelde den Utrechtschen rector nog eens te moeten corrigeeren.

De gevoerde contingenteeringspolitiek.

De minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart heeft aan de Staten-Generaal een nota aangeboden over de gevoerde contingenteeringspolitiek. Deze nota geeft een overzicht van de toepassing der crisisinvoerwet sinds haar wijziging eind 1933 en sluit aan op den inhoud der beide voorgaande nota’s over de contingenteeringspolitiek, welke door den toenmaligen minister van Economische Zaken, resp. in November 1932 en April 1934 aan de Staten-Generaal werden aangeboden.
De nota bevat in de eerste plaats een algemeen overzicht, waarin minister Gelissen een gedocumenteerde uiteenzetting geeft van de grondslagen van de contingenteeringspolitiek en van de gevolgen, die deze voor het Nederlandsche economische leven heeft gehad.
Verder wordt aan elke afzonderlijke contingenteering een beschouwing gewijd, waarin de positie der verschillende gesteunde bedrijfstakken, de motieven tot contingenteering en de invloed, die de steunmaatregelen op den gang van zaken hebben gehad, worden onder het oog gezien.
Tenslotte bevat de nota de 12 bijlagen met statistisch materiaal, welke o.a. een uitgebreid overzicht geven van het verloop van in- en uitvoer van gecontingenteerde goederen, omzetten en werkgelegenheid in de gesteunde bedrijfstakken, verloop van de prijzen en van het verbruik van gecontingenteerde artikelen en van het aandeel van de Nederlandsche industrie in het binnenlandsche verbruik, een en ander over de jaren 1931 tot en met 1935.
De thans gepubliceerde nota is tevens verschenen in de reeks „verslagen en mededeelingen van de directie van Handel en Nijverheid en Scheepvaart”. Exemplaren hiervan zijn verkrijgbaar bij de Rijksuitgeverij, Fluweelen Burgwal 18, ’s-Gravenhage.



STADSNIEUWS

HOTEL GERMANIA VENLO.

Aan het enthousiaste publiek van Venlo en Omstreken berichten wij, dat wegens het enorme succes Vrijdag 25 Sept. van 4½ tot 6½ en van 8 tot 12 uur en Zondag 27 Sept. van 12 tot 2 uur en van 7 tot 2 uur José Rosenberg en zijn Orkest zullen concerteeren.

(Adv.)

Alliance Francaise.

HET WINTERPROGRAMMA.

De afdeeling Venlo van de Alliance Française heeft haar programma voor het a.s. winterseizoen vastgesteld.
Hare reeks lezingen zal geopend worden op Vrijdag 30 October a.s. met een voordracht van den heer H. Asselin over „Kunst en techniek in het moderne leven”, waarbij deze ook te Venlo bekende en gevierde spreker de Parijsche wereldtentoonstelling van 1937 als uitgangspunt zal nemen. Lichtbeelden zullen het een en ander verduidelijken.
Op Vrijdag 20 November spreekt Claude André Puget over den vermaarden tooneelspeler en dramaturg Sacha Guitry, terwijl op Dinsdag 21 Januari een voordracht- en zangavond volgt, te houden door den heer Joseph Cantaloube en mevr. Aimée Felix Bourgeois over Fransche folklore.
Het seizoen wordt in Februari gesloten met een lezing door Robert le Garrie over het volk en de massa in de hedendaagsche roman.

„Ons Buiten” sterft.

Maar niet voor altijd.

VIERT HET BLIJ AFSCHEID MEE.



