Pagina:Sint Gerardus Klok vol 004 no 011.djvu/2

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

166

Wie helpt er mee?

DOOR verschillende oorzaken, en niet het minst door den invloed der ongunstige tijden, zijn dit jaar vele plaatsen in de rijen onzer inteekenaren opengevallen. Wie helpt er mee, die open plaatsen wederom te bezetten?
 Aan al degenen, die ons van af het verschijnen dezer af­levering tot einde December minstens één nieuwen abonné bezorgen (hetzij nog voor dezen jaargang, hetzij voor den volgenden, die met Januari 1924 begint), zenden wij voor deze bijzondere gelegenheid gratis en franco een kunstplaat op carton met voorstelling van den H. Gerardus en het onderschrift: „H. Gerardus, zegen ons huisgezin.”
 Nog bevelen wij onzen lezers bijzonder aan: „Levensschets van den grooten Volksheilige Gerardus Majella.” Dit keurig uitgevoerd boekje van den bekenden schrijver, den Eerw. Pater J. Timmermans C. ss. R., is 48 blz. groot en versierd met een achttal afbeeldingen naar schilderijen van den kunstschilder A. Windhausen[1]).

De Sleutel.

IN iedere aflevering van ons Klokje komt een woord voor van den H. Alfonsus, dat misschien door menig Lezer over het hoofd wordt gezien en toch zoo waard is om ont­houden en overdacht te worden.
 Dáár, waar wij de ons toegezonden H. Mis-intenties ver­antwoorden, kan men iedere maand het volgende lezen: „Als wij reeds de verzekering hebben van God te verkrijgen, wat wij in Jezus’ naam vragen, hoeveel grooter mag dan ons vertrouwen zijn als wij aan God zijn eigen Zoon opdragen.”

 Te allen tijde heeft het menschdom offers opgedragen aan het Opperwezen. Die offers hadden tot doel: 1. de Godheid te eeren en te huldigen, 2. Haar te danken voor ontvangen gunsten, 3. Haar voor bedreven zonden verzoening aan te bieden en 4. nieuwe weldaden af te smeeken. In het Nieuwe Verbond, dat ook zijn offer moet hebben, is de H. Mis, de


  1. Zie advertentie op den omslag.