Pagina:Proteus, ofte, Minne-beelden verandert in sinne-beelden (IA proteusofteminne01cats).pdf/15

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

AENSPRAECKE
Tot den leser,
Op de gheleghentheyt vande veranderinge in desen
nieuwen druck.


DE Sinne-beelden, gunstighe leser, die wy voor desen onse lants-lieden hadden toe-geeygent, comen van nieus wederom aen den dagh; Maer, so wel ten aensiene vande gedichten als vande gestalte selfs, vry al wat verandert. Wat de gedichten aengaet, nademael de selve zijn geweest onse eerstelingen inde Nederlantsche tale, ende mitsdien vry wat rau uyt de penne gevallen, ghelijckmen gemeenlijck siet dat meest in alle dingen het eerste een roer-om wil wesen, soo hebben my de selve al over lange gantsch tegen de borst geweest, dewyle ick die bevont in het lesen niet ongelijck te zijn de raders vande karren, die over een deel on-effene straet-steenen worden voort-geruct, moetende mitsdien somwylen veerdig toeschieten, somwylen, na een harden schock, onbewegelick blyven staen. Derhalven hebbe ick goet gevonden by ghelegentheydt van desen nieuwen druck den leser die moeyelickheyt quijt te maken, ende de Nederlantsche gedichten soo te versmeden, dat die sonder horten op eenen eenparigen voet gelesen mochten worden. Wat de gedaente van 'twerc belangt, wy meynen verstaen te hebben dat by sommige lesers