Pagina:Peregrinaggio di tre giovani figliuoli del re di Serendippo.djvu/86

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

En toen de aap ging zitten om te eten, zag een grote kiekendief de prooi en dook naar beneden. Hij rukte de kapoen uit de handen van de aap en vloog ermee weg de lucht in, en liet de aap uiterst bedroeft achter. De aap besloot stilletjes in een hoek van de keuken te blijven om zich danig te wreken als de kiekendief zou terugkeren. Na een tijdje keek de aap op en zag hem door de keuken vliegen. En de scherpzinnige en listige aap naderde de pot weer en nam de andere kapoen eruit en deed alsof hij ging zitten om hem op te eten. De kiekendief kwam toevallig terug en vloog over de aap in de overtuiging dat hij hem ook van de tweede kapoen kon beroven. Maar de aap ving de kiekendief snel en doodde hem. En omdat hij er niet tevreden mee was hem te hebben gedood, plukte de aap de kiekendief zo goed als hij kon, en stopte hem in de pot op het vuur samen met de tweede kapoen die hij er eerder had uitgehaald. De Koning had grote bewondering voor de scherpzinnige aap en het vermaak, dat hij verschafte vrolijkte hem helemaal op.

Even later keerde de kok terug naar de keuken om te zien hoe het met het diner van de Koning ging. Hij naderde de pot en vond tot zijn grote verbazing dat deze open was. Terwijl hij de pollepel in zijn hand nam, in de overtuiging dat hij de kapoenen eruit ging halen, vond hij er de ongelukkige kiekendief in. Hij maakte er zich grote zorgen over en was in tranen omdat hij niet wist hoe het had kunnen gebeuren. En hij was helemaal verward omdat hij zich niet kon zich voorstellen wat voor voedsel hij kon bereiden voor zijn meester de Koning, die vanwege zijn ziekte alleen kapoenen kon eten.