Extraordinaire Haerlemſe | ![]() |
No. 39.
|
WEST-INDIEN.
CArtagena den 14 Mey. Met een Schip van Puerto-velo is Advijs, dat den Vice-Roy van Peru hadde afgeſonden 2000 Mannen, zijnde voluntaire Soldaten, om te dienen voor Guarniſoen ende defentie van Panama, Puerto-velo ende Chagre: hunne betalinge is in Lima geſchiet, ende brengen noch mede drie hondert duyſent Pattacons in Amonitie van Oorlogh, Eet waeren, Poeder ende Ballen, beneffens meer andere diergelijcke Saecken, daerby 12 Metaele Stucken Canon, van 24 ponden yder Bal[.] Capiteyn Salado, ende drie andere, zijnde de gene die den Preſident van Panama geſonden hadden met 400 Soldaten, omme te aſſiſteeren aen Cruzis tegens den Vyandt, dan, den ſelven ſiende, gevlucht waren: deſe vier komende tot Lima, ende verhaelende aen den Vice-Roy het gepaſſeerde, wegens d’Engelſſe van Jamaica, gaf geen ander antwoort, als dat men voor een yder een Biecht-Vader ſoude haelen, om hun te biechten, ende den derden Dagh zijn deſe op de publijcke Plaetſe, als Verraders van hunnen Coningh, opgehangen: Den Vice-Roy heeft noch doen gevangen ſetten twee Raedts-Heeren, die mede van Panama gevlucht quamen, die men gelooft, dat mede ſullen gehangen worden, om dat hunnen Preſident verlaten hadden: de Goederen van de vier eerſte wierden geconfisqueert, uytbrengende over de hondert duyſent Pattacons. Don Juan Peres, Preſident van Panama, heeft den Conneſtabel ende ſijnen Adjudant doen ophangen, om dat het Geſchut in Panama gevonden was geladen te zijn met Aerde, in de plaetſe van Poeder. De Stadt Panama ſal een Mijl of twee vorder verleyt worden, daet beter Locht en Situatie is.
SICILIEN.
Palermo den 7 Auguſti. Men is hier ongemeen gealarmeert geweeſt door den Brandt, die men in de Boomen van de Geberghten, welcke om deſe Stadt leggen, hadde geſteecken; waer door de Hitte, geſterckt van de krachtvan de Sonne, hier ſoo vihement was, dat veele Menſchen op Straet verſmachten; en ſoude verder gegaen hebben, indien onſen Viceroy daer in niet promptelijck had doen voorſien, laetende door meer als 1000 Menſchen den Brandt ſtutten, door ’t af houwen van veele Boomen. Vorder is ’t hier ſtil: als alleen, dat ſijn Excellentie Giſteren bekent maeckte de Civile en Criminele Rechters, die by ’t Spaenſſe Hof zijn verkooren, juyſt volgens de Nominatie by ſijn Excellentie gedaen, ’t geen deſſelfs aenſien ſeer vermeerdert, hebbende de verkooren ſijn Excellentie daer over oock komen begroeten.
SPANGIEN.
Madrid den 2 September. Den Prince de Monteſarchio was op ’t poinct om uyt de Baey van Cadix uyt te loopen, met ſes groote Schepen van Oorlogh, omme de Silvere Vloot te gaen reſcontreren, ſoo als deſelve daer binnen quam, invoegen dat dit niet van nooden was; doch ſal nu echter nae Indien gaen, om aldaer ordre op de Fortificatien te ſtellen.
ITALIEN.
Roma den 29 Auguſti. Deſer Dagen heeft den Paus de Ceremonie gedaen van den Staf van Commando te geven aen den Cardinael Altieri, als Kamerlingh van de Kerck, welcke van sijn Eminentie voort overgelevert wiert aen Monſr. Bevilaqua, Gouverneur van Roma en Vice Camerlingh, in preſentie van alle de Miniſters en Prelaten van dit Hof. Inmiddels blijft men hier in groote onſeeckerheyt, wegens de nominatie van de twee nieuwe Cardinaelen, alleen den vox Popoli is voor den Biſſchop van Laon, om dat men kan begrijpen, dat met een Cardinaels Hoet aen deſe te geven veele ſullen werden betaelt, want men in Vranckrijck, Portugael ende Savoyen daer door vergenoegen, en, ſoo men meynt, daer mede Monſr. Nerli in Vranckrijk, Ravizza in Portugael en Durazzi in Savoyen aengenaem maecken.
Milaen den 2 September. Sijn Excellentieden Duca d’Oſſuna, [is in] Como geweeſt, en, na ’t besichtigen van de Fortificatien, is aldaer als daer buyten, van den Duca d’Alvito, als van andere, ongemeen wel getracteert, en is op Donderdagh weder hier gekomen. Op Sondagh wiert de Feest van St. Felice, als de Naem zijnde van de Hartoginne Gouvernante, hier prachtigh gehouden. Op den ſelven Avondt quam hier uyt Spangie de Marquiſen d’Almaneris en Don Luigi Homodei, Neve van den Cardinael van die Naem. ’t Is hier al mede te doen geweeſt, met te vieren over de Canoniſatie van Franciſco Borgia.
