Naar inhoud springen

Pagina:Ricardo en Marx (Verrijn Stuart 1890).djvu/104

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

88

behagelijk gedaan kon worden, een groote overvloed van arbeiders gevonden zou worden 1). De behoefte , met haar nim- mer ontbrekenden heraut, de prijs, zou niet langer de productie regelen en den arbeid verdeelen; alleen neiging en lust zouden beslissen welken arbeid men zou verrichten. Men zal inzien hoe in een oogwenk de geheele productie in chaotische wanorde zou gebracht zijn.

Hoe aan deze te ontkomen? Ik zie geen ander middel dan dit, dat de staat een schaal van behoeften maakt, waarop bovenaan staan de behoeften aan levensmiddelen, aan kleeding- en woning-benoodigdheden, en voorts de verschillende men- schelijke behoeften afdalende naar de hevigheid waarmede zij zich laten gevoelen. Waar hij het materieel zal vinden, om deze schaal niet àl te willekeurig te doen zijn is niet duidelijk. Een individu zou al verlegen zitten met een antwoord op de vraag: noem mij uwe behoeften in de volgorde van de intensiteit waarmede gij hun bevrediging wenscht. Wist hij op een oogenblik ook al een antwoord, hij zou het aanstonds weer moeten terug nemen, want de behoeften van den mensch wisselen onophoudelijk. Wat ik thans hevig begeer, wensch ik wellicht morgen in het geheel niet meer. En tusschen onderscheidene antwoorden op dezelfde vraag, zouden nog veel meer verschilpunten zijn op te merken. Een zaak die mij tien keer achtereen, zij het ook in steeds mindere mate, een behoefte bevredigt, is voor een ander reeds na twee malen volkomen waardeloos.

Doch genoeg. De staat is er in geslaagd uit al deze onbe- kenden een behoeftenschaal samen te stellen. Vermoedelijk zullen aanleg en smaak van de toevallig met het gezag be-


1) Hier komt bij, dat b.v. een uur "gesellschaftlich nothwendige Arbeit", besteed aan de constructie van een machine, meer waard moet zijn dan een uur maat- schappelijk noodzakelijke straatvegersarbeid. In het laatste bedrijf zal derhalve in vergelijking tot het eerste slechts een klein loon te verdienen zijn, wat natuurlijk

bij volkomen vrijheid van beroep alle handen aan dit beroep onttrekt.