Naar inhoud springen

Pagina:Stedman, Reize naar Surinamen en Guiana Vol 1 (1799).pdf/290

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

welke overtuigt zynde, dat dezelve door geene anderen, dan verzwakte en zieke soldaaten bewaard wierd, op den dag zelven van dit vertrek, hunne verwoestingen op de Plantagiën aan de Cottica gepleegd hadden. Zy wisten wel, dat ik geen volk genoeg had, om hen te vervolgen, zelfs niet om my te verdedigen. Dit alles echter beantwoordde aan myne verwachting. Maar zoo myne macht voldoende geweest was, de muitelingen zouden niet ontsnapt zyn; ik zoude hen ten minsten in hunnen te rug tocht hebben afgesneden, vooral indien het krygsvolk, aan de Peréca geplaatst, met dat van Cottica gezamenderhand was werkzaam geweest, door ronden te doen op den weg, die tusschen deeze twee Rivieren gemeenschap heeft, een weg, dien de muitelingen verpligt waaren twee maal over te trekken.

Den eersten September, bragten wy ook den nacht wakende door, en des anderen daags morgens begroeven wy nog eenen anderen soldaat. Ik begryp niet, hoe zommigen van ons, in den zwakken staat, waar in wy waaren, en in eene brandende luchtstreek, zulk een schouwspel konden overleven. Eindelyk overtuigd zynde, dat de muitelingen het Cordon waaren doorgetrokken, zonder dat zy dienstig geoordeelt hadden ons een bezoek te geven, besloot ik om al myn volk