Pagina:Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu/51

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
Pe-Pi
49
 


Percipient: de ontvanger bij telepathische verschijnselen. Zie ook: recipient en: agent.
Perisprit: (Frans): astraallichaam.
Phantasmata: volgens Paracelsus nachtgeesten, die wat menselijk verstand hebben en macht over de mensen zoeken te krijgen, (Zie: lemuren, larven en elementalen).
Phantasm: spookverschijning.
Phantasms of the Living: Dit is de titel van een der eerste en bekendste uitgaven der S.P.R. in Engeland, verzorgd door Gurney, Podmore en Myers. (Verschijningen van levenden).
Phantoom: spookverschijning.
Phenomeen: verschijnsel; bijzonder voorval.
Phenomenogenie: het voortbrengen van verschijnselen.
Phenomenologie: verschijnselenleer.
Philtron: filter; liefdesdrank; met mummie (zie aldaar) gedrenkte stoffen, die een plotselinge, hevige liefde veroorzaken.
Phrenologie: schedelleer; het aangeven van karaktervorming en toekomst uit de vorm van het hoofd.
Physiognomonie: leer, om uit de physiognomie (het gelaat), iemands karakter te lezen en uit de lijnen van het gezicht de toekomst te voorspellen.
Physische verschijnselen: alle paranormale verschijnselen, die met physische (stoffelijke) verschijnselen gepaard gaan, als b.v.: voortbrengen van geluiden, bewegen van voorwerpen zonder aanraking, vuurvastheid, materialisatie, direct schrift, het bespelen van instrumenten op supranormale wijze, lichtverschijnselen, enz.
Tegenstelling: psychische verschijnselen (inspiratie, trancetoespraken, enz.).
Pintakel: Drudenvoet.
Piper, Mrs.: Wel een der grootste psychische mediums. In 1885 begon Prof. James met haar te Boston proeven te nemen. Later hebben prof. Hyslop en Dr. Richard Hodgson vele jaren met haar geëxperimenteerd. Ze eindigden, met de spiritische hypothese de aannemelijkste te vinden. Haar voornaamste controles waren: Dr. Phinuit, George Pelham