Pagina:Oorsprongk, Begin, en Vervolgh der Nederlandsche Oorlogen, beroerten, en Borgerlyke Oneenigheden - beginnende met d'opdracht der selve Landen, gedaen by Keyser Karel den Vijfden (IA oorsprongkbegine01borp).pdf/92

Uit Wikisource
Er is een probleem opgetreden bij het proeflezen van deze pagina
52
1566.
 

OORSPRONG
Der
NEDERLANDSE
OORLOGEN,
Beroerten, en Borgerlijke Oneenigheden.
Waerachtige en Historische beschrijvinge,

Door
Pieter Bor Christiaensen,


Summarie of korten inhout van ’t twede Boek.

DEn soberen staet des lands, de eerste t’samenkominge der Edelen, haer verbond, de namen van de Edelen die het verbond eerst getekent hadden. ’t Overgeven der requeste, mitsgaders d’antwoorde der Regente, de vrese der Regente, en der Geestelijken. Oorspronk van den name Geux, haer Medalien of verbond-tekenen, schorsinge der placcaten, ’t voorhouden van de moderatie. De Legatie van den Marquis van Bergen en Heere van Montigny aen den Koning in Spangien. De heimelijke Predicatien geopenbaert, en daer na openbaerlijk gehouden. Beschrijvinge der stad van Antwerpen, de sterke vergaderinge en predicatien buiten Antwerpen , d’ordonnantie by die van de stad daer tegens gemaekt. De eerste en twede requesten by die van de Gereformeerde Religie binnen Antwerpen overgegeven. Het wapen dragen ter predicatien. Des Princen van Orangiens komste binnen Antwerpen, en fijn handelinge aldaer. Het menigvuldig versoek om de vergaderinge van de Generale Staten. Het vergaderen der Gereformeerde Predicanten binnen Amsterdam, en haer eerste requeste aen de Regeerderen aldaer overgegeven. De twede vergaderinge der Edelen tot Sint Truyen en te Duffel. Beroerten binnen Antwerpen, en het voornemen der Gereformeerde om binnen der stad te prediken, en het weigeren van dien. De Beeldestorminge binnen Antwerpen en geheel Nederland door. De roverye, moetwilligheit, en ongeschiktheit tegen de Geestelijke en in de Cloosteren geschiet. De straffe daer jegens verkondigt, en d’ontschuldinge die de Gereformeerde doen. Het vertrek van den koopman, De vrese der Regente, en haer voorgenomen vertrek na Bergen in Henegouwen. De twede vertoninge der Edelen aen de Gouvernante, en ’t verdrag mette selve gemaekt. Verscheiden accoorden met die van de Religie gemaekt by de Magistraten van de steden. ’t Schrijven van den Prince van Orangien aen de steden van sijn Gouvernement. Brieven van versekertheden den verbonden Edelen gegeven. De publicatien daer by de Inwoonderen van Nederland werden verklaert vry te wesen van de Inquisitie en rigoreuse placcaten. Des Princen van Orangiens handel tot Utrecht en in Holland. De geveinstheit der Hertoginne. De t’samenkominge der Grooten tot Denremonde. De brieven van Francisco Dalava, Ambassadeur des Konings van Spangien in Vrankrijk, aen de Gouvernante. En het schrijven van den Grave van Hoorn aen den Coning, en fijn vertrek van Brussel.

Twede Boek.

Gelijk als de twedracht in Duitsland ter sake van de Religie / eerst uit een kleine vonke tot een seer groot vuer is geworden / het welke naderhant niet alleen gansch Duitsland / maer ook Vrankrijk / Engeland / Schotland / Denemarken / Sweden / en meer andere landen ontsteken enin brand gestelt heeft / door dien men met onbehoorlijke middelen den selven brand heeftwillen lessenen en uutblusschen: also / dewijle in Nederland vooreerst een klein voncken van twedracht ontsteken was / ’t welk / so men rechte middelen hadde gebruikt / wel te blusschen ware geweest / maer niet is geschiet / so is ’t selve voncken eintelijk tot eenen machtigen brand / tot verderf deser landen en veler menschen geworden / gelijk men uit het vervolg van desen klaerlijk merken en verstaen sai mogen.

Nadien nu de saken so verre verlopen / en de klachten / opspraken / en verbittertheden van den gemenen volke alle de Nederlanden door so vermenigvuldigt waren / dattet scheen datter niet anders te verwach-

ten