Pagina:Ornithologia Neerlandica 1.djvu/242

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

134

 
Orde ANSERIFORMES.
Familie ANATIDAE.
 

N°. 39.

Anser erythropus (Linnaeus).

DE DWERGGANS.

Plaat 45: oud ♀ en jong voorwerp.

 

Anas erythropus Linnaeus, Syst. Nat. ed. X, 1758, p. 123.

Anser minutus, Schlegel, Vog. van Ned. 1854–'58, p. 519, pl. 283. Id. Nat. Hist. van Ned. Vog. 1860, p. 204.

Anser albifrons erythropus, Albarda, Aves neerl. 1897, p. 98.

Anser finmarchicus, Snouckaert van Schauburg, Avif. neerl. 1908, p. 120.

Anser erythropus, van Oort, Notes Leyden Mus. XXX, 1908–'09, p. 141. Snouckaert van Schauburg, Jaarber. no. 5 Club nederl. vogelk. 1915, p. 102.


Nederlandsche volksnamen: Kleine kolgans.

Engelsch: Lesser white-fronted goose.

Duitsch: Zwerggans.

Fransch: Oie naine.

 

Beschrijving. Oud ♂. Kop en hals donker grijsbruin; vederen van kin, mondhoeken, snavelbasis en voorhoofd wit, welke kleur zich op den bovenkop uitstrekt tot tusschen de oogen; rond het wit een smalle streep van bruinzwarte kleur; benedenhals lichter grauwbruin; rug-, schoudervederen, groote bovenvleugeldekvederen en vederen aan de zijden van het lichaam donker grijsbruin met geelgrijze randen; voorste gedeelte van de borst bruingrijs; achterste gedeelte van de borst en buik grijswit met meer of minder talrijke, onregelmatig geplaatste zwarte vlekken; streek rond den anus wit; dijen bruingrijs; stuit zwartbruin; kleine bovenvleugeldekvederen en ondervleugeldekvederen grijs, middelste bovenvleugeldekvederen bruingrijs met lichte randen; groote slagpennen grijsbruin met zwarte uiteinden en witte schachten; staartpennen zwartbruin met witte randen en breede witte uiteinden; boven- en onderdekvederen van den staart wit. Iris donkerbruin, naakte ooglid oranjegeel; snavel vleeschkleurig rose, punt wit; pooten oranjegeel. Vleugel 373–388, staart 115, snavel 33–37, loopbeen 56–65 mm.

Oud ♀. Gelijkende op het oude ♂, in den regel iets kleiner. Vleugel 360–383, staart 112–115, snavel 29–32, loopbeen 54–62 mm.

Jeugdkleed. Kop, hals en bovenzijde grijsbruin, rond den snavel donkerder, de vederen van rug en schouders met smalle vale randen; borst, zijden van het lichaam en