Naar inhoud springen

Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 1 (1799).pdf/239

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

vingen daar te laaten, en myn verhaal weder op te vatten.

Den 23sten, zynde den dag, welken ik daar toe met den Capitain Orzinga was overëengekomen, namen wy, net op den middag, eene proeve met onze seinen, door een algemeen lossen van onze musketten en ander wapentuig, zoo op Devil's Harwar, als aan boord van de Charon en de Cerberus, zynde de laatstgemelde altyd op den wachtpost aan de Patamaca. Zy waaren van geene uitwerking: niemand op deezen eersten post, zoo min op het één als op het andere der beide vaartuigen, hoorde 'er iets van. Ik zelf, een musketschoot doende, kreeg, door myne eigene onoplettenheid, een klein ongeluk. Het wapentuig tegen myn schouder geplaatst hebbende, viel ik door den te rug stoot op een ton, en myn rechte schouder was daar door byna ontwricht.

Den 26sten, kreeg ik door een vaartuig, het welk my van de Patamaca-Kreek gezonden wierd, bericht, dat de Cerberus gevaar liep, om door de muitelingen, welken men in den omtrek had zien rond zwerven, aangerand te worden. Het gedeelte der Rivier, alwaar dit Schip lag, zeer naauw zynde, oordeelde ik het zelve in een zeer bedenkelyken staat. Dienvolgende deed ik de Charon tot de Pinnenburg-Kreek opvaaren. Ver-