Pagina:Ornithologia Neerlandica 1.djvu/88

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

38

 
Orde PROCELLARIIFORMES.
Familie PROCELLARIIDAE.
 

N°. 12.

Puffinus gravis (O'Reilly).

DE GROOTE P1JLSTORMVOGEL.

Plaat 16: oud ♀.

 

Procellaria gravis O'Reilly, Greenland etc. 1818, p. 140, pl. 12, fig. 1.

Puffinus major, Temminck, Man. d'Orn. IV, 1840, p. 507. Schlegel, Vog. van Ned. 1854–'58, p. 584.

Puffinus gravis, van Oort, Ardea, IV, 1915, p. 130.


Engelsch: Great Shearwater.

Duitsch: Grosser Tauchersturmvogel.

Fransch: Puffin major.

 

Beschrijving: Oud. Bovenkop; zijden van den kop en bovenste gedeelte van den achterhals donkerbruin; rug, stuit en vleugels donkerbruin met lichtere zoomen aan de vederen; bovenstaartdekvederen donkerbruin met breede witte eindzoomen; slagpennen en staartpennen bruinzwart; onderdeelen wit met bruingrijze vlekken aan de zijden van de borst en eveneens min of meer duidelijke grauwbruine vlekken midden op de buik; onderstaartdekvederen bruin met witte randen; onderdekvederen van den vleugel en okselvederen wit, de laatsten met bruine vlekken aan de uiteinden. Iris donkerbruin, snavel zwartbruin, pooten licht vleeschkleurig, aan de buitenzijde licht bruin. Vleugel 305–338, staart 127–140, snavel 43–49, loopbeen 56–64 mm.

De seksen en de jonge voorwerpen zijn gelijk gekleurd.

 

Voorkomen en levenswijze. De groote pijlstormvogel is éénmaal in ons land waargenomen, en wel een oud ♀, dat den 17den September 1915 in verschen toestand dood aan het strand te Noordwijk aan Zee gevonden werd en dat thans deel uitmaakt van de collectie van Nederlandsche vogels van 's Rijks Museum te Leiden. Deze stormvogel is een bewoner van den Atlantischen oceaan en wordt voornamelijk, soms in kleine of groote vluchten, in volle zee waargenomen. De eenige broedplaats, die met zekerheid van deze soort bekend is, is de Tristan d' Acunha-groep in het zuiden van den Atlantischen oceaan. Hij is in den herfst een vrij regelmatige, hoewel zeldzame verschijning aan de zuidwestkust van Engeland, de zuid- en westkust van Ierland en de eilanden aan de westkust van Schotland, en is ook geobserveerd bij de Faröer, bij IJsland, de kusten van Noorwegen en bij Helgoland. Aan de kust van Groenland, vanwaar de soort oorspronkelijk beschreven werd, komt hij ook, evenals soms aan de