Stadt Bremen bereets heeft ingewillight; de Rijcks Tijtel voor 20 Jaren af te staen, welcke de Sweden voor 34 Iaren begeeren.
Uyt het Sweedsche Leger den 2 November. Het wil met de Tractaten niet voort, als men meynt dat er wat goets sal komen, soo stoten andere het wederom. Heden sal noch een Conferentie gehouden werden.
Hamburgh den 5 November. Alle brieven van de Sweden voor Bremen melden eendraghtigh, dat men in weynigh dagen, Vrede of een gewisse rupture te verwaghten heeft. Ja het geruchte loopt, dat het Tractaet gesloten is, en dat de Sweden den Katten-Toorn en Wart-Toorn in besettingh sullen hebben. Uyt Staden zijn geen brieven, alleen soude heden de laetste Conferentie gehouden werden.
P. S. De Amsterdamsche Post, gisteren voor by Bremen gereyst, brenght niet nieuws, oock en zijn uyt de Stadt geen Brieven.
Hamburgh den 5 November. Het Sweedsche hooft quartier, is noch tot Habenhuysen, en den Graef van Donau, staet met sijn Leger by Lanckenau, kunnende sigh als noch wegen het hooge Water, niet met het Hooft Leger Conjungeren. De Sweden trecken dicht by een, als voor een over-val beducht.
Hamburgh den 5 November. Uyt Pomeren heeft men, dat de 3 Sweedsche Regimenten te Paert, aen ’t marcheren zijnde, wederom ordre hadden ontfangen van stil te houden, tot wat eynde is onbekent. Vele vermoeden hier door wat goets, van het Tractaet tusschen de Sweden en Bremen. Van Narva heeft men, dat de Vrede tusschen de Sweden en Moscoviters is gesloten, soo dat men met die groote Arme in Lijflandt zijnde, andere resolutie sal moeten nemen.
Ceulen den 5 November. De Cheurpaltische Volckeren volherden noch in hare Stroperye tegen Cheurments, en den Bisschop van Spiers. De laetste is geheel verdreven, en sou genegen zijn, op de Rijcks-vergaderinge tot Regensburgh over dit gewelt te klagen, soo dat, in geval dese geschillen niet tijdelijck geslist werden, niet anders als een openbare Oorlogh te duchten staet. Wegen zijne Cheurvorstelijcke Doorluchtigheyt werdt seer geyvert, om de geschillen tusschen Sweden en Bremen by te leggen.
POOLEN, PRUYSSEN, &c.
Narva den 17 October. De Tractaten tusschen de Kroon Sweeden en de Moscoviter, zijn den 15 deser gesloten, en sullen heden getekent werden, en sullen den 19 de Gesanten scheyden. Dit Tractaet is seer voordeligh voor Sweden, en werden de particulariteyten ten eersten verwacht.
Warſchauw den 19 October. Uyt de Ukraine heeft men, dat, na dien den Moscovischen Waywood Kyowsky, met 10 Vaendelen na der Podlesky is afgeschickt, des Heeren Stachany volck, tot invorderinge van haer broot gelden uyt zijnde, de selve dapper te rugh gedreven hebben; in ’t tegendeel had Buchowisky, het Stedeken Perasla, waer in onse besettingh lagh, door Belegeringh gewonnen. Soo is den Stilstandt ten eynde. De Crakausche Waywoda heeft bestelt, op de Generale Rendevous, by Kupno, selfs te verschijnen, en vertrouwt men, dat als dan het meerendeel des Legers, na de Ukraine sal gaen.
Warſchauw den 21 October. Den Littauwschen VeltHeer, is den 2 deser by Minsko in ’t Leger aengekomen, en heeft terstont een Brugh over de Stroom Bensijn geslagen, waer over met de geheele Arme is getrocken. Als dit de Moscovitische Commissarissen verstonden, soo hebbense d’onse tot noch een Conferentie aengesocht, seggende haer Czar sou de Vorstendommen Polock en Witter af staen, midts soude de Kroon Polen in ruymen, de Ampten Kyon en Kanion, nevens de plaetsen daer toe-behoorende; Edoch dit en sou niet anders als voor een affectie van de Kroon Polen geduyt werden.
NEDERLANDEN.
