Pagina:Staatsregeling van Sint-Maarten.pdf/25

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

 

Artikel 79

1. Overige vaste colleges van advies in zaken van wetgeving en bestuur worden ingesteld bij landsverordening.

2. Bij landsverordening worden de inrichting, samenstelling en bevoegdheid van deze colleges geregeld.

3. Bij landsverordening kunnen aan deze colleges ook andere dan adviserende taken worden opgedragen.

Artikel 80

1. De adviezen van de in dit hoofdstuk bedoelde colleges worden openbaar gemaakt op de wijze, bij landsverordening bepaald.

2. Adviezen, uitgebracht terzake van ontwerpen van landsverordening die door de regering worden ingediend, worden aan de Staten overgelegd, behoudens bij landsverordening te bepalen uitzonderingen.


HOOFDSTUK 6
WETGEVING EN BESTUUR

§ 1. Algemene bepaling over wettelijke regelingen

Artikel 81

De geldende wettelijke regelingen in Sint Maarten zijn:

a, het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden;
b, overeenkomsten met andere mogendheden en met volkenrechtelijke organisaties, voorzover zij voor Sint Maarten bekrachtigd zijn;
c, rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur die volgens het Statuut voor Sint Maarten verbindend zijn;
d, deze Staatsregeling;
e, onderlinge regelingen als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut, voor zover door een bevoegd orgaan van Sint Maarten daaraan wettelijke kracht is verleend;
f, onderlinge regelingen als bedoeld in artikel 38, tweede lid, van het Statuut;
g, landsverordeningen, waaronder tevens begrepen de eenvormige landsverordeningen;
h, landsbesluiten, houdende algemene maatregelen;
i, ministeriële regelingen;
j, verordeningen van openbare lichamen, als bedoeld in artikel 97, tweede lid, en zelfstandige bestuursorganen, als bedoeld in artikel 98, tweede lid.

§ 2. Landsverordeningen, eenvormige landsverordeningen, landsbesluiten, houdende algemene maatregelen en ministeriële regelingen

Artikel 82

De vaststelling van landsverordeningen geschiedt door de regering en de Staten gezamenlijk.

Artikel 83

De bekrachtiging van ontwerpen van landsverordening geschiedt door de regering na goedkeuring door de Staten. Zij verkrijgen hierdoor kracht van landsverordening.