Naar inhoud springen

Pagina:Ornithologia Neerlandica 1.djvu/354

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
194
FAMILIE ANATIDAE—ZWANEN, GANZEN EN EENDEN.

p. 21). Het nestdons is grijsbruin, met onduidelijke lichte plekken. De kuikens, die na een broedduur van ongeveer 4 weken uitkomen, worden alleen door de moeder geleid en zijn na ongeveer twee maanden volwassen en in staat te vliegen. Het voedsel van de tafeleend bestaat voornamelijk uit bladeren, stengels en wortels van waterplanten, die zij zwemmend en vooral duikend bemachtigt; dierlijk voedsel, insekten, schaal- en schelpdieren, neemt zij in mindere mate tot zich. Zij is zeer schuw en vliegt snel met een goed hoorbaar geruisch. Haar stemgeluid is een diep kar kar, dat vooral de waard laat hooren; de wijfjes laten bovendien een piepend, fluitend geluid hooren.

De tafeleend paart somtijds met de witoogeend en de daaruit ontstane bastaarden, die het midden houden tusschen beide soorten, maar het meest op de tafeleend gelijken, zijn door Baedeker in 1852 als soort beschreven onderden naam van Fuligula homeyeri, naar een paar, dat in April 1850 bij Rotterdam geschoten was. In 1890 zijn er in de Rotterdamsche Diergaarde eenige jongen gekweekt van een ♂ N. ferina en een ♀ N. nyroca, die na volwassen en uitgekleurd te zijn, volkomen geleken op de door Baedeker beschreven soort. Hiermede was dus bewezen, dat de door Baedeker beschreven soort als zoodanig geen waarde heeft. In de collectie van 's Rijks Museum te Leiden bevinden zich twee dergelijke bastaarden uit ons land, een ♂, dat 25 Februari 1870 in ons land gevangen werd en tot 9 Juni 1870 in de Rotterdamsche Diergaarde leefde en een ♂, dat 3 Februari 1914 bij Nieuwkoop (Z.H.) geschoten werd en dat nader door mij beschreven is in Ardea, III, 1914, p. 18.

In Noord-Amerika wordt onze tafeleend vervangen door een iets grooteren, zeer nauw verwanten vorm, Nyroca ferina americana Eyton, waarvan het ♂ aan kop en hals purperglanzend, op borst en buik wit en op benedenrug, schouders en zijden iets bruinachtig is, terwijl het ♀ op borst en buik meer wit is.