Giassemen deed zich voor als een buitenlandse koopman en ging naar de raadgevers van de Heer. En hij vertelde hen dat hij uit een ver land was gekomen met een metgezel om hier een lange tijd te wonen, en hij kocht het paleis met geld dat hij van Feristeno's vader had gekregen. Hij had het rijkelijk versierd met allerlei meubelen en ging er onverwijld met Feristeno naar toe om er te gaan wonen.
Vervolgens tunnelde hij met behulp van de toverstaaf de weg naar Giulla's verblijf en kwam daar rustig aan met zijn beschermheer. Op deze manier vond Feristeno zijn vrouw weer. Ze lag op haar bed, moe van het lange vasten en vele uren bidden. Hij ging naast haar liggen en, teder huilend, omhelsde hij haar. Toen de jonge vrouw wakker werd en haar liefste echtgenoot zag, en veronderstelde dat ze droomde, zei ze niets tegen hem. Maar nadat hij haar liefdevol begon aan te raken en met haar begon te praten, realiseerde ze zich dat het geen droom was en dat het inderdaad haar man was. Maar toen ze begreep hoe hij met Giassemen was gekomen, is het onnodig te zeggen hoe getroost ze was. Ze voerden een lief gesprek samen met Achel, die buitengewoon opgetogen was over wat er gebeurde. Ze gingen met Giassemen naar het pas gekochte paleis waar ze geruime tijd bleven, waarna Feristeno Giassemen op deze manier aansprak: "Het lijkt mij, mijn beste Giassemen, dat het God behaagde dat ik met jouw vaardigheid mezelf vind met degene naar wie ik het meest verlang