Naar inhoud springen

Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 1 (1799).pdf/228

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zwarte vlak; zyne oogen zyn van een zeer fraaije geele kleur.

Ik ontfing door eene wacht, die te scheep de ronde deed, bericht, dat de manschappen van de Cerberus begonden ziek te worden. Des anderen daags vernam ik ook, dat op de plaats, alwaar wy onze levensmiddelen hadden toebereid, in de Cormoetibo-Kreek, en welke gelegen is aan de oevers der Rivier van den kant der muitelingen, deezen nu kortlings eene zeer sterke afgezondene krygsbende vermoord hadden. Dienvolgende gaf ik last om de hut te verbranden, en wy hielden onze keuken aan boord van de vaartuigen. Alle de elementen scheenen tans tegen ons zamen te spannen. Het water stortte, als of wy met eenen nieuwen zondvloed gedreigd wierden: het drong zelfs in onze vaartuigen door, alwaar alles dryvend lag. De lucht was vol groote muggen, die, van het ondergaan tot het opgaan der zonne, ons getrouw gezelschap houdende, ons beletteden eenige rust te smaken; en des morgens waaren wy met puisten en bloed als geheel bedekt. De rook van het vuur en van de tabak, die wy brandden om hen te verjagen, deed ons byna verstikken. Het was ons onmogelyk een hoek lands te vinden, om ons gezouten vleesch aldaar veiliglyk te braaden. Tot een overmaat van elende, was tusschen de Zee-