Antwerpen den 4 November. Hier in het rondt wert veel hout opgekocht, ’t welck men seght, dat tot de weder-opbouwinge der Stadt Londen, sal gebruyckt werden. Onsen Gouverneur Castel Rodrigo, doet alle vlijt de sterckte CharleRoy op ’t spoedighste gereedt te hebben, alsoo men, niet sonder reden, groote Umbragie heeft op Vranckrijck. De Negotie op Engelandt wascht dagelijcks aen. Men seght, dat het houwelijck van de Keyser met de Infante van Spanje, soo wel hier als tot Weenen en Madrid sal gecelebreert werden. Van Ceulen schrijft men, dat de sterfte daer begon te cesseren.
’s Graven Hagen den 7 November. Den Heere van Wimmigen is alhier overleden, waer mede veel honorable bedieningen vacant zijn. Men seght nu, dat de Troupen na Oost-Vrieslandt gedestineert, sekerlijck derwaerts sullen vertrecken. Wegen Bremen, hoopt men noch een accommodement met de Sweden, sal gesloten werden. Van Engelandt wert geschreven, dat weynigh apparentie is tot een accort met desen Staet, ten zy de schade de Engelsche aengedaen, vergoedt wert, daer men in ’t tegendeel, met meerder Recht van dese zijde, ’t selve heeft te eysschen; de Heeren Sweedsche Ambassadeurs, hebben noch geen Neutrale plaets van den Koningh konnen bekomen.
Amſterdam den 8 November. Hier zijn eenige Siecken uyt Texel aengekomen, die seggen, dat den Vriesen Admirael Enno Doedes, waer op sy sijn geweest, daer gearriveert was, sonder dat konnen seggen, of den Commandeur van der Saen daer mede by is. De Jooden alhier leven wederom in groote hoope, dat hun bewuste Messias, van welckers gesontheyt en wel varen sy seggen verscheyden brieven ontfangen te hebben, haest tot hun verlossinge sal herstellen het Rijcke Israels; maer sy koesteren hun met ydele vertroostingen. Uyt ter Zee is niets. Men seght, dat Brieven van Bremen zijn, dat die Stadt met de Sweden verdragen is, waer van men de sekerheyt verwaght.
t'Amsterdam, by Johannes van Raveſteyn, Boeckverkoper, op ’t Water, in ’t Schrijf-boeck, is gedruckt en wort uitgegeven: La voix de Dieu qui appelle les Pecheurs à la Repentance, ou diſcours sur Ezechiel Chap. XXXIII, v. xi. Dy leur, comme je ſuis vicant, dit l’Eternel, je ne prens point de plaiſir en la mort du méchant, &c. Traité compoſé en Anglois, par Richard Baxter, & traduit par J. B. S. troiſiéme edition, in 12.
Item, Vocabulorum & Exemplorum, quæ per Grammaticam Univerſam, Etymol. Synt. Prosod. Ludolffi Lithocomi, à Cl. V. G. J. Vossio poſtremùm emendatam, paſſum occurrunt, Interpretatio Belgica: in uſum Scholarum. Quid vero novi, aut molius hic præſtitum ſit, ſequens indicat pagina. in 8.
Item, ────────── Grammatica, in 8.
Item, ────────── Elementa Rethorica, in 8.
Item, ────────── Rethorica Contracta, in 8.
Item, Rethorica Talei, in 8.
Oock zijn by dito Raveſteyn te bekomen, Parei opera Theolog. 3 Voll. Fol.
t’Amsterdam, by Iſaack Stangniete, Boeckverkoper in de Sinte Lucye-steegh, is gedruckt en wert uytgegeven, Philips du Mornay, Heer van Pleſſis, Grondigh bewijs, dat Jesus de ware Meſſias is, tot waerschouwinge der Joden: uyt het Frans na de Nieuwe Oversettinge des Bybels vertaelt; Daer is by-gevoeght, een korte en klare onderwijsinge, over de Christelijcke Religie, in Vragen en Antwoorden, besonder gericht tegen de Joden, waer uyt men de valscheyt van haren nieuwen Messias magh af nemen. Door G. H. Bedienaer des H. Evangeliums, in 12.
Item, Wegh-wijser door Italien, door L. v. B. verciert met 21 kopere Platen, in 12.
Gedruckt by JOHANNES van RAVESTEYN, Boeckverkooper en Ordinaris Drucker deser Stede, op ’t Water, in ’t Schrijf-boeck, den 9 November, 1666.