36
Frank schrikte een weinig; inlichtingen omtrent Bertie te geven was hem steeds eene zeer onaangename taak, minder om het verleden van zijn vriend dan wel om diens heden: zijn rustig klaploopen op hem, Frank, die, al was hij ook verslaafd aan zijn Bertie, toch wist, dat dit nu eenmaal in de oogen der wereld iets.... vreemds was.
— O, hij is iemand, die veel verdriet heeft gehad, sprak hij vaag en ontwijkend, en hij vervolgde:
— Heeft hij een aangenamen indruk op u gemaakt?
Eve lachte even omdat zij bijna voorover in een plas vette modder ware gevallen, zoo Frank zijn arm niet in eens stevig om haar middel had geslagen....
— Eve, Eve! riep Sir Archibald, hoofdschuddend. Wees toch wat voorzichtig!
Maar Eve herstelde zich reeds, met een licht blosje.
— Ja, wat zal ik u zeggen, ging ze door, hun gesprek vervolgend. Als ik u geheel en al de waarheid moest zeggen....
— Natuurlijk!
— Ja wel, maar dan zoû u misschien boos worden. Want ik zie wel, dat u dol is op uw vriend.
— Houdt u dan niet van hem?
— Wel, als u het dan weten wilt: den eersten dag, dat ik hem leerde kennen, vond ik hem onuitstaanbaar. Met u schoten we dadelijk aangenaam op, als met een prettigen reiskameraad, maar met hem.... hij heeft misschien niet veel gereisd?