Pagina:Ornithologia Neerlandica 1.djvu/398

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

218

 

Genus Somateria Leach.

 

Leach in Ross' Voy. of Discovery, App. 1819, p. XLVIII.

 

Snavel tamelijk lang, aan de basis hooger dan breed, naar de punt toe versmald. Nagel van den bovensnavel breed. Bevedering van voorhoofd en wangen zich ver op den snavel uitstrekkende. Staart kort, afgerond, uit 14 pennen bestaande. Tot het genus Somateria behooren twee soorten, die het noorden van Europa, Azië en Noord-Amerika bewonen, waarvan één soort ook in ons land voorkomt en hierna beschreven is. De andere soort, Somateria spectabilis (Linnaeus), is herhaaldelijk o.a. aan de kusten van Scandinavië, Denemarken, Schotland, Engeland en Frankrijk waargenomen, zoodat de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat zij ook in ons land gevonden wordt. Deze soort is direct van de bij ons voorkomende Somateria mollissima (Linnaeus) te onderscheiden, doordat bij haar de voorhoofdsbevedering tot bijna bij de neusgaten zich uitstrekt en de wangenbevedering ver achter de neusgaten blijft, terwijl bij mollissima de voorhoofdsbevedering ver achter de neusgaten blijft en de wangenbevedering tot dicht bij de neusgaten reikt.