Colonel op zynen tocht gevangen genomen had, en door ons wel behandeld wierd.
Dit onmenschelyk gedrag van BONNY was juist het tegenövergestelde van dat van BARON, die, in weêrwil van alle de bedreigingen, verscheide soldaaten, welke hy had kunnen ombrengen, naar Paramaribo had te rug gezonden. Hy hielp hun zelfs om te ontsnappen, en verschafte hun levensmiddelen, want hy gevoelde wel, dat het onbillyk was hun iets te wyten. Maar gelyk ik hier boven reeds gezegd heb, elke Neger-Jager, die het ongeluk had in zyne handen te vallen, kon de ontembaare woede, waar mede hy bezield was, niet ontduiken.
Ik vergat te zeggen, dat de geheele krygsbende van den Colonel, byna uitgehongerd zynde, met een groot geschreeuw om brood gevraagd had. 'Er was een meenigte brood in de legerkisten; maar men had geduurende drie dagen de uitdeeling daar van opgeschort, en ryst in de plaats gegeven. Om dit zoort van muiterye te doen eindigen, wierpen zig de Officiers gewapend midden onder de soldaaten, en naamen zonder onderscheid de eersten, die hun in handen vielen, gevangen, waar onder zig bevond zekere SCHMIDT, dien die de anderen verklaarden onschuldig te zyn. Men sloeg geen acht op hunne betuigingen, en dewyl men