Naar inhoud springen

Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 1 (1799).pdf/104

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen



DERDE HOOFTSTUK.

Eerste opstand der Negers en deszelfs oorzaaken. — Elendige staat der Volkplanting. — Gedwongen vrede met de Muitelingen. - Muitery der Zee-Soldaaten. Matroozen, enz.


Deeze ongelukkige Volkplanting was slechts even van haare buitenlandsche en openbaare vyanden verlost, of zy ontmoette nog veel geduchter vyanden in haaren eigen boezem.

De Karaïben, en andere Indiaansche volken hadden, in de eerste tyden, wel is waar, deeze bezitting ontrust; maar, gelyk ik reeds gezegd heb, de Gouverneur SOMMELSDYK had, korten tyd na zyne aankomst in de Volkplanting, den Vrede met hun gesloten. De Wilden hadden denzelven gehouden, en vervolgens hadden zy met de Europeaanen, even als met goede buuren en vrienden, in de beste verstandhouding geleeft.

De Neger-Slaaven, in opstand gekomen zynde, zyn die vyanden, waar van ik thans voornemens ben te spreken. Geduurende eenigen tyd, verspreidden zy een algemeenen schrik in de Volk-