Men schrijft ons:
Gelijk in den herfst de natuur afsterft, zoo sterft in den herfst ook „Ons Buiten” uit. Het drukke beweeg der vele kleinen verstijft als ’t ware in de herfstkilte. De herfst met zijn nevel, regen en wind heeft „Ons Buiten” langzamerhand vereenzaamd. Het speelseizoen is weer ten einde. September is de officieele sluitingsdatum voor „Ons Buiten” geworden.
Zondag 27 Sept. a.s. is de laatste dag voor de gezinskaarten. Daarna worden voor zoover noodig en mogelijk de diverse speelwerktuigen gedemonteerd en opgeborgen. Ze hebben dan voor dit jaar weer hun dienst gedaan.
Velen, zéér velen, grooten en kleinen, van Venlo en uit den vreemde hebben ze gezonde ontspanning verschaft. Nu mogen ze de lange wintermaanden rusten en peinzen over de blijde tafereeltjes, die zich in den zomer dagelijks rondom hen afspeelden.
Ja, wat hebben vele kinderen uit Venlo zelfs, maar ook vele van ver daarbuiten, dezen zomer weer op „Ons Buiten” genoten van de vele attracties in zoo’n mooie, gezonde omgeving, onder het wakend oog van een schare trouwhartige, hulpvaardige en zoo belanglooze toezichthouders. En wat hebben vele ouders en vele anderen op „Ons Buiten” mee genoten van de vreugde der kleinen. Van vele zijdnn mocht „Ons Buiten” dan ook hartelijke belangstelling en dankbare waardeering ondervinden. „Ons Buiten” is daar innig dankbaar voor.
Maar hoe dankbaar „Ons Buiten[”] ook is, niemand moge het euvel duiden, het is toch nog niet geheel voldaan. Neen, „Ons Buiten” kan niet geheel voldaan zijn, zoolang er nog stadgenooten zijn, die door niet-stadgenooten naar „Ons Buiten” moeten worden gevoerd. „Ons Buiten” kan niet voldaan zijn, zoolang er nog vooraanstaande personen zijn in onze stad, die niet beseffen, welks volksbelang door „Ons Buiten” wordt gediend, die niet begrijpen wat moeite het kost een dergelijke instelling op eigen wieken te laten drijven, of erger nog, die niet eens schijnen te weten, dat „Ons Buiten” bestaat. „Ons Buiten” kan niet voldaan zijn, zoolang er nog menschen zijn, die „Ons Buiten” nooit zagen tenzij van den buitenkant, die zijn doel en streven niet onderzochten, en toch een goede zaak meenen te dienen door er op onzinnige wijze den staf over te breken.
Maakt nu van den laatsten Zondag in dit seizoen eens gebruik, om U ervan te overtuigen, welk een ideaal ontspanningsoord „Ons Buiten” is door zijn overvloed en variatie van attracties, door zijn overzichtelijke uitgestrektheid en natuurschoon. Komt eens zien en tracht te ontdekken ’t vele, dat er allerwege is aangebracht om opvoedend in te werken op de jeugd. Komt en overtuigt U erva nof ouders, die door hun zaken zoo zelden met hun kinderen uit kunnen eaan, hun kleinen veilig aan „Ons Buiten” kunnen toevertrouwen. Of zou ’t beter zijn ze maar op de straat te sturen en in ’t wilde te laten rondsjouwen? Als ge de gevaren hiervan beseft en niet blind zijt voor de gevaren, die reeds onze kinderen bedreigen, dan zult ge allicht voor „Ons Buiten” over eenige bezwaren heen kunnen stappen.
„Ons Buiten” gaat sluiten! We noodigen U allen uit, ’t afscheid te komen meevieren. Vooral zij, die dezen zomer vriendschap sloten met de paardjes Floortje en Jopie mogen Zondag niet wegblijven. Want Floortje en. Jopie zijn van zins ons na Zondag voor goed te verlaten. Ze willen verder naar het Zuiden trekken, waar ’n andere jeugd hun komst met spanning tegemoet ziet. Tranen hoeven bij afscheid niet te vloeien, want Floortje en Jopie krijgen een goed en deftig tehuis. Eerlijk gezegd maken ze ’n mooie promotie En die mogen we hen toch niet misgunnen.
’t Afscheidsfeest a.s. Zondag moet dus een blij feest worden. Temeer daar „Ons Buiten” niet van zins is zijn poorten voor goeed te sluiten. Maar met de nieuwe lente hoopt „Ons Buiten” zich opnieuw te presenteeren in een vernieuwd en zoo mogelijk wéér mooier lentekleed.

VLIEGTUIGMODELLEN, EEN MODEL VLIEGSPORT.

Een demonstratie op de Groote Heide bij Venlo.

