Pagina:Staatsblad der Vereenigde Nederlanden 1813.djvu/13

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

( 13 )

verzocht en verworven onze uitdrukkelijke toestemming. Van dit oogenblik af, moeten, derhalve, zij allen als schuldig aan landverraad beschouwd en bestraft worden, die zich verstouten mogten, om, met miskenning van hunnen wettigen Souverein, verbindtenissen met vreemde Mogendheden aan te gaan of derzelver bevelen te eerbiedigen en uit te voeren. Maar de edele inborst der Nederlanders, en de kennis, die wij dragen van hunne genegenheid voor Ons, strekken Ons ten waarborge, dat zoodanige straf hier nimmer zal behoeven te worden uitgeoefend; en het is in het onbeperkt vertrouwen, hetwelk Ons die genegenheid inboezemt, en, bemoedigd door de zigtbare bescherming des Hemels, en door de bewustheid Onzer zuivere bedoelingen, dat Wij, op dezen dag, reeds in eene andere betrekking, zoo gedenkwaardig en dierbaar voor Ons vaderlijk hart, het Opperbestuur over de Vereenigde Nederlanden met der daad aanvaarden.
 En zal deze worden gepubliceerd en geaffigeerd alomme, waar zulks te doen gebruikelijk is.
 Gedaan in ’s Gravenhage, den 6den december van het jaar 1813, en van Onze Regering het Eerste.

(geteekend)       WILLEM.

 Ter ordonnantie van Zijne Koninklijke Hoogheid,

(geteekend)       Van der Duijn van Maasdam.