een groot getal duivels, die, onder de gedaante van deeze Africaansche Slaven, de zielen hunner vervolgers pynigden. Dien zelfden dag wierden zeven gevangen Negers uit deeze plaats van wanhoop gehaald, en door eenige lyfwagten naar de strafplaats gebragt, zynde dezelve tevens de begraafplaats der soldaaten en matroozen. Men hing 'er zes van op; en de zevende wierd met een yzeren bout levendig gerabraakt. Een blanke wierd bovendien door den beul, die in dit Land altyd een Neger is, voor het Rechthuis gegeesseld. Ik verhaal deeze straföeffening alleen, om de afschuwelyke strengheid te bewyzen, waar mede men de slaven behandelt, naardien een Europeaan, die beter onderricht moest zyn, 'er met een ligte lyfstraf zoude afkomen, terwyl, zonder van de zes anderen te spreken, een ongelukkige Africaan, zonder opvoeding, het leven verloor, onder folteringen, welke hy doorstond zonder een zucht te loozen, of eenige klaagstem te doen hooren, en zulks om een misbedryf, dat aan beiden gemeen was, van namelyk op het Stadhuis eenig geld ontvreemd te hebben. Een van hun, die opgehangen wierden, den strop reeds om den hals hebbende, keek boven van de galge met een glimlach van verachting de Regeering aan, die by de straföeffening tegenwoordig was. Ik moet hier niet vergeten, dat de Neger,
Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 1 (1799).pdf/180
Uiterlijk