Naar inhoud springen

Pagina:Rotterdamsche Courant 1825 no 144.pdf/2

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zijn, noch ook bij de reederij of visſcherij eenig belang mogen hebben, maar, zoo veel mogelijk, beſtaan uit lieden, die onpartijdig, onafhankelijk en geſchikt zijn, om bij alle gelegenheden de ſchuiten te naderen en te beklimmen.
De thans beſtaande keurmeesters zullen bij voorkeur daartoe worden voorgedragen, mits de noodige vereischten bezittende.
De provinciale-ſtaten van Holland zullen de inſtructien voor de keurmeesters en voorts zoodanige reglementaire bepalingen, mitsgaders boeten en ſtraffen op de overtreding derzelve vastſtellen, als ter rigtige uitvoering van dit beſluit zullen noodig geoordeeld worden; dezelve zullen langs de geheele kust, van beide gedeelten der provincie, eenvormig moeten zijn.

AMSTERDAM den 29 November.

Sedert onze laatſte is in Texel binnengekomen J. Bijrne en R. Rice van Londen; de laatſte is, na verlies van twee ankers en touwen, van de reede in het Nieuwe-Diep gekomen.
Het ſchip de vrouw Klazina, J. C. Boon, van Port-à-Port naar Amſterdam, is te Veere binnengeloopen en zoude de reis binnen door voortzetten.
Het ſchip Helena Katarina, H. Imcken, van Bremen naar Amſterdam, was den 24ſten, en het ſchip de vrouw Hempe, G. Addiks, mede van Bremen naar Amſterdam, den 26 dezer nog op de Wezer liggende.
Van de lading van het op Helgoland geſtrande ſchip de Goede Hoop, G. J. Munniken, van Londen naar Amſterdam, zijn, volgens brief van Helgoland, van den 17 dezer, 20 kisten ſuiker, 1 vatje tapioca en 1 zak koffij, uit hoofde van beſchadiging, verkocht.
Volgens nader berigt, zijn van de 150 ſchepen, welke bij Tonningen lagen, den 16 dezer ſlechts weinige, naar de Elve en Wezer gedestineerd, in zee gekomen; vele der teruggeblevenen hadden reeds zes weken en langer daar gelegen en de granen, door dezelve geladen, zouden weldra moeten nagezien worden.
Het ſchip door Vriendſchap, T. Gort, van Barcelona en Peniscola naar Amſterdam, is, volgens brief van Lisſabon, van den 8 dezer, aldaar, wegens ſchade aan het roer, binnengeloopen en zes dagen onder quarantaine geſteld; ter vermijding van zeer zware kosten, had men verlof gevraagd en bekomen, om de ſchade ter quarantaineplaats te herſtellen; dienvolgens had men het ſchip ter plaatſe waar het lag een nieuw roer aangehangen, waarna het den 5 dito, nog voor het eindigen der quarantaine, de reis had vervolgd.
Het nederlandsch rondgatſchip, door kapitein Ralfs, aangezeild, is gebleken te zijn de kof Harmonie, C. R. Platte, van Dordrecht naar Ferrol, te voren reeds gemeld te Cowes binnengeloopen en dus niet, zoo als uit de Lloijdslijst is overgenomen, gezonken; in tegendeel is dezelve, volgens brief van kapitein Platte, in dato Cowes den 21 dezer, niettegenſtaande de aanzeiling aan bakboord bij de groote-rust met groot geweld heeft plaats gehad, digt gebleven, en bepaalt zich de ſchade alleenlijk tot het boord, groot zeil en tuigagie aan bakboord, van de groote- tot de bezaans-rust, welk een en ander, zoo ſpoedig mogelijk, zal herſteld worden. Het ſchip van kapitein Ralfs is, na het redden der equipagie, bij Boulogne op ſtrand gezet.
Kapitein O. Haasnoot, voerende het ſchip de Onderneming, van Amſterdam naar Lisſabon, volgens de laatstvoorgaande te Cowes binnen, meldt van daar, van den 21 dezer, dat hij het bekomen lek herſteld had en gereed lag, om de reis te vervolgen; de lading had niets geleden.
Zijner Majeſteits oorlogsfregat Bellona, kapitein Dibbets, aan boord hebbende Zijne Excell. den commisſaris-generaal voor Nederlandsch-lndië, den 23 September uit Texel gezeild naar Batavia, was, na het uitſtaan van verſcheiden orkanen, den 10 October zeilende op de hoogte van Kaap-Fenistère; aan boord was alles wel.
Te Alexandria, in Egijpte, is aangekomen J. Willaerts van Antwerpen; te Barcelona Eijde van Dronthem; te Bordeaux H. C. Uil van Rotterdam, laatst van Portsmouth, en C. Ouwehand van Antwerpen; te Bremen A. Reents en te Hamburg W. J. Wilts en A. J. Bootsman van Amſterdam; de laatſte met een lek ſchip, na alle zeilen geſneden te hebben en den vorigen dag in groot gevaar te zijn geweest, om op Vogelſand te verongelukken; men wist nog niet of de lading geleden had; te Rendsburg J. O. Kuiper en D. F. Kalats van Riga naar Amſterdam, J. K. Hazewinkel van Dantzig naar Harlingen, de laatſte met verlies van een anker en andere ſchade, welke echter ſpoedig zoude herſteld worden, en te Elzeneur H. H. Hendriks van Riga naar Amſterdam.