De tegenwoordige techniek heeft voor de jeugd een nieuwe sport met zich gebracht: het bouwen en experimenteeren met vliegtuigmodellen. Deze miniatuurvliegtuigjes, die vervaardigd worden uit hout en papier, gedragen zich in de lucht precies als werkelijke vliegtuigen. Zij cirkelen en zweven, draaien loopings en maken altijd driepunt-landingen.
Ze zijn dan ook de moeite, die het bouwen kost te volle waard.
Er wordt wel eens gezegd: „het spelen met zoo’n ding is goed voor kleine kinderen”. Niets is echter minder waar. De kennis van de zwaartekracht, vliegeigenschappen, constructies e.d. wordt het beste geleerd door experimenteeren met kleine modellen. Alle groote vliegers hebben in hun jeugd vliegmodellen gebouwd, getuige Fokker, getuige Lindbergh.
De nauwkeurigheid die vereischt wordt bij het vervaardigen van een vliegtuigmodel is buitengewoon groot. Om maar eens een klein voorbeeld te noemen: Indien een vleugeltip, in verhouding van de andere maar één m.m. in grootte of stand verschilt is goed vliegen reeds uitgesloten. Vliegen zal het model dan wel, echter vluchten boven 30 seconden zullen practisch niet gemaakt kunnen worden. Is de afwerking echter goed, dan zijn vluchten van 10 minuten tot 1 uur geen uitzonderingen. Echter komt bij dergelijke lange vluchten ook het weer kijken. Het beste weer voor deze modelsport is een lichte bries en cumulusstratus bewolking. Dan zal het dikwijls voorkomen, dat een model in ’n z.g. thermiekblaas, tusschen de aarde en een wolk, geraakt, waardoor het tot 1500 meter kan stijgen.
Om onze stadgenooten, en vooral de jeugd van 14—20 jaar eens nader met deze leuke, moderne sport in aanraking te brengen, heeft het bestuur van de Venlosche Jeugd Luchtvaart Club de zusterclub in Roermond uitgenoodigd, eens een demonstratie te komen geven, a.s. Zondagmiddag op de Groote Heide, waarin deze club gaarne heeft toegestemd. De bijwoning van dit vliegfestijn is vanzelfsprekend gratis. Alle modelbezitters zijn welkom!
Wij verzoeken toeschouwers nog wel, dalende vliegtuigen niet aan te raken, daar, door de uiterst lichte constructie, bij ruwe behandeling, breuk zeer waarschijnlijk is.
De Venlosche Jeugd Luchtvaart Club is één van de 33 clubs in Nederland, die aangesloten zijn bij de Kon. Nederlandsche Vereeniging voor Luchtvaart, en die zich speciaal op de modelbouw toeleggen.
Inlichtingen worden gaarne verstrekt bij het secretariaat: van Schelbergenstraat 33, alhier.

„Heiersche Kermis”


IN DE H. HART-PAROCHIE TE TEGELEN.


Morgen-avond officieele opening door Deken van Oppen.


