in 8V0, te Parys in 't licht verscheen. Geen wonder eindelyk, dat men in Duitschland 'er in één Deel in 8V0, een zoort van uittrekzel uit gemaakt heeft.
Alle deeze redenen bewoogen dan ook den Uitgever deezes, om dit zoo bevallig, als nuttig werk in een Hollandsch kleed te steeken, en den Nederlanderen ter leezing aan te bieden. Wat de uitvoering der vertaaling betreft, men heeft de Engelsche uitgaave tot den grondslag gelegt, maar ook tevens gemeend gebruik te moeten maken van de Fransche vertaaling, waar aan de verëischten eener goede overzetting met recht worden toegekend. Men heeft dit voornamelyk gedaan in tweërlei opzigt: voor eerst door, even gelyk de Fransche Vertaaler gedaan heeft, weg te laaten de hier en daar ingevlochtene plaatsen, uit Engelsche Dichters, en andere uitweidingen, die geene andere verdiensten hebben, dan dat ze eenen al te kostbaaren optooy aan het werk geven: en ten tweeden, dat men de plaaten, die in de oorspronkelyke uitgaave tot een getal van tachtig waaren aangewassen, in zoo verre vermindert heef, dat men de zulke, die in werken over de Natuurlyke Geschiedenis, en over de kennis der Planten en Gewassen gemakkelyk genoeg te vinden zyn, tot vermyding van te groote