ROTTERDAM den 30 November.

Eene buitengewone bataviaſche courant, van den 26 Julij, behelst een rapport van den generaal-majoor van Geen, wegens het wel ſlagen zijner expeditie naar Celebes en het onderwerpen van den koning van Soepa; eene gebeurtenis, die van zeer veel gewigt is in den tegenwoordigen ſtaat van zaken op Celebes. De vijanden hadden zich in ſterke bentings gelegerd, welke zij echter, zonder merkelijken tegenſtand te bieden, verlieten, en Soupa zelve, dat met eenen buitengewonen ijver en kunst verſterkt was en waarvan elk huis eene benting opleverde, gaf zich over, zonder een aanval aftewachten, hetgeen dan ook ten gevolge gehad heeft, dat deze expeditie volkomen geſlaagd is, zonder dat van de zijde der Nederlanders daarbij een eenig man het leven verloren heeft; zijnde ſlechts de Kapitein Dubus door een ſnaphaankogel in den mond, een huzaar door eene lans in de borst en twee flankeurs door een ſchot in de borst en hand, doch allen ligtelijk, gekwetst.
De Generaal prijst, in zijn rapport zeer het gedrag der officieren en ſoldaten der expeditie, en noemt, als zich bijzonder onderſcheiden hebbende, den kolonel Bisſchoff, den majoor Geij, den majoor der genie van der Wijck, de majoors van Bast, Sollewijn en Coehoorn, den kapitein-adjudant Koelman, alle de officieren van den ſtaf, den eerſten luitenant Bakker, den luitenant der marine Webbers en den adelborst der eerſte klasſe Ooijkaas.
Na Tanette aangedaan en aldaar den gewezen Koning, een broeder der regerende Koningin, tot rust en gehoorzaamheid aangemaand te hebben, is de generaal den 5den te Macasſar teruggekeerd.
— Den 8ſten, des namiddags, arriveerden te Helvoetſluis kapitein Mortleman, met de brieven van den 26 dezer, en Active, J. Lord, van Harwich, en het ſchip, dat wegens de quarantaine onbekend was, is genaamd Exchange, B. Barstow, van New-IJorck; zijnde, na de Viſitatie, van de quarantaine ontſlagen; de wind Z. W.
Den 29ſten, voor posttijd, is in de Maas niets gepasſeerd; de wind Z. W.
Den 29ſten, des namiddags, arriveerden te Helvoetſluis de ſchepen London, F. F. Gibbs, en Prince of Saxen-Coburg, J. Ladd, van Londen. Den 30ſten, des morgens, zeilden kapit. Moon, met de brieven van den 26ſten, en kapitein Bridge, met die van den 30 dezer, naar Harwich; de w. N. N. O.
Van den Briel wordt van den 30ſten gemeld, dat achter Rockange aan ſtrand is komen drijven eene jol, ſtaande achter op dezelve two Brothers, van Colchester, en er in Thomas Currij. Den 29ſten, des avonds, arriveerde de vrouw Neeltje, J. Stroobuur, van Cherburg; de wind N.
— Van Vlisſingen ſchrijft men den 27 November: In den ſtorm van heden nacht is, door het breken van zijn touw en ketting, van zijne ankers geſlagen het engelsch brikſchip Azia, gevoerd door kapitein John Storij, hetwelk gisteren Van Londen alhier is ter reede gekomen, en dienen moest als eene packet tusſchen Antwerpen en Rio-Janeiro. Dit ſchip zit thans op de bank de Kaloot, half vol water, zoo dat er weinig vooruitzigt is dat het gered zal kunnen worden.
— Te Antwerpen zijn gearriveerd Janvren, Ballaine, van Rio-Janeiro, Vigilantie, Jepſen, van Koppenhagen; jonge Frederik, Klijn, van Marſeille, en Harmina, Hubert, van Londen.

