Naar inhoud springen

Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 1 (1799).pdf/199

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

toe de Colonel FOURGEOUD, wien de besmetting in 't geheel niet dreigde, de benoeming deed. De Majoor BEKKER wierd tot Lieutenant Colonel, en de Capitain ROCKAPH tot Majoor aangesteld.

De beesten van onze luchtstreek, die men in deeze Gewesten vind, verzwakken en ontäarten aldaar niet minder dan de menschen. De os, by voorbeeld, is 'er zeer klein, en deszelfs vleesch is zoo lekker niet als in Europa. Men moet dit waarschynlyk toeschryven aan zyne aanhoudende uitwaasseming, en aan het grover kruid, waar mede hy gevoed word; het is nog slechter, dan dat der zout-moerassen van het Graafschap Sommersel. De ossen zyn talryk aan de oevers van de Orenoco, zy weiden aldaar aan den weg; en de Spanjaarden verkoopen die voor den matigen prys van twee patacons (ten naasten by zes guldens) het stuk. Een stuk ossenvleesch, gebraden uit Europa gezonden, word in Guiana als een zeer schoon geschenk beschouwd. Om het zelve zoo verre zonder bederf te doen aankomen, legt men het in een vat van tin, vervolgens draagt men zorg om 'er het vet over heen te gieten, zoo dat het geheel bedekt is; daar na sluit men dit vat zoo digt toe, dat 'er geen lucht nog water kan doordringen. Men zegt, dat met deeze voorzorge dit