Naar inhoud springen

Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 1 (1799).pdf/280

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

niet zonder ontroering een mensch, geheel naakt, en met bloed bemorst, met armen en beenen de glibberige huid van een nog levend monster konde zien omvatten. De zaak was niet ten eenemaal nutteloos; want, behalven deeze huid, bezorgde DAVID my daar door meer dan vier kruiken[1] helder vet, of liever olie, schoon 'er eene nog grootere hoeveelheid van verlooren ging. Ik gaf deeze olie aan de Heelmeesters te Devil's Harwar voor de gekwetsten, waar voor zy my hunnen dank betuigden, want het is een uitmuntend geneesmiddel, voor al voor kneuzingen. Wanneer ik myne verwondering betoonde, van het dier, schoon van zyne ingewanden en huid beroofd, nog steeds te zien blyven leven, zeide my de oude CARAMACA, het zy hy dit by ondervinding, het zy by overlevering wist, dat het eerst na den ondergang der zon zoude sterven. De Negers hieuwen hem in stukken, ten einde hem klaar te maken, en zig op te vergasten. Zy verklaarden allen, dat hy lekker en zeer gezond was; maar tot hun groot hartzeer, weigerde ik om 'er van te proeven; en, na het eindigen van hunne maaltyd, zakten wy naar Devil's Harwar af.

  1. Dusdanige kruik houd vier pinten. Parysche maat.
    Aant. v. d. Franschen Vert.