⁂ De grondëigenaren van en houders van hijpotheken op plantagien, gelegen in de kolonien Demerarij, Esſequebo en Berbice, worden bij deze indachtig gemaakt aan het zevende artikel van Zijner Majeſteits beſluit van den 21 December 1815, n.o 43, geplaatst in de nederlandſche Staats-Courant van den 26ſten dier maand, n.o 305, waarbij zij onder de verpligting zijn gefteld, om jaarlijks, en wel vóór den eerſten Januarij van ieder jaar, te vernieuwen de opgaven, door hen vroeger aan het voormalig departement van Koophandel en Kolonien ingezonden, achtervolgens de artikelen 5 en 6 van hetzelve koninklijk beſluit, op grond van artikel 10 der conventie, welke tusſchen de gevolmagtigden van Zijne Majeſteit die van de kroon van Groot-Brittanje, op den 12 Augustus 1815, te Londen is geſloten, met informatie, dat geene opgaven, waarbij aan vroegere wordt gerefereerd, kunnen worden aangenomen, maar dat de opgaven zullen moeten zijn geheel en volkomen, ingerigt naar de gedrukte modellen, die bij de Gebroeders van Cleef, Boekhandelaren te Amſterdam en te ’s Gravenhage, voorhanden zijn.

s Gravenhage
den 15 November 1825.
De Miniſter voor de Marine
en Kolonien,ELOUT.

⁂ De Directie van het Haarlemmer Weduwen-Fonds, onder de zinſpreuk: De liefde zorgt tot na den dood, heeft, door het overlijden van hunnen Correspondent, den Heer M. Menſing, tot dien Post aangeſteld en benoemd den Heet E. H. MENSING, op de Hoogſtraat, te Rotterdam.

Haarlem
den 18 November 1825.
J. WIJNKAMP, Preſident.
P. J. PRINSEN, Secretaris.

UITDEELING van TURF van het Ouden-Mannenhuis.
Regenten van het Ouden-Mannenhuis der ſtad Rotterdam zullen op Maandag den 12 December 1825, des voormiddags ten 9 en des namiddags ten 4 ure, vaceren in het Ouden-Mannenhuis voornoemd, tot het afgeven der Loden aan de Bedeelden; zullende degenen, die alsdan zouden mogen verzuimen hunne Kaart van de Winter-Bedeeling te vertoonen, voor dezen Winter daarvan verſtoken zijn, en die, welke drie jaren achtereenvolgende daarin nalatig blijven, in de registers worden geroijeerd, en dienvolgende alle aanſpraak op verdere Bedeeling verliezen.

