Naar inhoud springen

Pagina:Occult woordenboekje (Van Veen 1937).djvu/55

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
Ps-Qu
53
 

Freud gegronde methode van onderzoek, tot het ontdekken van verborgen geestelijke betrekkingen en ondergronden, die oorzaak zijn van ziekten of zenuwstoornissen, angstverschijnselen, enz., doordat voorstellingscomplexen, vooral van pijnlijke aard, uit het bewustzijn zijn verdrongen, doch in het onbewuste verder werken. (Zie ook: Freud).
Psychographieën: beelden op lichtgevoelig materiaal verkregen zonder inwerking van een lens of licht. Stainton Moses gebruikte dit woord voor alle vormen van direct schrift.
Zie ook: Gedachtengraphie.
Psychoneurosen: functionele ziekten van het zenuwstelsel met lichamelijke symptomen, verlamming e.d.
Psychoscopie: andere naam voor psychometrie.
Psychose: zielsziekte.
Ptolomaeus, Claudius: astronoom en wiskundige te Alexandrië in de eerste helft der 2e eeuw voor Chr. Zijn werk: „Syntaxis mathematica”, omtrent 827 in het Arabisch vertaald als: Almagest (het grote werk), ontvouwt het Ptolomaeische wereldsysteem met de aarde als middelpunt voor ons planetenstelsel.
Pijlwaarzeggen: bij de Chaldeeën het voorspellen door het trekken van een met namen of tekens voorziene pijl, uit een aantal in een pijlkoker of vaas dooreengeworpen pijlen.
Pythagoras: de beroemdste mystieke wijsgeer der Grieken; hij leerde reïncarnatie en het monotheïsme (6e eeuw voor Chr.).
Pythia: de Griekse zieneres bij het orakel van Delphi.

Q

Quadratuur: (astr.) een ongunstig aspect, de afstand van 90 graden.
Quaterniteit: de vier sterfelijke, lagere bestanddelen van het menselijk lichaam, n.l.: lichaam, levenskracht, astraallichaam en begeertelichaam.
Quincunx: ongunstig aspect; de afstand van 150 graden (astrologie).