Venetien den 5 September. Eenighe Morlacken, vernomen hebbende, dat de Turcken Zemonico, op de Grenſſen van ’t Territoir van Zara, ſouden behouden, zijn ſoo ontſtelt geweeſt, dat vernemende dat reets 4 Turckſſe Familien derwaerts quamen, omme daer te woonen, dat ſy haer by Nacht in Embuſcade hebben geleyt, en 15 a 20 Perſoonen van deſelve gedoodt, waerop ſy voort deurgegaen zijn; doch onſen Provediteur wende alle vlijt aen, om haer te bekomen, en te doen ſtraffen nae merite. Ondertuſſchen alſoo gedachten Provediteur Moroſini vreest, dat den Staet niet meer ſal konnen dienen, gemerckt de Medicijns vreeſen voor een Apoplexie, ſoo heeft verſocht permiſſie, omme te mogen thuys komen.
VRANCKRYCK.
Nantes den 5 September. Alhier zijn gearriveert 3 a 4 Schepen uyt de Caribes, geladen met Suycker, Gember en andere Coopmanſchappen.
Parijs den 12 September. Daer zijnder, die meynen, dat ſijn Majeſteyt de Chargie van Secretaris van Staet te meer aen Monſr. de Pompone heeft gegeven, ten reſpecte van ſijn Oom Monſr. Arnouds, ſeer beroemt om ſijn Schriften; doch andere nemen dit voor ſeggen. Men heeft buytens Landts gedivulgeert, dat de Philoſophie van Renate d’Eſcartes hier was vercondemneert; maer ’t ſelve is t’eenemael onwaerheydt; maer wel, dat ſijne Wangunſtige, dat hebben getracht uyt te wercken by Mr. de Parijs en den eerſten Preſident van ’t Parlament, maer te vergeefs, ſulckx dat men deſelve Philoſophie ſelf gebruyckt om te inſtitueeren de Princen van Conty, en men heeft het ſelve voor aen den Dauphijn te laeten geſchieden; men heeft onlangs oock in de Abdyelijcke Kercke van St. Grenovieve de Mont, alwaer ſijn Gebeente ruſt, een nieuw groot Graf dicht tzijnder eeren opgerecht.
Parijs den 16 September. Men ſtroyt hier ſeer verwarde Tydingen van Poolen, al of men dat liefſt geloofde. Men ſchrijft van St. Sebaſtiaen, van den 7 deſer, confirmeerende, de naerſtige Equipagie in ale Spaenſſe Havens, tot de Vloot, die nae Nova Spangie ſoude gaen, en dat het Eſquadre van Don Jan Franco Rocco de Caſtille, beſtaende uyt 4 groote Galjoenen, een Fregat en een Petache dien Dagh ſouden uytloopen nae Cadix, ten eynde, omme de Galjoenen in ’t gaen en komen te convoyeeren. Sedert Monſr. d’Humieres, Gouverneur van Rijssel, weder heeft doen opbouwen de Bureau tot Warneton, die de Spaenſſe hadden neergeſmeten, ſo was binnen Rijſſel een Convoy van Lont geſonden, geleyt van 400 Paerden en 1800 Man te Voet, die gepaſſeert waren voorby de Poorten van Yperen, om eens te ſien hoe het Guarniſoen aldaer ſig ſoude dragen. Een grote quantiteyt van Pionniers in Picardyen en andere Plaetſen hebben laſt ontfangen na de Geconquesteerde Plaetſen te gaen, omme te arbeyden aen de Fortificatien, tot verlichtinge van de Soldaten, die aldaer werden ge-employeert. Eyndelingh is Milord Montagu, Engelſſen Ambaſſadeur, deſer Dagen hier aen ’t Hof weder aengekomen. Den Grave d’Avaux, Preſident au Mortier, is verſeeckert, dat de blaeuwe Koort ſal hebben van Mr. de la Baziniere, in qualiteyt van Provooſt van d’ordres van den Coningh. Den Soon van den Grave van Gramont is overleden van een vremt Accident, van een Nagel van een Caroſſe, die hem den Arm gequetſt had; hy was noch maer negen Jaren oudt. Men heeft Advys, dat den Grave van Coningsmarck ſeer wel ontfangen was tot Straetsborgh, doorde Magiſtraet, die hem oock gepermitteert hadden Ruytery te lichten in den dienſt van Vranckrijck. Den Marſchal de Gramont is tegenwoordigh weder buyten gevaer: ’t ſchijnt den Coningh beweeght is geweeſt over ſijne Sieckte; en alſoo ſijn Majeſt: hem bemint, ſoo gelooftmen, dat ſal ten Hove doen herroepen den Comte de Guiche. Daer zijn veele jonge Edellieden, die om