Heden verloste van een ZOON, J. C. E. Dahmen, geliefde Huisvrouw van

Rotterdam
den 27 November 1825.
J[.] D. TOLLENS.

Heden verloste zeer voorſpoedig van eenen wel geſchapen ZOON, Vrouwe S. B. van Ewijck, geliefde Echtgenoot van

Rotterdam
den 26 November 1825.
J. E. DE MEIJ.

Heden avond verloste van eene DOCHTER, Anna Dorothea van Lutsenburg, geliefde Echtgenoot van

Rotterdam
den 25 November 1825.
W. G. VAN LUTSENBURG.

Heden avond verloste, door Gods goedheid, van eene wel geſchapene DOCHTER, Hendrica Antonia Sarsfield, veel geliefde Huisvrouw van

Leeuwarden
den 24 November 1825.
J. OTTO.

Rotterdam den 26 November 1825. Heden overleed alhier tot onze droefheid, in den ouderdom van 74 jaren, onze waardige Moeder en Behuwd-Moeder, CORNELIA KRAAIJ, Weduwe van den heer Joh. Theod. Vogel.

NIC. CORN. VOGEL,
A. MAIJ VAN VOLLENHOVEN.
uit aller naam.

Heden overleed Mevrouw JACOMINA VAN NIJMEGEN, geliefde Huisvrouw van

TACO SCHELTEMA.
Op den huize Schoonenberg,
bij Velp,
den 25 November 1825.

Heden nacht, om één ure, overleed alhier, in den ouderdom van ruim 66 jaren en na eene gelukkige Echtvereeniging van 34 jaren, mijn waarde en veel geliefde Man, HENDRIK MULDERS; een ieder gevoele wat ik, benevens mijne Kinderen en Behuwd-Kinderen, bij dit verlies lijden, en om onze droefheid niet te vermeerderen, verzoeken derhalve van condoleancebrieven te mogen verſchoond blijven.

Hellevoetſluis
den 29 November 1825.
H. DE BRUIJN,
Weduwe van H. Mulders,
mede uit naam van mijne Kinderen
en Behuwd-Kinderen.

TOONEELBERIGT.

De Koninklijke Nederduitſche Tooneelisten van Zuid-Holland, onder directie van Hoedt en Bingleij, zullen het genoegen hebben, in den Rotterdamſchen Schouwburg, alhier, op Saturdag den 3 December 1825, te vertoonen: DE BOODSCHAPLOOPER UIT BEHOEFTE, Tooneelſpel, in drie bedrijven, naar het fransch (le Commisſionaire) van Ferdinant Laloue en Meniſier, verſierd met eene geheel nieuwe decoratie; nooit alhier vertoond. Na hetzelve: DEN TURKSCHEN GEZANT, of de jonge Jufvrouwen-Kostſchool. Blijſpel, in een bedrijf, naar het hoogduitsch van A. von Kotzebue, door J. S. van Esveldt Holtrop; waarin door mejufvrouw A. Kok eenige coupletten uit het Lenteroosje van den dichter Tollens zullen gezongen worden; zijnde dit op muzijk gebragt door mevrouw G. v. E. H. Mejufvrouw Hoedt zal een Dichtſtuk reciteren, ten titel voerende: Het Vermogen der Deugd, bijzonder voor dit Stukje vervaardigd, door den heer van Ense Koning; ten derde zal mej. J. C. Hoedt eenige Variatien zingen.


TE HUUR een HUIS, op eene der Havens, in het beste gedeelte der Buitenſtad; te bevragen bij H. KOK, Mr. Timmerman, op het Tarwenakker, te Rotterdam.

⁂ J. WESSELING en H. WESSELING, Makelaars, zullen op Maandag den 5 December 1825, des namiddags ten half drie ure, te Amſterdam, in de Witte Zwaan, op den Nieuwendijk, preſenteren te verkoopen: Eene extra mooije nieuw aangekomene partij Vuren en Greenen, Noordſche, Nerva en Dantziger Balken, Juffers, Kolders, eene mooije nieuw aangekomene partij Eiken Ribben en andere HOUTWAREN; liggende in den Binnenkant en op de Wallen.

