Naar inhoud springen

Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 1 (1799).pdf/270

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

der zoort van Otters in Guiana is, veel breeder zynde; ik heb 'er nooit een gezien[1]

  1. Dr. LABORDE zegt drie zoorten van Otters in Guiana te hebben waargenomen.
    1º. De grootste, die van veertig tot vyftig ponden weegt, en wiens hair zwart, en byna kaal is; hy houd zig op in de Rivieren.
    2º. Die geene, waar van de huid geel-achtig is, van de kleur der Gummi-gutta, en wegende twintig tot vyf-en-twintig ponden; hy bewoond insgelyks de Rivieren.
    3º. De gryze, niet meer dan drie of vier ponden wegende; hy houd zig op in de gaten by de Rivieren, en is zeer gevaarlyk voor de honden.
    Allen ontwyken zy het water, alwaar ebbe en vloed is, en houden zig alleenlyk op in zoete wateren, in de meiren, of boven in de Rivieren; zy gaan troepsgewyze naar de verdronken Savanen. Men maakt 'er jagt op, om hunnen buit te hebben, tot dit einde gaat men in eene hinderlaag aan den waterkant leggen. Zy zyn wild; en zoo men op hen schiet, terwyl zy zwemmen, zinken zy naar den grond, en zyn voor den jager verlooren.
    De wyfjes werpen maar één jong, zelden twee; zy zyn minder vruchtbaar dan in Europa. Zy werpen haare jongen in de holen, die zy aan den waterkant graven. Op de landhuizen voed men deeze dieren op.
    Aant. v. d. Franschen Vert.