Pagina:Staatsregeling van Sint-Maarten.pdf/22

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

vergaderingen van de Staten of van commissies daaruit hebben gezegd of aan deze schriftelijk hebben overgelegd.

Artikel 66

De Staten stellen het reglement van orde voor hun vergaderingen vast. Het wordt openbaar gemaakt op de voor de landsverordeningen voorgeschreven wijze.

Artikel 67

De Staten zijn bevoegd de belangen van Sint Maarten voor te staan bij de regering van het Koninkrijk en bij de Staten-Generaal.

Artikel 68

De Staten onderzoeken de aan hen gerichte verzoekschriften.


HOOFDSTUK 5
RAAD VAN ADVIES. ALGEMENE REKENKAMER. OMBUDSMAN EN VASTE COLLEGES VAN ADVIES

§ 1. Raad van Advies

Artikel 69

1. Er is een Raad van Advies, verder te noemen de Raad.

2. De regering hoort de Raad over:

a, alle ontwerpen van landsverordeningen en van landsbesluiten, houdende algemene maatregelen;
b, voorstellen tot goedkeuring, als bedoeld in het tweede lid van artikel 24 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, van verdragen die Sint Maarten raken;
c, voorstellen van rijkswetten en ontwerpen van algemene maatregelen van rijksbestuur.

3. De Staten horen de Raad over bij de Staten door een of meer leden aanhangig gemaakte ontwerpen van landsverordening.

4. De Raad is bevoegd de regering van advies te dienen als hij dat nodig acht.

5. De Raad wordt gehoord in de gevallen dat de landsverordening dit voorschrijft, in alle buitengewone gevallen van gewichtige aard en in alle andere zaken waarin de regering dit nodig acht.

Artikel 70

1. De Raad bestaat uit vijf leden, onder wie een vice-voorzitter. Ten hoogste vijf buitengewone leden kunnen worden benoemd.

2. De Gouverneur kan het voorzitterschap van de Raad bekleden, zo dikwijls hij dat nodig oordeelt. Hij heeft een raadgevende stem.

3. De vice-voorzitter, de overige leden en de buitengewone leden worden bij landsbesluit benoemd voor een periode van zeven jaar. Zij zijn terstond herbenoembaar.

4. In de gevallen bij landsverordening aangewezen kunnen zij worden geschorst of ontslagen. De rechtspositie van de leden en buitengewone leden van de Raad wordt overigens bij of krachtens landsverordening geregeld.

5. Een lid of buitengewoon lid van de Raad kan niet tegelijk zijn:

a, lid van de Staten;
b, lid van de Algemene Rekenkamer;