Tot het vele goede dat in Tegelen de laatste jaren werd bereikt, tot verheffing van het geestelijk peil der bevolking, behoort zeer zeker de oprichting van de H. Hart-parochie. Door de bevolkingsaanwas was het noodzakelijk een nieuw parochieel verband te vormen en de tegenwoordige parochieherder de Zeer Eerw. Heer Pastoor Dohmen, heeft met God hulp en de steun van geheel Tegelen, ondanks de ongunstige tijdsomstandigheden, met ijver en energie gewerkt, waardoor in Tegelen de H. Hartparochie is ontstaan, met zijn mooie H. Hart kerk, zijn patronaat en scholen.
Hierdoor is het niet alleen mogelijk, dat de menschen van de Heide en aan den Zuidkant van Tegelen eerder en gemakkelijker ter kerke kunnen gaan; het onderwijs der kinderen kan beter en doelmatiger gegeven worden; de jeugdvereenigingen bloeden en geven schoone hoop op de toekomst, en ook het parochiewerk en huisbezoek komt thans veel beter tot zijn recht dan vroeger.
De H. Hart-parochie telt ruim 400 gezinnen. Vele van deze gezinnen zijn echter door werkloosheid getroffen en als men nagaat dat ruim 100 gezinnen „steuntrekkend” zijn, dan baart het geen verwondering dat de collectes in de kerk hierdoor sterk verminderd zijn.
De schaduwzijde van deze mooie H. Hartparochie is mede vooral door het voornoemde, de zeer zorgwekkende financieele toestand. Pastoor Dohmen heeft een jaarlijks tekort van rond ƒ1500.—.
Als middel tot dekking van dit déficit wordt de laatste jaren en met succes de Heiersche kermis gehouden. Er bestaat in de H. Hartparochie een comité, uit de jeugd- en godsdienstige vereenigingen die dit jaar met veel ijver en toewijding gewerkt en geploeterd hebben, waardoor de groote schuur van den heer Hansen is omgetooverd in een echt gezellige fancy-fair. De ruimste is verdeeld in tweeën. Er is een restaurant en Beiersch bierhuis ingericht, waar men naast het beroemde trappistenbier en Smedt-koffie, kan genieten van Berliner bollen, pommes-frites en andere heerlijkheden.
Het andere gedeelte wordt ingenomen door attracties. Een zeer bijzondere nieuwigheid op de Heiersche Kermis is het Micky Mouse-theater, verder zijn er nog eenige nieuwtjes op deze kermis, die echter niet verklapt mogen worden, maar die een echte spannende sensatie zullen teweeg brengen, te midden der vele attracties die deze fancy-fair zal bieden.
De opening zal geschieden a.s. Zaterdag om 8 uur door den Hoog Eerw. Heer J. v. Oppen, Deken van Venlo, waarna de Heiersche Kermis geopend blijft tot 12 uur.
Zondag zal de Fancy-fair geopend zijn, des morgens van elf uur tot half één, en des middags, na den Ballonwedstrijd van 4 uur tot 12 uur. ’n Aantal leden der Harmonie „Voorwaarts” heeft de muzikale verzorging op zich genomen en aangezien er op een Heiersche Kermis een echt gezellige „stimmung” heerscht, zullen de muzikanten als vanzelf hun instrumenten in deze „sfeer” kittelen. Tenslotte zullen er taxi’s en autobussen door Tegelen rijden, die de menschen gratis naar de kermis brengen, gemakkelijker kan het al niet.
Zaterdag en Zondag viert heel Tegelen en half Venlo, want daar zijn ze hun „kapelaan” Dohmen nog lang niet vergeten Heiersche Kermis. Ieder bezoeker zal er aangename oogenblikken beleven, iedereen zal er kunnen genieten van een aangename kermissfeer ...... en hij steunt daardoor een goed werk.

Agenda

VENLO.

Vrijdag 25 Sept. — Esperantoclub „Amikeco”. Algem. Ledenvergadering in Lunchroom Verheugen.

HET JORDAAN-CABARET.

In ’t Concertgebouw.

TILLY KALKHOVEN ENKELE DAGEN IN VENLO.

Zaterdag en Zondag wordt het Concertgebouw geheel in Jordaanstijl ingericht.
Tilly Kalkhoven, de bekende cabarettière, die zich annonceert als „De Hollandsche Mistinguette”, komt na haar succesvol seizoen in Amsterdam en Zandvoort, enkele dagen naar Venlo.
We komen op deze avonden nader terug.

Posterijen en Telegrafie.

VERPLAATST.

De adjunct-commies der posterijen en telegrafie J. M. Tinneveld, van het Postkantoor alhier, wordt ingaande 1 October a.s. ingevolge eigen verzoek verplaatst naar Den Haag.
Dhr. Tinneveld zal te ’s-Gravenhage bij het Hoofdbestuur der Posterijen en Telegrafie worden werkzaam gesteld.

Bouwvergunningen.

Door B. & W. is vergunning verleend onder bepaalde voorwaarden aan:

J. Grubben namens de Coöp. Veiling Vereniging tot het bouwen van een eierloods, groenteloods, enz. aan de Reedestraat perceel sectie I No. 5141—5051.

Ir. J. Kaiser namens de Chemische Fabriek L. v. d. Grinten tot het bouwen van een transformatorengebouw aan den Hoogeweg perceel sectie U No. 4248.

J. Pieters namens de N. V. Het Middenstandshuis, tot het verbouwen van een kantoorgebouw aan de Nieuwstraat perceel sectie I No. 4432.

A. Stikkelbroek namens P. Verheyden tot het verbouwen van twee woningen aan den Veldenscheweg perceel sectie A Nos. 774—775.

G. Teluy tot het bouwen van vier woningen aan de Ignatiusstraat perceel sectie F No. 1398.

H. Rijven namens W. Linssen tot het bouwen van vier woonhuizen aan de Zandstraat, perceel sectie D No. 1006.