⁂ J. WESSELING en H. WESSELING, Makelaars, zullen op Woensdag den 7 December 1825, des namiddags, ten vier ure, te Amſterdam, in de Witte Zwaan, op den Nieuwendijk, preſenteren te verkoopen: Eene extra mooije nieuw aangekomene partij Vugten, Dennen en Dikbalken, benevens een mooi partijtje Eiken Knieën en andere HOUTWAREN; liggende, als bij Notitie wordt aangewezen, die aan het Kantoor van BONTEKONING en AUKES te bekomen is.

⁂ GERRIT DUURING, DIRK HERBERT JOOSTEN, HENDRIK WILLEM WACHTER, GERARD JOSEPH ZOMPOLL en GERRIT DUURING Junior, Makelaars, te Rotterdam, als last hebbende van hunne Meesters, zullen, ten overſtaan van den Heer Griffier van de Regtbank van Koophandel, na gedane aangifte conform de wet, op Donderdag den 15 December 1825, des voormiddags ten elf ure, in het Notarishuis, op de Gelderſchekade, verkoopen: Circa 3500 Balen Padang KOFFIJ, en dat bij Kavelingen, zoo als die zijn liggende, als nader bij Notitie zal worden aangewezen. Nadere onderrigting bij bovengemelde Makelaars.

⁂ Men verlangt een JONGELING van 16 a 18 jaren oud, goed kunnende lezer, en ſchrijvcn, om opgeleid te worden in Pakhuisbezigheden, waardoor hij zich voor het vervolg een behoorlijk beſtaan kan verſchaffen. Iemand hiertoe genegen, vervoege zich bij beſloten brief, onder letter Z, bij den Boekverkooper J. VAN BAALEN, op de Hoogſtraat, te Rotterdam.

⁂ DIRK HERBERT JOOSTEN, HENDRIK WILLEM WACHTER en JACOB CORNELIS MIJNSSEN, Makelaars, te Rotterdam, zijn van meening, als last hebbende van hunne Meesters en geautoriſeerd door den Heer Agent van Lloijds, ten behoeven van Asſuradeuren, ten overſtaan van den Heer Griffier van de Regtbank van Koophandel, na gedane aangifte conform de wet, op MORGEN den 2 December 1825, des voormiddags ten elf ure, in het Notarishuis, op de Gelderſchekade, publiek te verkoopen: 27 Vaten en 338 Balen, benevens eenige Losſe KOFFIJ, zijnde alle beſchadigd, onlangs alhier van Port-au-Prince aangebragt per het Schip Fearon, Kapitein J. Ferguſon, en dat bij Kavelingen, zoo als die zijn liggende, als nader bij Notitien wordt aangewezen, en aldaar HEDEN en MORGEN voor een ieder te zien zijn.
Iemand nadere onderrigting begeerende, ſpreke met bovengemelde Makelaars.

⁂ I. DE WIT Abr. Everardszoon en C. A. DE WIT, Makelaars, zullen op MORGEN den 2 December 1825, des avonds ten zes ure precies, te Amſterdam, in den Brakken Grond, in de Nes, als last hebbende van hunnen Meester, aan den meestbiedenden preſenteren te verkoopen: Eene partij van 44 Kisten Moscovado’s, 48 Kisten Witte Beſchadigde Brazil SUIKER en 8 Ledige KISTEN; nu eerst uit Zee gekomen en gelost uit het Schip Moeder Feijka, Kapitein J. H. Jonker, van Havre-de-Grace; zijnde een gedeelte der Lading aldaar aangebragt per het Schip Louiſe, Kapitein Bottier di Rivrij, gekomen van Bahia, en dat bij Kavelingen, zoo als die genummerd zullen zijn. Liggende als nader bij Notitie zal worden aangewezen.